Klimaatverandering is een langzame verandering van het klimaat. Daarbij kan het klimaat warmer of kouder worden. Op aarde is het klimaat zo ver we in de tijd kunnen terugkijken altijd aan het veranderen geweest. Die veranderingen waren gemeten over lange periodes soms heel sterk. Er waren tijden dat het hele aardoppervlak bedekt was met ijs. Maar in andere periodes was het grootste deel van de aarde tropisch. Ook in het gebied waar nu Nederland ligt waren er ijskoude periodes, maar ook periodes met tropische temperaturen.
Klimaatveranderingen hebben een grote invloed op al het leven op aarde. Dat komt onder andere doordat als gevolg van een klimaatverandering het landschap verandert. Waar bijvoorbeeld eerst grasrijke steppen waren, kon door klimaatverandering een woestijnlandschap ontstaan. Dieren die zich voedden met gras en andere planten konden niet overleven in een droge woestijn waar nauwelijks begroeiing is. Als dier- en plantensoorten verdwijnen uit een gebied, kunnen daar weer andere soorten voor in de plaats komen.
Vanaf de Industriële Revolutie in de tweede helft van de 18e eeuw is de invloed van menselijk handelen op het klimaat steeds groter geworden. Vanaf toen gebruikten de mens mechanisch aangedreven machines, die werkten op stoom. Om die stoom op te wekken werd steenkool gebruikt. Het verbranden van die steenkool bracht het gas CO2 in de lucht. Dit gas warmt de atmosfeer op doordat het de warmte van de zon vasthoudt. Later kwamen er machines en installaties die werkten op andere fossiele brandstoffen. Denk aan aardolieproducten en aardgas. In de loop van de tijd nam het verbruik van die fossiele brandstoffen steeds verder toe. Niet in de laatste plaats door het verkeer. Daardoor zijn er nog meer CO2 en methaan in de atmosfeer terechtgekomen. Door deze broeikasgassen warmt het klimaat op aarde nu steeds verder op en maken we ons steeds meer zorgen over de gevolgen van de huidige klimaatverandering. Bovendien wordt ook duidelijker dat die wereldwijde opwarming sneller gaat dan veel wetenschappers tot nu toe dachten.