interbellumEen interbellum is een periode tussen twee oorlogen. Het begrip is samengesteld uit de Latijnse woorden ‘inter’ (tussen) en ‘bellum’ (oorlog). Meestal duiden we met het ‘interbellum’ de periode aan tussen de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog, van 1918 tot en met 1939.

De grote verliezer van de Eerste Wereldoorlog, Duitsland, kreeg heel wat te verduren. In het Verdrag van Versailles stond bijvoorbeeld, dat het land maar een heel klein leger mocht hebben. Bovendien moest het land gigantische herstelbetalingen aan de Geallieerden doen. En dan moest het ook nog aan allerlei landen grondgebied afgeven. Op politiek gebied werd er een heuse democratie gevestigd, de Weimarrepubliek. Vooral in de jaren 1920 speelde Duitsland de hoofdrol in wetenschap en techniek. De beste wetenschappers woonden en werkten er. Albert Einstein was een van de velen. Maar vanaf eind 1929 waaide een diepe economische crisis over uit de Verenigde Staten. Een hoge werkloosheid en een torenhoge inflatie hadden een grote ontevredenheid bij de bevolking tot gevolg. Dat heeft er uiteindelijk flink aan bijgedragen dat Adolf Hitler zijn Derde Rijk kon stichten.

In de Verenigde Staten gebeurde er ook heel wat in het interbellum. Zo kende het land een grote toename van de welvaart in de ‘Roaring Twenties’. Dat zag je bijvoorbeeld aan de grote aantallen T-Fordjes die rondreden. Maar er was ook een periode van een totaal alcoholverbod, de drooglegging. De koersen van de aandelen op de beurs van Wall Street bereikten in die jaren ongekende hoogten. Zelfs minder rijke Amerikanen met wat spaargeld kochten massaal aandelen. Maar in oktober 1929 stortten de aandelenkoersen plotseling als een kaartenhuis in. Miljoenen Amerikanen zagen hun spaargeld van de ene op de andere dag verdampen. Deze beurskrach was de directe oorzaak van de diepe economische crisis in de rest van de wereld, met name ook in Europa. Ook Nederland werd hard door de crisis geraakt. Een enorme werkloosheid was het gevolg.

Tijdens het interbellum kwam er in meer Europese landen een dictator aan de macht. In 1917 was dat Vladimir Lenin in Rusland, die halverwege de jaren ’20 werd opgevolgd door de nog veel meedogenlozere dictator Jozef Stalin. In 1922 was het Benito Mussolini in Italië. In 1933 was het Adolf Hitler in Duitsland, en tenslotte kwam in 1939 Francisco Franco in Spanje aan de macht.

Vooral in de beginjaren van het interbellum was er een streven naar wereldvrede. Daar werd zelfs een speciale organisatie voor opgericht, de Volkenbond. Het was de voorloper van de Verenigde Naties. Maar de Volkenbond bleek geen succes. Ze kon dan ook niet voorkomen dat in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak.

ook interessant