parlementHet Nederlandse parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. Beide Kamers controleren de regering en zijn (mede)wetgever. De Kamers hebben speciale rechten om die taken goed te kunnen uitvoeren.

Om zijn controlerende en wetgevende taak goed te kunnen uitoefenen, heeft het parlement bepaalde rechten:

  • Budgetrecht: De Eerste en Tweede Kamer hebben het recht om de inkomsten en uitgaven van het Rijk te beoordelen en daarna te verwerpen of goed te keuren.
  • Initiatiefrecht: Tweede Kamerleden mogen zelf wetsvoorstellen indienen. De Eerste Kamer heeft dit recht niet.
  • Recht van amendement: Tweede Kamerleden hebben het recht om wetsvoorstellen aan te passen. De Eerste Kamer heeft dit recht niet.
  • Onderzoek- en enquêterecht: Het parlement kan, buiten het kabinet om, een parlementair onderzoek instellen naar een bepaalde kwestie. De zwaarste onderzoeksvorm is de parlementaire enquête. De Tweede Kamer verhoort dan getuigen onder ede. Bekende enquêtes zijn de enquêtes naar de Aardgaswinning in Groningen en de Kinderopvangtoeslagen.
  • Vragenrecht: Alle Kamerleden mogen een minister of staatssecretaris ter verantwoording roepen en (mondeling of schriftelijk) vragen stellen. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens het wekelijkse vragenuurtje op dinsdagmiddag.
  • Recht om moties in te dienen: De Kamer mag een motie indienen. Dit betekent een uitspraak doen over een bepaald onderwerp. Het kabinet is niet verplicht een motie uit te voeren. Dit geldt niet voor een motie van wantrouwen. Hiermee zegt de Kamer het vertrouwen in een bewindspersoon (een minister of staatssecretaris) op. Die kan dan niets anders doen dan aftreden.

 

ook interessant