Er zijn twee soorten bossen, oerbossen en productiebossen.
Een oerbos is een bos dat de mens nog niet of nauwelijks heeft veranderd. De natuur gaat er nog zijn gang en doet dat al duizenden jaren. Oerbossen bestaan uit verschillende boomsoorten van diverse leeftijden. Ook leven er talrijke soorten planten en dieren in een oerbos. Of anders gezegd de biodiversiteit van een oerbos is groot. Al die soorten vormen samen een gemeenschap waarin elke soort afhankelijk is van andere soorten, of deftig gezegd: een ecosysteem.
Oerbossen hebben voor mensen het voordeel dat ze naast hout ook andere producten kunnen leveren waar mensen behoefte aan hebben, met name voedsel en geneesmiddelen.
In Europa zijn bijna alle oerbossen verdwenen, maar langs de grens tussen Polen en Oekraïne is nog een uitgestrekt oerbos te vinden.
Oerbos in Polen
De meeste oerbossen zijn te vinden in de tropen en bijvoorbeeld ook in Siberië en Noord-Amerika. Oerbossen hebben vaak plaatsgemaakt voor plantages en productiebossen.
Productiebossen zijn bossen die de mens beheert om er een zo goed mogelijke houtoogst uit te halen. Sommige beheerders gaan verantwoord en duurzaam te werk, waardoor flora en fauna intact blijven. Ze kiezen zorgvuldig uit welke bomen gekapt kunnen worden en houden rekening met de functies van het bos die in de eerste leesbron zijn beschreven. Zo krijgt het bos de kans zich weer volledig te herstellen door natuurlijke verjonging, eventueel geholpen door het planten van nieuwe bomen.
Andere beheerders van productiebossen en van plantages planten bomen in rijen, allemaal van dezelfde soort en allemaal even groot. Deze bomen worden tegelijk geplant of gezaaid en geoogst. Dat maakt deze bossen voor andere planten en dieren minder aantrekkelijk dan oerbossen. Daardoor is de biodiversiteit in productiebossen en plantages veel kleiner dan in oerbossen.