Vijand achter de voordeur - bron: ada utermöhlen

 

Ada Utermöhlen (geboren in 1919) woonde in Apeldoorn en werkte in een apotheek aldaar toen de oorlog uitbrak. Daarna vertrok ze naar Amsterdam om daar in een apotheek te werken. In november 1944 werd haar ouderlijk huis  beschoten waarbij haar ouders gewond raakten. Toen keerde Ada terug naar haar ouderlijk huis om voor haar ouders te zorgen.

Kort daarna kreeg de familie Utermöhlen een Duitse officier ingekwartierd. Voor hem werd een van de kamers in huis gevorderd. Hij bleef er wonen tot in het voorjaar van 1945. Hij vond dat de moeder van Ada de kamer schoon moest houden, maar dat wilde ze niet en Ada wilde dat ook niet doen. Toen zorgde de officier ervoor dat een hulpje regelmatig de kamer kwam schoonmaken. Daarna eiste hij van Ada dat die zijn haren waste, maar dat weigerde Ada te doen. Verder bemoeide hij zich weinig met de familie en at hij altijd buitenshuis. Voor Ada was de inkwartiering van de officier bedreigend want zij en haar ouders konden er niets aan veranderen. Bovendien had ze het gevoel dat ze moest proberen niets verkeerds te zeggen of te doen omdat er een Duitser in huis woonde en omdat er overal in Apeldoorn Duitsers waren.

Op een dag belden er vier andere Duitsers aan. Die gingen zonder meer naar binnen en naar een van de kamers om een bespreking te houden. Toen ze hiermee klaar waren, gingen ze weg.

 

verwante lessen

Login Form