Tijdens de Duitse bezetting van Nederland (1940-1945) en ook in de maanden erna werden er kinderen tijdelijk in gastgezinnen ondergebracht. Tijdens de bezetting was de reden hiervoor vaak omdat ze Joods waren en daardoor gevaar liepen om door de bezetter opgepakt en weggevoerd te worden. Voor andere kinderen was er een andere reden om ze naar een gastgezin te sturen. Over deze kinderen gaat deze les, en in het bijzonder over kinderen uit Schiedam. Die werden ook wel ‘bleekneusjes’ genoemd.
In deze les komen twintig voormalige ‘bleekneusjes’ aan het woord om te vertellen over hun verblijf in een gastgezin. In bron 1-10 komen mensen aan het woord die als kind tijdens de bezetting in een gastgezin hebben gewond. In bron 11-20 komen mensen aan het woord die kort na de bezetting in een gastgezin hebben gewoond.