Klimaatbeleid is de manier waarop de politiek omgaat met de onderwerpen klimaat en klimaatverandering. Op alle niveaus van de politiek houdt men zich bezig met klimaatbeleid. We zien het op gemeentelijk, provinciaal, en landelijk niveau en ook bij internationale organisaties, zoals de Europese Unie en de Verenigde Naties.
Om zo goed mogelijk klimaatbeleid te voeren moeten er doelen worden gesteld. In Nederland is een belangrijk klimaatdoel dat in 2030 55 % minder broeikasgassen uitgestoten mogen worden dan in 1990 gebeurde. In 2050 moet Nederland zelfs klimaatneutraal zijn. Het betekent dus dat de hoeveelheid broeikasgassen, die door menselijk handelen in de aardatmosfeer terechtkomt, niet meer mag toenemen.
Internationaal klimaatbeleid wordt vooral gevoerd op basis van het Klimaatakkoord van Parijs. Dit werd op 12 december 2015 in de Franse hoofdstad gepresenteerd. In het verdrag staat onder meer dat de atmosfeer van de aarde niet meer dan 2 graden warmer mag zijn dan in de tijd vóór de Industriële Revolutie. Het streven is om die opwarming tot 1,5 graad beperkt te houden. Op grond van nieuwe wetenschappelijke inzichten en (juridische) zwakheden, heeft het Klimaatakkoord van Parijs in de jaren die volgen allerlei vervolgakkoorden gekregen. Dit updaten gebeurt elk jaar tijdens een wereld-klimaattop.
Er zijn meer doelen die de politiek met klimaatbeleid wil bereiken. Zo moet het gebruik van fossiele brandstoffen uiteindelijk helemaal zijn teruggebracht naar nul. In plaats daarvan moeten huishoudens, het verkeer, de industrie en de landbouw alleen nog maar duurzame energie gebruiken. Denk daarbij aan duurzaam opgewekte stroom en waterstof. Over de vraag welke rol kernenergie bij dit alles moet spelen wordt volop gediscussieerd. Vooral het probleem van het radioactieve afval van kerncentrales speelt daarbij.
De wijze waarop landen klimaatbeleid voeren hangt erg af van de politieke kleur van de machthebbers. Grofweg kun je zeggen dat vooruitstrevende politici meer over hebben voor klimaatbeleid dan behoudende. Dit zagen we in landen als de Verenigde Staten en Brazilië. In de VS trok president Trump zijn land, al snel na zijn aantreden in 2017, terug uit het Klimaatakkoord van Parijs. Onder zijn opvolger Biden trad de VS al vlak na de volgende machtswisseling weer toe. In Brazilië stelde president Bolsonaro allerlei beschermende wetten voor de regenwouden in het Amazonegebied buiten werking. Zijn opvolger Lula draaide dit al snel na zijn aantreden in 2023 weer terug.