Een oorlogstribunaal is een speciale instantie die zich bezighoudt met rechtspraak. De belangrijkste taak is mensen te berechten die verdacht zijn van oorlogsmisdrijven. In de loop van de tijd zijn er verschillende oorlogstribunalen geweest. Andere bestaan ook nu nog. We zullen er drie bespreken.

Het Neurenbergtribunaal werd vanaf 1945 gehouden in Neurenberg, Duitsland. Voor het tribunaal stond een groot aantal mensen terecht van het naziregime van Adolf Hitler. Het ging om ‘gewone’ burgers, maar ook om kopstukken van het bewind. Ze werden verdacht van het plegen van ernstige oorlogsmisdaden, zoals het meedoen aan of organiseren van de moord op joden. De veroordelingen varieerden van vrijspraak tot de doodstraf. Onder andere Von Ribbentrop, Seyss-Inquart en Göring werden ter dood veroordeeld. Göring pleegde zelfmoord voordat zijn doodvonnis voltrokken zou worden.

Het Joegoslaviëtribunaal behandelt strafrechtzaken naar aanleiding van een aantal burgeroorlogen in het voormalige Joegoslavië in de periode van 1991 tot 1999. Hoewel het om burgeroorlogen ging, stonden deze internationaal sterk in de belangstelling. Ook de Verenigde Naties waren er uitgebreid mee bezig, en richtten in opdracht van de Veiligheidsraad in 1993 het Joegoslaviëtribunaal op.
Plaats van vestiging werd het Aegongebouw in Den Haag. De personen die voor het Joegoslaviëtribunaal moesten verschijnen, werden verdacht van ernstige schendingen van het internationale oorlogsrecht en van grove schendingen van de mensenrechten. Onder de verdachten waren burgers en soldaten van allerlei rang of stand. Maar ook voormalige regeringsleiders. Een van hen was de voormalige president van Servië, Slobodan Milošević. Tot een veroordeling kwam het niet. Milošević stierf in de gevangenis van Scheveningen, waarschijnlijk door zelfmoord.

Een ander tribunaal dat door de VN werd opgericht, is het Rwandatribunaal. Het was gevestigd in de stad Arusha in Tanzania. De gedaagden voor dit tribunaal werden verdacht van ernstige oorlogsmisdaden in Rwanda. In dat land woedde in 1994 een burgeroorlog tussen de Hutu’s en de Tutsi’s. In die burgeroorlog pleegden strijdgroepen van Hutu’s ernstige genocide op gematigde Hutu’s en grote aantallen Tutsi’s. Volgens sommige schattingen is wel 70% van de Tutsi’s vermoord, zo’n 1 miljoen mensen. De taak van het Rwandatribunaal was de genocideplegers op te sporen en te berechten. Uiteindelijk sprak het tribunaal uit dat er tussen 6 april en 17 juli 1994 in Rwanda een genocide heeft plaatsgevonden. Door deze uitspraak hoefde de aanklager bij het tribunaal niet bij elke afzonderlijke verdachte aan te tonen dat er sprake was geweest van genocide.

ook interessant