Een provincie is in Nederland een geografisch en bestuurlijk afgebakend gebied. Ons land heeft 12 provincies Dit zijn ze met hun hoofdstad: (Noord-)Brabant (Den Bosch), Drenthe (Assen), Flevoland (Lelystad), Friesland (Leeuwarden), Gelderland (Arnhem), Groningen (Groningen), Limburg (Maastricht), Noord-Holland (Haarlem), Overijssel (Zwolle), Utrecht (Utrecht), Zeeland (Middelburg), Zuid-Holland (Den Haag). Flevoland is de nieuwste provincie; die bestaat sinds 1986.
Het bestuur in een provincie bestaat uit de Provinciale Staten, de Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning. De bestuurszetel is het provinciehuis in de provinciehoofdstad.
Het parlement van een provincie noemen we de Provinciale Staten. De leden ervan worden elke
4 jaar door de inwoners van de provincie rechtstreeks gekozen. Het aantal leden verschilt per provincie, afhankelijk van het inwonertal. Provinciale Staten controleert het dagelijks bestuur. De Commissaris van de Koning zit de vergaderingen voor.
Het dagelijkse bestuur van de provincie berust bij de Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten kiest en installeert de gedeputeerden uit haar midden. Sinds 2003 kan een gedeputeerde niet gelijktijdig lid zijn van de Provinciale Staten. De vergaderingen van Gedeputeerde Staten staan onder voorzitterschap van de Commissaris van de Koning.
De Commissaris van de Koning wordt in principe voor 6 jaar door de Kroon (koning en kabinet) benoemd. Samen met Gedeputeerde Staten vormt hij het College van Gedeputeerde Staten.
De bestuurstaken van de provincie liggen vooral op het gebied van de indeling van de ruimte, oftewel ruimtelijke ordening. Het gaat bijvoorbeeld om de vestiging van bedrijven en het beheer van het provinciale wegennet.
De provincie Limburg is enigszins een buitenbeentje. Officieus heet de commissaris van de Koning daar Gouverneur. Het provinciehuis heet het Gouvernement. Deze namen stammen uit de tijd dat Limburg een hertogdom was. Dat was tussen 1839 en 1866.