Energietransitie is de overgang van de manier waarop energie opgewekt en gebruikt wordt, naar een andere manier. In plaats van steenkool, aardgas en aardolie worden steeds vaker duurzaam opgewekte energiebronnen gebruikt, zoals bijvoorbeeld voor het opwekken van stroom. Waterstof komt ook steeds meer in de belangstelling als energiebron. De Nederlandse rijksoverheid bevordert die overgang naar een ander energiesysteem. Dat is te merken aan de manier waarop subsidies worden verdeeld. Er kan bijvoorbeeld veel meer geld gaan naar bedrijven die willen overstappen naar duurzame energievormen. Bedrijven die in de aardolie-industrie werken, zullen steeds minder overheidsgeld krijgen.
Behalve bedrijven kunnen ook personen subsidie van de overheid krijgen om voor energiebesparing te zorgen. Bijvoorbeeld subsidie om de woning te isoleren en die op die manier energiezuiniger, duurzamer te maken. Ook het plaatsen van zonnepanelen, een aansluiting op stadsverwarming nemen en warmtepompen installeren worden door de overheid gestimuleerd met subsidies. Verder bevordert de overheid de aanschaf van elektrische auto’s in plaats van auto’s op benzine, diesel of lpg. Wel is de manier van geld verdelen afhankelijk van de politieke kleur van het kabinet en het parlement. Grofweg geven linkse politieke partijen meer uit aan de energietransitie dan rechtse.
Maar de energietransitie verloopt zeker niet zonder problemen. Omdat steeds meer mensen en bedrijven elektriciteit in plaats van aardgas gaan gebruiken, raakt het stroomnet vol. Het kan zelfs worden overbelast, met stroomuitval tot gevolg. Daarbij is het ook al voorgekomen dat nieuwe bedrijven die veel elektriciteit nodig hebben geen aansluiting op het stroomnet kunnen krijgen.
Een ander probleem zien we bij elektrische auto’s. Voor hun stroom hebben die een grote accu nodig. Maar verschillende grondstoffen voor die accu worden steeds zeldzamer. Tenminste, op het land. In de oceanen komen ze in enorme hoeveelheden in de diepzeebodem voor. Er gaan steeds meer stemmen op om diepzeemijnbouw te bedrijven voor het winnen van die accugrondstoffen. Lithium is er daar een van.
Het bouwen van windmolenparken voor het opwekken van stroom gaat ook al niet zonder slag of stoot. Mensen die in de buurt wonen van een plaats waar windmolens zouden moeten komen, zijn vaak tegen de komst ervan. Ze zijn vooral bang voor gezondheidsproblemen door het geluid dat windmolens maken. Ook zijn ze bang dat hun mooie uitzicht wordt bedorven door de windmolens.