Verkiezingen zijn een mogelijkheid om kandidaten te kiezen die in aanmerking komen voor een bepaalde status of functie. Bij een talentenjacht of een missverkiezing bijvoorbeeld kunnen toeschouwers of kijkers op tv de winnaar ervan kiezen uit een aantal kandidaten. Verkiezingen worden ook georganiseerd om leden van een parlement te kiezen uit een lijst van kandidaten, en in sommige landen een staatshoofd uit een lijst van kandidaten zoals in Frankrijk. Dan is er sprake van politieke verkiezingen.
In een dictatuur wordt de uitslag van politieke verkiezingen vaak beïnvloed door fraude of verlopen die op een andere manier niet eerlijk. In een goed functionerende democratie kan iedere kiezer vrij en geheim (= zonder dat iemand te weten komt op wie hij heeft gestemd) een kandidaat voor het parlement kiezen of op iemand die staatshoofd wil worden.
In ons land worden er meestal elke vier jaar verkiezingen gehouden voor de leden van gemeenteraden, waterschappen, Provinciale Staten en de Tweede Kamer. De verkiezingen voor de leden van het Europese Parlement van de EU worden om de 5 jaar gehouden. De verantwoordelijkheid voor het organiseren van al die velkiezingen ligt bij de Kiesraad. De periode tussen twee opeenvolgende stembusgangen voor de Tweede Kamer kan ook korter zijn dan vier jaar. Dat gebeurt als er tijdens zo’n periode een kabinetscrisis is, d.w.z. als het kabinet ontslag neemt voordat de periode helemaal verstreken is.
In Nederland en veel andere democratieën heeft elke burger vanaf een bepaalde leeftijd actief en passief kiesrecht.
- Actief kiesrecht betekent dat iemand zijn stem mag uitbrengen, mag kiezen. Tot 1970 bestond in Nederland opkomstplicht; je moest naar het stembureau.
- Passief kiesrecht heb je als je in een parlement gekozen mag worden.
De minimumleeftijd voor beide soorten kiesrecht is in Nederland 18 jaar. Wel wordt er discussie gevoerd over het verlagen van de minimumleeftijd voor het actief kiesrecht naar 16 jaar.
De manier waarop politieke verkiezingen worden georganiseerd is in elk land verschillend. Grofweg zijn er twee manieren: met een districtenstelsel en in een systeem van evenredige vertegenwoordiging.
- Bij een districtenstelsel wordt het land in kiesdistricten verdeeld. Elk kiesdistrict heeft zijn eigen kandidaten. Alleen kiezers die in dat district als kiesgerechtigd staan geregistreerd, kunnen op die kandidaten stemmen. Dit systeem wordt bijvoorbeeld gebruikt in Frankrijk en Groot-Brittannië.
- Bij het systeem van evenredige vertegenwoordiging wordt in het hele land dezelfde kandidatenlijst gebruikt. Iedereen die mag stemmen, kan uit alle kandidaten op die lijst er één kiezen.
Dit systeem geldt in ons land alleen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Tijdens Provinciale Staten- en gemeenteraadverkiezingen stem je alleen op een van de kandidaten voor het parlement van de provincie of gemeente waar je ingeschreven staat als kiesgerechtigde.
Alle mensen met actief kiesrecht krijgen een paar weken voor de verkiezingsdag een Stempas. Je bent niet verplicht om te stemmen in het stembureau dat op de Stempas staat. Als je je stem niet zelf kunt uitbrengen, kun je dat iemand anders voor jou laten doen; je machtigt die persoon om in jouw plaats te stemmen. Natuurlijk meet de gemachtigde wel zelf actief kiesrecht hebben. Ook kun je je stem per post uitbrengen. Dat is handig voor Nederlanders die in het buitenland wonen.