Goed en fout hout


Waar komt het hout in meubels, deuren, kozijnen, noem maar op in jullie schoolgebouw eigenlijk vandaan? En al het hout in jullie woning?

Een belangrijke vraag, omdat het verkrijgen van hout voor het schoolgebouw en je woning gevolgen heeft gehad voor de plekken waar het hout vandaan is gekomen en voor de mensen die op die plekken wonen.

hout

Die gevolgen zijn op korte termijn te zien en ook op langere termijn. Die gevolgen kunnen positief zijn. Dan spreken we van ‘goed’ of duurzaam hout. Duurzaam wil zeggen dat het niet ten koste gaat van de natuur en van de welvaart van mensen die er nu leven en van toekomstige generaties. Maar de gevolgen kunnen ook negatief zijn. Dan spreken we van ‘fout’ hout.

Hoe dan ook, de manier waarop hout wordt verkregen bepaalt of het verkregen hout goed of fout is.

Als je een product koopt waar hout in zit, bepaal je mede wat er gebeurt op de plek waar het hout vandaan komt. Hetzelfde geldt als een bedrijf of instelling van de overheid producten koopt waar hout in is verwerkt.

 



opdrachtWat maakt hout goed of fout? Hoe herken je goed en fout hout? Hoe zorgen bedrijven die hout inkopen en verwerken ervoor dat je weet of er in de producten goed hout is verwerkt? En waarom is het ook voor onszelf van belang om goed hout te gebruiken en fout hout te vermijden?

Zoek dat uit in deze les.

Gebruik de kennis die je hierbij hebt opgedaan om een petitie op te stellen en online te zetten. In die petitie zet je een oproep om meer goed hout en minder fout hout te gebruiken voor bouwprojecten. Je kunt de petitie richten aan de Rijksoverheid, de overheden van de provincie en de gemeente waar je woont, aan een bouwbedrijf of aan de winkelketen ‘Bouwmarkt’.

Leg in je petitie uit waarom goed hout beter is dan fout hout.

 


 

werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Je maakt de opdracht in de les samen met enkele klasgenoten.

Je leerkracht deelt de klas in vijf groepen in. Verdeel onder elkaar de bronnen en lees de bron die je hebt uitgekozen. Trek voor het lezen een halve les uit.

Kies met je groep de organisatie uit waar je je petitie aan wil richten. Stel je petitie op.

Als je niet precies weet hoe je dat moet doen, kijk dan op https://avaaz.org/nl/petition/start_a_petition/?source=gs8nl&gclid=EAIaIQobChMI9ffSpbj06QIVxuJ3Ch2jhAmlEAAYASAAEgITjvD_BwE.

Laat als jullie klaar zijn, de petitie aan de leerkracht lezen.

 



Bossen beschermen de bodem op twee manieren tegen afspoeling door regenwater.

Wortels van bomen en planten houden de bodem vast. Daardoor worden er minder bodemdeeltjes door afstromend water afgevoerd. Of anders gezegd: wortels van bomen en planten gaan erosie van de bodem tegen. Van erosie is sprake als water, wind of ijs bodemmateriaal van een plek wegvoert en ergens anders deponeert.

Ook zorgen bomen en planten met hun bladeren ervoor dat als het regent niet al het regenwater in een keer de bodem bereikt. Daardoor kan er, vooral als het hard regent, meer water in de bodem te zakken en stroomt er minder water direct weg. Deze twee functies van de bomen en planten zijn vooral van belang op hellingen.

Verder zorgen bossen, en ook weiden en andere begroeiing ervoor dat regenwater eerst in de bodem komt te zitten en via de bodem langzamer naar meren en rivieren wegstroomt voor zover het niet door planten en bomen wordt opgenomen. Hierdoor stijgt het water in rivieren en meren in korte tijd minder sterk, telkens als het hard regent. Zo helpen bossen overstromingen te voorkomen. Ook blijft het waterpeil van rivieren en meren redelijk hoog, als het lange tijd achtereen niet regent dankzij water dat via de bodem in de rivieren en de meren blijft stromen. Hierdoor kunnen landbouwbedrijven, ook als het lange tijd droog is, aan water uit rivieren en meren komen voor bevloeiing.

Waar bossen worden gerooid, treedt erosie van de bodem op door water. Er zijn dan minder of geen wortels meer die de bodem vasthouden. Vooral op hellingen en tijdens zware regenbuien verdwijnt op die manier in korte tijd veel bodemmateriaal door afspoeling. Tijdens stortbuien vermengen zich water en bodemmateriaal tot modder die met grote snelheid van hellingen afstroomt. Er ontstaat een modderstroom, die alles meesleuren wat er toevallig in de weg staat: dieren, mensen, voertuigen en zelfs huizen. Ook laat een modderstroom een dikke laag modder achter, ook binnenin woningen.

bodemerosie

Door het wegspoelen van bodemmateriaal verdwijnt de bovenste, vruchtbare laag van de bodem, waardoor bomen en planten er steeds minder goed op kunnen groeien. Tenslotte wordt de bodem helemaal onvruchtbaar en kaal. En daardoor ongeschikt voor landbouw.

Door afspoeling van bodemmateriaal komt dat materiaal in rivieren terecht. Het hoopt zich op in de bedding van die rivieren op. Daardoor worden die rivieren ondieper en kunnen ze minder water tegelijk afvoeren. Daardoor wordt de kans groter dat de rivieren door zware regenval of door het afsmelten van gletsjers meer water aangevoerd krijgen dan ze kunnen afvoeren. Als dat gebeurt, stijgt het waterpeil van de rivieren zo sterk dat de oevers ervan onder water lopen.

 



Er zijn twee soorten bossen, oerbossen en productiebossen.

Een oerbos is een bos dat de mens nog niet of nauwelijks heeft veranderd. De natuur gaat er nog zijn gang en doet dat al duizenden jaren. Oerbossen bestaan uit verschillende boomsoorten van diverse leeftijden. Ook leven er talrijke soorten planten en dieren in een oerbos. Of anders gezegd de biodiversiteit van een oerbos is groot. Al die soorten vormen samen een gemeenschap waarin elke soort afhankelijk is van andere soorten, of deftig gezegd: een ecosysteem.

Oerbossen hebben voor mensen het voordeel dat ze naast hout ook andere producten kunnen leveren waar mensen behoefte aan hebben, met name voedsel en geneesmiddelen.

In Europa zijn bijna alle oerbossen verdwenen, maar langs de grens tussen Polen en Oekraïne is nog een uitgestrekt oerbos te vinden.

oerbosOerbos in Polen

De meeste oerbossen zijn te vinden in de tropen en bijvoorbeeld ook in Siberië en Noord-Amerika. Oerbossen hebben vaak plaatsgemaakt voor plantages en productiebossen.

Productiebossen zijn bossen die de mens beheert om er een zo goed mogelijke houtoogst uit te halen. Sommige beheerders gaan verantwoord en duurzaam te werk, waardoor flora en fauna intact blijven. Ze kiezen zorgvuldig uit welke bomen gekapt kunnen worden en houden rekening met de functies van het bos die in de eerste leesbron zijn beschreven. Zo krijgt het bos de kans zich weer volledig te herstellen door natuurlijke verjonging, eventueel geholpen door het planten van nieuwe bomen.

Andere beheerders van productiebossen en van plantages planten bomen in rijen, allemaal van dezelfde soort en allemaal even groot. Deze bomen worden tegelijk geplant of gezaaid en geoogst. Dat maakt deze bossen voor andere planten en dieren minder aantrekkelijk dan oerbossen. Daardoor is de biodiversiteit in productiebossen en plantages veel kleiner dan in oerbossen.

 



In ontwikkelingslanden waar veel bossen zijn, worden bomen gekapt om hout te winnen voor de uitvoer naar rijke landen. Dat levert voor de ontwikkelingslanden extra inkomsten op. Nederland en andere rijke landen voeren dat hout in.

Maar het zijn vooral houtbedrijven die eraan verdienen, de bewoners van de plekken waar de bomen worden gekapt, vaak niet. Bovendien verdwijnen er grote stukken bos. Dat gaat ten koste van de biodiversiteit en ook ten koste van de vruchtbaarheid van de bodem. Door afspoeling verdwijnt op plekken waar bossen zijn gerooid de vruchtbare bovenlaag van de bodem waardoor die steeds minder geschikt wordt voor land- of bosbouw. Nieuwe bomen kunnen er moeilijker groeien, waardoor het bos lange tijd nodig heeft om te herstellen. Tevens wordt die bodem minder geschikt voor landbouw.

ontbossing

Ook treden er overstromingen langs rivieren op. Door dit alles zijn de mensen die op deze plekken wonen, op den duur slechter af. Bovendien duurt het jaren voor het bos zich weer heeft hersteld, als dat al mogelijk is.

Bedrijven kappen soms bossen, zonder dat ze hiervoor toestemming hebben gekregen van de overheid. Dan is het hout dat ze verkopen niet alleen fout, maar ook illegaal.

 



Niet alleen voor mensen op plekken waar hout wordt gewonnen is het van belang dat dit niet ten koste van bossen gaat. Dat geldt ook voor mensen in rijke landen, dus ook voor ons in Nederland. Het rooien van bossen draagt namelijk bij aan een klimaatverandering.

Het draait hierbij om koolstofdioxide oftewel CO2. Dat is een broeikasgas. Bomen en planten nemen dit gas op om in leven te blijven en te groeien. Daarbij komt de koolstof van het gas in de planten en bomen te zitten en stoten de planten en bomen de zuurstof van het gas in de lucht uit.

cifor

Hoe meer bossen er verloren gaan door houtwinning (en ook door het in cultuur brengen van plekken waar eerst bossen waren), hoe minder CO2 wordt opgenomen uit de dampkring en hoe meer dus van dat gas er in de dampkring blijft zitten. Daardoor wordt het broeikaseffect sterker. Het wordt op aarde dus warmer. Nu al is gebleken dat dit in Europa, dus ook in Nederland, gepaard zal gaan met lange periodes van droogte die sneller op elkaar volgen. ’s Zomers gaat een periode van droogte vaak gepaard met een hittegolf, waar vooral oudere mensen onder lijden.

 



Hout laat zich makkelijk bewerken en hergebruiken. Het is ook volledig biologisch afbreekbaar. Daarom wordt er veel hout gebruikt in de bouw en voor het maken van meubels en veel andere producten. Een groot deel van het hout dat in Nederland wordt gebruikt, komt van buiten Europa. Maar van dat hout gebruikt, is een deel fout hout, omdat het bijvoorbeeld door illegale kap van bomen is verkregen.  Winning van fout hout leidt tot ontbossing en versterkt de opwarming van de aarde. Ook gaan er oerbossen met hun grote biodiversiteit onherroepelijk verloren, omdat hele stukken ervan volledig kaal worden geslagen. Niet alleen worden bruikbare bomen gerooid en afgevoerd, ook worden de andere bomen in brand gestoken.

Daarom brengen allerlei organisaties goed hout op de markt. Dat hout wordt gewonnen door in een bos alleen bomen te kappen die echt bruikbaar zijn en de andere bomen te laten staan. Bomen die zijn gekapt, worden vervangen door nieuwe. Ook krijgen zaailingen (= uit zaad opgekweekte plantjes) de kans om de plaats van de gekapte bomen in te nemen.

Selectieve houtkap wordt vaak toegepast in productiebossen die ook bedoeld zijn als plekken van vermaak voor toeristen of als nieuw natuurgebied. Ook in Nederland kiezen bosbeheerders steeds vaker voor deze methode.

fscSteeds meer bouwbedrijven en particulieren maken gebruik van goed hout. Dat hout is te herkennen aan een keurmerk. Het bekendste keurmerk is FSC.

FSC is de afkorting van Forest Stewardship Council (Raad voor goed bosbeheer). Het is ook de naam van een organisatie die bossen op duurzame wijze beheert en hout uit die bossen verkoopt met het keurmerk FSC.

De organisatie is in 1993 opgericht in Toronto, een stad in Canada. Het heeft inmiddels in meerdere andere landen een afdeling, ook in Nederland.  Lees over die Nederlandse afdeling meer op https://nl.fsc.org/nl-nl.

Hoe gaat de Forest Stewardship Council te werk?

Dat zie je in de naam, als je weet wat ‘stewardship’ betekent, namelijk dat je voor iets of iemand zorgt, denk maar aan een steward in een vliegtuig. FSC-hout staat voor hout dat met zorg gekapt is. Dit betekent dat er bij het kappen van het hout ook rekening is gehouden met de mogelijk negatieve gevolgen ervan. De mensen en dieren die in en rondom de bossen leven mogen er geen schade van hebben ondervonden. Dat betekent dat bij het kappen van bomen het bos wordt gespaard en dat er geen grote stukken van worden kaalgeslagen.

De organisatie zorgt er ook voor dat mensen die de bomen kappen en vervoeren veilig kunnen werken en goed betaald worden.

Milieudefensie en andere organisaties proberen het Rijk zover te krijgen dat die FSC-hout inkoopt voor haar bouwprojecten. In 1995 heeft de rijksoverheid bepaald  dat hout dat in Nederland wordt gebruikt duurzaam moet zijn. Dat is volgens Milieudefensie niet altijd gebeurd, omdat vaak niet bekend is of het hout voor bouwprojecten als de aanleg van stuwen, woningen en spoorwegen goed of fout is. Voorbeelden van bouwprojecten van de overheid waarbij volgens Milieudefensie "fout hout" is gebruikt zijn: De Hoge Snelheids Lijn (HSL), vergaderzalen van het ministerie van Sociale Zaken en het kantoor van de Belastingdienst in Apeldoorn. Ook gemeenten gebruiken lang niet altijd goed hout voor hun bouwprojecten.

 



De Verenigde Naties houden zich bezig met het behoud van bossen en met herbebossing. Dat doen ze omdat:

  • bossen in snel tempo plaatsmaken voor akkers en weilanden, mijnen, fabrieken, spoorwegen en woonwijken;
  • bedrijven bossen kappen om hardhout te winnen;
  • mensen stukken bos afbranden om op die plekken gewassen te telen of om er aan mijnbouw te doen.

Enkele voorbeelden van hoe de Verenigde Naties actie ondernemen om hieraan iets te doen:

  • In 1992 hielden ze in Rio de Janeiro, een grote stad in Brazilië, de Conferentie voor Milieu en Ontwikkeling. Tijdens de conferentie tekenen de landen die hieraan deelnemen de Bossenverklaring. Hiermee beloven ze de ontbossing een halt toe te roepen.
  • Ook werd tijdens deze conferentie het Verdrag van de Biodiversiteit aangenomen. Landen die dit verdrag ondertekenden, beloofden hierbij ervoor te zorgen dat planten en dieren beschermd worden, vooral in gebieden waar veel soorten bij elkaar wonen, zoals in tropische bossen. Nederland heeft dit verdrag ook ondertekend.
  • Ten slotte besloot men 22 mei uit te roepen tot Dag van de Biodiversiteit. Vanaf 1993 is ieder jaar deze dag gehouden. Biodiversiteit betekent, zoals je in deze les gezien hebt: de rijkdom aan soorten planten en dieren in een bepaald gebied.

De UNEP, het milieuprogramma van de VN, houdt zich op allerlei manieren bezig met de bescherming van het milieu.

Op 24 september 2008 begon de VN met een programma dat Reduced Emissions from Deforestation and Forest Degradation Program (UN-REDD) heet.

un redd

Deze naam betekent: programma voor verminderde uitstoot als gevolg van ontbossing en aantasting van bossen. Het programma loopt nog steeds en gaat als volgt te werk:

rijke landen geven geld aan negen ontwikkelingslanden. Die landen geven het uit om hun bossen te beschermen en om nieuwe bossen aan te leggen. Daarmee helpen de rijke landen voorkomen dat er steeds meer CO2 in de dampkring komt,  waardoor het op aarde warmer wordt, met alle gevolgen van dien.

Naast de UNEP, doen ook de FAO (wereldvoedsel- en landbouworganisatie van de VN) en de UNDP (het ontwikkelingsprogramma van de VN) mee aan het UN-REDD.  

 



In deze les is een voorbeeld uitgewerkt van hoe het koopgedrag van burgers in Nederland en van de Nederlandse overheid van invloed zijn op plekken ver buiten Nederland en op de mensen die daar wonen. Het gaat in deze les om het hout dat we in Nederland gebruiken en de verwerving ervan in de landen waar het hout vandaan komt. Wat die invloed is, hangt af van hoe het hout is verkregen.

De bedoeling is dat de leerlingen een petitie opstellen, gericht aan een bedrijf of overheidsinstantie om die op te roepen alleen hout te gebruiken dat op duurzame wijze verkregen is. Dus niet ten koste van de natuur of met andere negatieve gevolgen.

Hoe leerlingen de petitie kunnen opstellen en hoe u de petities kunt beoordelen, kunt u zien op https://avaaz.org/nl/petition/start_a_petition/?source=gs8nl&gclid=EAIaIQobChMI9ffSpbj06QIVxuJ3Ch2jhAmlEAAYASAAEgITjvD_BwE.

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 1 uur uit.

Het eerste halfuur is voor het lezen van de bronnen, het tweede voor het opstellen van een petitie. De petitie wordt gericht aan de Rijksoverheid, het bestuur van de provincie waarin uw school staat, het bestuur van de gemeente waarin uw school staat, een bouwbedrijf of de Bouwmarkt.

Deel de klas in vijf groepen in. Van iedere groep verdelen de leerlingen de bronnen onder elkaar en lezen deze bronnen.

Daarna kiezen ze een overheidsinstantie of bedrijf uit om er een petitie of verzoekschrift voor te maken. In die petitie roepen ze de instantie of het bedrijf op om goed hout in te kopen en te gebruiken en fout hout te mijden.

Let erop dat alle vijf de mogelijkheden worden gekozen.

De leerlingen stellen hun petitie op. Als iedereen klaar is, beoordeelt u de petities en zet ze online.

Deze les past bij:

Kerndoel 30: De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun  omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.

Kerndoel 33: De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hen relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een  technisch product te ontwerpen en te maken.

Kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.

Kerndoel 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.

 


 

  • De leerlingen kunnen uitleggen wat erosie, biodiversiteit en ecosystemen zijn.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat goed of duurzaam hout is en wat fout hout is.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom bossen belangrijk zijn voor bodem, waterhuishouding, biodiversiteit en klimaat.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat kaalslag van bossen voor gevolgen heeft voor bodem, waterhuishouding, biodiversiteit en klimaat.
  • De leerlingen kunnen uitleggen hoe bij houtkap in bossen deze gevolgen kunnen worden vermeden.
  • De leerlingen kunnen manieren benoemen en kort omschrijven hoe de Verenigde Naties zich inzetten voor bossen.

 



De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun petitie:

  • kort en bondig is;
  • duidelijk maakt wat de oplossing is voor het probleem dat hierin wordt aangesneden;
  • duidelijk maakt waarom de oproep in de petitie dringend is;
  • de tekst van de petitie overzichtelijk is weergegeven en in het oog springt.

 

verwante lessen

Login Form