‘Duurzaam’ en ‘duurzaamheid’ zijn woorden dat vandaag de dag veel gebruikt wordt, als we het over het klimaat, het milieu of de Duurzame Ontwikkelingsdoelen hebben. Maar deze woorden hebben daarnaast nog meer betekenissen die niet met het klimaat, het milieu of ontwikkelingsdoelen te maken hebben. Bij al die betekenissen speelt tijd in meer of mindere mate een rol.
Als we zeggen dat een product duurzaam is, dan gaat het lang mee. Een product, dat niet duurzaam is, slijt snel en wordt meestal weggegooid. Als schoenen na amper een maand dagelijks dragen al zijn versleten, zijn ze niet duurzaam. Schoenen, die pas na een (paar) jaar dagelijks gebruik zijn versleten, zijn duurzaam.
Het woord duurzaam wordt regelmatig gebruikt als het over bankieren en beleggen gaat. Bij duurzaam bankieren en beleggen wordt er bewust geld in bepaalde zaken gestoken en in andere beslist niet. Zo gaat er bijvoorbeeld wel geld naar mensen, organisaties en bedrijven die zich inzetten voor milieu en klimaat of voor vrede. Er gaat – in het ideale geval – geen geld naar bijvoorbeeld oliebedrijven of de wapenindustrie.
Bij duurzaam bouwen wordt erop gelet dat een gebouw zo weinig mogelijk het milieu en het klimaat schaadt. Dit geldt voor het ontwerp, de bouw, het gebruik en de sloop ervan.
Duurzame energie is energie die altijd opgewekt kan blijven worden. Dit geldt voor energie die door middel van waterkracht, windkracht of zonlicht wordt opgewekt. Deze manieren van opwekken verbruiken geen grondstoffen die uiteindelijk opraken. Aardolie, aardgas en steenkool raken ooit op. Dit geldt zelfs voor uranium, de grondstof voor het opwekken van stroom door kerncentrales.
Bij duurzame landbouw proberen de boeren zoveel mogelijk rekening te houden met het milieu en het welzijn van hun vee. Ze gebruiken bijvoorbeeld geen kunstmest en geen chemische stoffen om hun gewassen te beschermen. Het vee zit niet in krappe stallen en krijgt voedsel dat natuurlijk is.
Duurzaam toerisme is een manier van vakantie vieren die geen schade veroorzaakt aan de plek die wordt bezocht. Zo mag bijvoorbeeld de plaatselijke bevolking niet lijden onder de grote stroom toeristen. Mooie natuurgebieden mogen niet bezaaid liggen met afval dat de toeristen er hebben achtergelaten. Toerisme is ook duurzaam als bedrijven in de bezochte plaatsen ervan profiteren.