9 November 1939. De Tweede Wereldoorlog was al twee maanden aan de gang, maar Nederland deed er niet aan mee. Want Nederland was neutraal. In een café in Venlo, een plaats vlakbij de Duitse grens hadden twee Britse geheime agenten, Richard Stevens en Sigismund Payne Best een ontmoeting met enkele Duitsers.
De geheime agenten dachten dat de Duitsers lid waren van de Duitse ondergrondse die verzet pleegde tegen het bewind van Hitler, de leider van Duitsland. In werkelijkheid waren het leden van een Sonderkommando van de SS. Die ontvoerden de Britse geheime agenten en brachten hen de grens over en naar de Duitse stad Düsseldorf. Ook de Nederlandse luitenant Klop, die aan de ontmoeting meedeed, werd door de leden van de SS-Sonderkommando meegevoerd. Hij raakte gewond bij de schietpartij waar de ontvoering mee gepaard ging en overleed daarna. Deze ontvoering staat nu bekend als het Venlo-incident.
Een nagespeelde reconstructie van 1948
Omdat er bij dit incident ook een Nederlander betrokken was, luitenant Klop namelijk, greep Hitler het incident aan om te beweren dat Nederland zijn neutraliteit geschonden had, Nederland de oorlog te verklaren en Duitse troepen Nederland in te sturen om Nederland te bezetten. In zijn oorlogsverklaring aan Nederland noemde Hitler het voorval in Venlo.
Over het Venlo-incident heeft de Stichting Omroep Venlo in 2009 een documentaire gemaakt. Hierin wordt uiteengezet wat de Britse geheime agenten precies te zoeken hadden in Venlo, waarom de ontmoeting voor hen heel anders liep dan ze zich hadden voorgesteld en wat voor verstrekkend gevolg het incident had voor Nederland.