Kun je het antwoord op je hoofdvraag beschouwen als de titel van je onderzoek, dan vormen de deel- of subvragen de hoofdstukken van je werkstuk. Ook voor de deelvragen kun je uitgaan van het rijtje vraagwoorden dat we op de vorige pagina al gegeven hebben:
- Wat? - Wie? - Waar? - Waarom? - Welke? - Wanneer? - Hoe? - Hoelang? - Hoeveel?
We gaan niet alles voorkauwen, maar geven hieronder slechts enkele voorbeelden rond het vraagwoord 'wat'. De deelvragen rond andere vraagwoorden kun je zelf wel bedenken.
Wat? - Wat zijn de oorzaken van kindersterfte? - Wat zijn mogelijke oplossingen voor kindersterfte? - Wat is de relatie tussen diarree (een ziekte waar je op zich niet dood aan gaat) en kindersterfte? - Wat is de relatie tussen onderwijs en een betere gezondheid? - Wat is het belang van groeicontrole? - Wat is de relatie tussen flesvoeding en kindersterfte?
|