Evacués in de Tweede Wereldoorlog


Tijdens de Duitse bezetting van Nederland, tussen 10 mei 1940 en 5 mei 1945, moesten vele tienduizenden mensen in Nederland huis en haard verlaten en gedurende korte of langere tijd elders worden ondergebracht. Soms vonden ze na terugkomst hun woning en andere bezittingen min of meer in de oorspronkelijke staat terug en konden ze hun leven van voor hun evacuatie hervatten. Voor anderen bleek dat ze alles kwijt geraakt waren of konden of wilden helemaal niet meer naar hun oorspronkelijke woonplek terug.

vluchtendemensen

Deze evacuaties vonden plaats aan het begin van de bezettingstijd, tijdens de aanleg van de Atlantikwall door de Duitsers en als nasleep van operatie Market Garden in september 1944 toen de Geallieerden vergeefs probeerden Arnhem op het Duitse leger te veroveren.



opdrachtEerst onderzoek je wat een evacuatie is en waarom evacués geen vluchtelingen zijn, ook al zijn vluchtelingen eveneens mensen die onvrijwillig hun woonplek hebben verlaten.

Daarna onderzoeken jullie de drie periodes tijdens de bezettingstijd waarin evacuaties hebben plaatsgehad in Nederland. Jullie gaan na:

  • waarom er mensen werden geëvacueerd;
  • welke steden of gebieden werden ontruimd;
  • waar de evacués werden ondergebracht;
  • hoe de evacuaties werden aangekondigd en georganiseerd;
  • of de evacuaties ordelijk verliepen of juist niet;
  • of de evacués na verloop van tijd hun leven op hun oorspronkelijke woonplek konden oppakken, en zo nee, waarom niet.

In enkele bronnen in de les wordt gesproken van schadevergoedingen voor mensen die geëvacueerd zijn geweest. Als je dat tegenkomt, vermeld het dan in je onderzoeksverslag.

 


 
werkinuitvoeringVoor deze opdracht krijg je 2 lesuren de tijd. 

De opdracht bestaat uit studie van bronnen over wat evacuaties zijn. Je doet dat samen met een klasgenoot en je krijgt er 30 minuten voor. De bronnen die je hiervoor nodig hebt zijn ’Bron: evacueren of vluchten’, ‘Bron: De vlucht uit Breda’ en interviews.

Verdeel die bronnen wel onder elkaar om tijd te besparen.

Het tweede deel van de opdracht doe je samen met enkele klasgenoten. Voor dit deel krijg je de rest van de tijd.

Werk in drie groepen.

Iedere groep kiest een van de drie periodes tijdens de Duitse bezetting van Nederland waarin evacuaties plaatsvonden. Over elke periode is een bron met links naar extra informatie opgenomen.

Aan de hand van de vragen in ‘Opdracht’ ga je na hoe de evacuaties in je gekozen periode verliepen en wat er verder met de evacués gebeurde.

Je maakt een verslag van dit onderzoek en de resultaten ervan. Ook teken je op een blanco landkaart van Nederland  de routes in die de evacués volgden vanaf hun woonplek naar de plekken waar ze werden ondergebracht.

 


 
Het verschil tussen evacueren en vluchten is soms vaag. Het woordenboek geeft de volgende definities:

Van Dale:

  • Evacueren: ontruimen, verlaten wegens gevaar.
  • Vluchten: zich verwijderen uit angst voor iets.

Encyclo:

  • Evacuatie: weghalen van de burgerbevolking i.v.m. een bepaalde dreiging
  • Vlucht: weggaan omdat je ergens bang voor bent

evacuatieofvluchten

Het lijkt er op dat er bij evacueren sprake is van een van boven opgelegd vertrek, meer georganiseerd. Terwijl vluchten vanuit individuen zelf komt. Tussen evacueren en vluchten zijn vele mengvormen en gradaties te onderscheiden:

  1. Georganiseerde evacuatie waarbij vervoer en bestemming geregeld zijn en eventueel ook het voedsel voor onderweg.
  2. Evacuatie waarbij tijdstip en doel bekend zijn maar de mensen dit op eigen gelegenheid moeten bereiken.
  3. Evacuatie waarbij sprake is van een evacuatiebevel waarbij het uiterlijke vertrek vermeld is, maar de mensen verder zelf moeten uitzoeken waar ze terecht kunnen.
  4. Vluchten voor (plotseling) gevaar met alle bewoners van een gebied.
  5. Vluchten als gezin of individu.

 


 
Jos Kronenberg moest vluchten uit Venray, op aandrang van het Britse Gezag in 1944-1945. Hij vertelt daarover:

 


 
Het was mei 1940. Breda dreigde tussen de vuurlinies bekneld te raken. Daarom moesten vijftigduizend mensen in Breda hun huizen verlaten. Over wat er toen gebeurde in en rond Breda maakte de VPRO een aflevering van Andere Tijden

Hieronder vind je een samenvatting.

"De 50.000 inwoners van Breda kregen op Eerste Pinksterdag 12 mei 1940 het bevel de stad te verlaten. Breda dreigde namelijk tussen de frontlinies terecht te komen van de Duitsers en de oprukkende Fransen. De Bredanaars spreken zelf van ‘De Vlucht’.

De inwoners van Breda kwamen op verschillende plekken terecht, sommigen zelfs helemaal tot in de Pyreneeën en Noord-Spanje! Achteraf gezien was de evacuatie niet nodig geweest: in Breda is niet gevochten.

monumentZondagochtend 12 mei werd de bevolking in twee richtingen geëvacueerd. Eén groep, zo’n 25.000 mensen, vertrok te voet richting de nabijgelegen dorpen Zundert en Achtmaal. Deze groep had het tijdens de vlucht zwaar aangezien zij precies terecht kwamen op de route waarover de Fransen oprukten. Overvliegende Stuka’s werden door de Fransen beschoten, waarop de Duitse vliegtuigen de vluchtelingen onder vuur namen. Regelmatig moesten de vluchtelingen in greppels en sloten duiken. Er vielen 40 doden onder deze groep. Wél had deze groep het geluk na drie dagen naar huis te kunnen toen Breda was gevallen. De Duitsers wilden geen chaos en hielpen zelfs mee met het terughalen van de bevolking.

De andere groep van 25.000 Bredanaars had het slechter. Deze groep moest via Hoogstraten naar Antwerpen lopen. Daar had de vooruit gereisde burgemeester Van Slobbe afspraken gemaakt met de burgemeester van Antwerpen over de opvang. Maar omdat het front steeds verder opschoof naar het zuiden werden grote delen van de groep steeds verder België en zelfs Frankrijk ingedreven. Sommige vluchtelingen waren echt maanden onderweg.

De noodzaak van de evacuatie van Breda is altijd een omstreden kwestie gebleven. Eén dag na de evacuatie was Breda al in handen gevallen van de Duitsers. Oorlogshandelingen zijn er nauwelijks gepleegd. Ook de vraag wie nu precies de evacuatie heeft bevolen is tot op de dag van vandaag niet helemaal duidelijk. Was het een eenmansdaad van burgemeester Van Slobbe, toch een man met een militaire achtergrond. Werd zijn evacuatieplan uitgevoerd omdat het er nu eenmaal was? Of was het bevolen door de Fransen? Was het bittere noodzaak, was er een reële dreiging dat er door de Fransen en Duitsers om Breda gevochten zou worden? Hoe het ook zij, De Vlucht was voor zo’n vijftigduizend Bredanaars een emotionele ervaring. Alles bij elkaar zijn er 104 Bredanaars omgekomen tijdens De Vlucht. Toch is het tot op heden een vrij onbekend gebleven onderdeel binnen de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog."

Klik hier voor de hele aflevering van Andere Tijden: De Vlucht uit Breda met persoonlijke verhalen van evacués.


 
De Wageningse bevolking werd op 10 mei 1940 met kolenschepen geëvacueerd. Mevrouw Ormel, geïnterviewd in 1985, vertelt wat zij meemaakte.

 


 
Hoewel Nederland neutraal hoopte te blijven tijdens de Tweede Wereldoorlog, hield men er rekening mee dat dat niet zou lukken. Daarom werden verschillende verdedigingslinies georganiseerd, waarvan de Grebbelinie de bekendste is.

grebbelinieGrebbelinie met loopgraven bij Scherpenzeel

Wat verder naar het westen liep de Hollandse Waterlinie. Van oudsher ontstond een deel van zo’n verdedigingslinie door het onder water zetten van het land met een laagje van zo’n 30 cm. Zo'n laagje is te diep om obstakels en wegen te zien en te ondiep om er te varen. Daarnaast werden alle gebouwen in het schootsveld van de forten platgebrand.
Hiervoor moest de burgerbevolking van het gebied geëvacueerd worden. Het gebied liep van het IJsselmeer tot aan de Maas. Er lagen uitgebreide evacuatieplannen klaar. Daar stond precies in wie, met welk vervoermiddel, waar naartoe moest. In de praktijk van de oorlog liep het allemaal echter wat anders dan gepland was.

Lees meer:
Evacuatie van de burgerbevolking uit de gebieden achter de Grebbelinie: Veenendaal: Begin oorlog en evacuatie.
Evacuaties Wageningen en omgeving op Evacuatie 1940: Wageningen 1940-1945 
Evacuatie van Amersfoort : Amersfoort mei 1940: evacuatie van bijna 44.000 inwoners

 


 
Toen de Duitsers Nederland eenmaal bezet hadden en bleek dat Engeland niet op de korte termijn zou vallen, begonnen ze met het aanleggen van de Atlantikwall. Dit was een verdedigingslinie langs de kust bestaande uit bunkers, geschut, enzovoort. De nadruk van de verdediging van de kust kwam te liggen bij de toegangen tot de havens van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen. Daarom werden aan de kust bij IJmuiden, bij Hoek van Holland en Vlissingen de grootste verdedigingsbolwerken gebouwd. Ook hier moest de burgerbevolking geëvacueerd worden.

evacuatieperfietsEvacuatie per fiets op de Stadhouderslaan in Den Haag

De Duitsers pakten dit echter anders aan dan de Nederlanders. Ze maakten onderscheid tussen twee verschillende bevolkingsgroepen:  evacués die economisch in min of meerdere mate onmisbaar zijn (denk aan gemeenteambtenaren, politieagenten, bouwmedewerkers en medewerkers van nutsbedrijven) en mensen die dat niet zijn, zoals werklozen, gepensioneerden en weduwen met kinderen.

Zo’n zeventig procent van de evacuees vindt een tijdelijk adres bij vrienden of familie of krijgt - omdat zij economisch van belang zijn - een huis in de omgeving toegewezen. De andere dertig procent lukt het niet. Zij worden voor een groot deel geëvacueerd naar het noorden en oosten van het land. 

Lees meer: Longread over dit onderwerp: Hoe de Atlantikwall honderdduizenden Nederlanders heeft verdreven.

 



Tussen 6 juni en begin september 1944 rukten de Geallieerden vanuit Normandië op naar België en het zuiden van Nederland. Toen zette ze een nieuwe aanval op om vanuit Nederland Duitsland binnen te vallen, Operatie Market Garden. De bedoeling was om Arnhem in te nemen en van daaruit de aanval op Duitsland zelf in te zetten. Die opzet mislukte en Arnhem en omgeving bleven in Duitse handen. Wel ontstond er een nieuwe frontlijn tussen de Duitse en de Geallieerde troepen. Die liep van Walcheren dwars door het rivierenland. Het land van Altena en de Bommelerwaard waren in Duitse handen, het land van Maas en Waal en een groot deel van het Rijk van Nijmegen in Geallieerde handen, evenals het zuidelijk deel van de Overbetuwe. Ook in Limburg langs de Maas liep de nieuwe frontlinie door. Een gedeelte van het gebied was onder water gezet. Dit betrof Walcheren en het noordelijk deel van de Overbetuwe. De burgerbevolking in die gebieden werd aan beide kanten geëvacueerd door zowel de Duitsers als de Geallieerden.

evacuatiearnhemEvacuatie in Arnhem

Na Operatie Market Garden richtten de Duitsers nieuwe verdedigingslinies in. Hiervoor zetten ze enkele gebieden onder water en legden ze tankwallen aan. De Wieringermeer, het gebied tussen Groningen en Delfzijl en dat tussen Zwolle en Meppel werden hiervoor onder water gezet. Hier moesten de inwoners dus ook evacueren. Niet alleen de Nederlanders werden toen geëvacueerd. Ook over de grens in Duitsland werd de bevolking uit het noordelijke gedeelte van het gebied tussen Rijn en Maas dwingend verzocht te vertrekken. 

Lees meer:
Evacuatie van Arnhem op Wikipedia
Evacuatie van Groesbeek op Mijn Gelderland
Evacuatie van Tiel op Liberation Route

 


 
De les 'Evacués in de Tweede Wereldoorlog' komt voort uit diverse bronnen, waaronder interviews van Getuigen Verhalen, onderdeel van het Erfgoed Van de Oorlog, geïnitieerd door het Ministerie van VWS.  Afbeeldingen komen eveneens van diverse bronnen, waaronder de Beeldbank WO2 van het NIOD.

 


 
Aan het begin en vlak voor het einde van de Duitse bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden in Nederland evacuaties plaats. Daarbij moesten tienduizenden mensen hun woonplaats verlaten en elders worden ondergebracht. Ook in de periode hiertussen n vonden van dergelijke evacuaties plaats.

In deze les onderzoeken leerlingen waarom al die evacuaties plaatsvonden, waar de évacués naartoe moesten en of ze na verloop van tijd naar hun oorspronkelijke woonplek konden terugkeren.

Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 2 lesuren uit.

De opdracht in de les bestaat uit twee delen.

Deel I: ½ uur
Het eerste deel is bronnenstudie. Dat doen leerlingen in tweetallen. Ze gaan na wat het verschil is tussen evacuaties en vluchtelingenstromen. Hiertoe raadplegen ze twee fragmenten van interviews van mensen die tijdens de bezettingsjaren geëvacueerd werden en de tekstbronnen ’Bron: evacueren of vluchten’ en ‘Bron: De vlucht uit Breda’

Deel II: resterende tijd
Eerst deelt u de klas in drie groepen in. Elke groep kiest een periode tijdens de bezettingsjaren waarin evacuaties hebben plaatsgehad. Over elke periode is een bron met informatie in de les opgenomen. Alle drie de periodes moeten wel aan bod koen.

Geef elke groep een blanco landkaart van Nederland* en materiaal om markeringen op die kaart aan te brengen. Met hun gekozen periode gaan de leerlingen aan de slag aan de hand van de vragen in ‘Opdracht’. Tijdens hun onderzoek geven de leerlingen op de landkaart aan waar de évacués oorspronkelijk woonden, waar ze naartoe werden gestuurd en, voor zover van toepassing, hoe terugkeerden naar hun oorspronkelijke woonplek.

* Een grote blanco kaart kunt u donwloaden op https://nl.netherlandsmap360.com/nederland-lege-kaart.

Naast die ingevulde landkaart maken de leerlingen een verslag van het onderzoek en de resultaten ervan. Zodra iedereen klaar is, haalt u de verslagen en de landkaarten op en kijkt ze na

Uitwerking
Vluchtelingen en évacués hebben met elkaar gemeen dat ze onvrijwillig weggaan uit hun woonomgeving en ergens anders verblijven tot het weer veilig is om naar hun oorspronkelijke woonplek terug te keren.
Vluchten doen mensen spontaan en in grote haast, dus zonder dat er van organisatie vooraf en tijdens de vlucht van bovenaf sprake is. Ook weten vluchtelingen waar ze uiteindelijk terecht komen.
Een evacuatie is altijd een geplande verplaatsing van mensen van hun woonomgeving naar een vooraf bepaalde bestemming. Soms wordt alleen geadviseerd om ergens anders een veilig heenkomen te zoeken, dan weer wordt er uitdrukkelijk toe bevolen dat te doen. De verplaatsing wordt geacht te verlopen volgens een tevoren uitgewerkt draaiboek met een duidelijk tijdpad. In de praktijk kan die ook zo wanordelijk verlopen dat het min of meer lijkt op de spontane vlucht voor gevaar van een groep mensen.
Ten slotte moeten zowel vluchtelingen als évacués maar afwachten of hun bezittingen die ze hebben achtergelaten, nog intact zijn of vernield of gestolen tijdens hun afwezigheid. Bij natuurrampen of oorlogshandelingen is dat laatste vaak het geval.

Mei 1940
In de drie onderzochte evacuaties moesten mensen gedurende enkele weken elders worden ondergebracht omdat er gevaar dreigde als gevolg van gevechtshandelingen of omdat hun woongebied tijdelijk onbewoonbaar zou worden door inundatie of sloop van woningen en andere gebouwen. In Wageningen bijvoorbeeld was tijdens gevechten grote schade aangericht. In andere plaatsen was er alleen hier en daar ingebroken en waren er kostbare spullen verdwenen.

 Aanleg Atlantikwall
Niet de hele kust werd geëvacueerd. Wel moesen mensen weg van plekken waar verdedigingswerken werden gebouwd. Daartoe werden hun woningen gesloopt.
Mensen die economisch niet afhankelijk waren van de plek waar ze woonden, werden geacht te evacueren ten oosten van de lijn Amsterdam-Gouda-Dordrecht-Breda-Roosendaal. Konden ze zelf geen plek regelen, dan werd het voor hen geregeld. Vanuit Noord-Holland in Friesland of Groningen, vanuit Den Haag en Scheveningen in Overijssel of de Achterhoek, vanuit de Zuid-Hollandse eilanden in Drenthe en vanuit Walcheren in West-Brabant. Mensen die economisch afhankelijk waren van de plek werden wel uit de directe kuststrook geëvacueerd en kwamen dan terecht in woningen van mensen die verder geëvacueerd waren.
Deze evacuatie duurde tot na het eind van de oorlog. Veel mensen konden ook daarna nog niet terug, aangezien hun woning was afgebroken of werd bewoond door anderen. Men moest wachten tot er woonruimte beschikbaar kwam. In Scheveningen duurde dit tot 1947.

Als nasleep van Market Garden
Men moest evacueren omdat er een nieuwe frontlinie was ontstaan, en zowel Geallieerden als Duitsers geen burgers in het schootsgebied wilden hebben. In eerste instantie waren de evacuaties ook bedoeld om de burgers uit het gevechtsgebied te halen. Later ook omdat er gebieden onder water waren gezet.
De evacuaties duurden tot na het eind van de oorlog in mei 1945. In een aantal gevallen langer (Groesbeek), omdat er geen huizen waren om naar terug te keren.

Eindtermen aardrijkskunde

Eindtermen voor HAVO:
Domein A: Vaardigheden
Subdomein A1: Geografische benadering
1. De kandidaat kan de geografische benadering adequaat hanteren. Hij kan in dit verband:
a. geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven;
b. geografische vragen herkennen en zelf formuleren;
c. de . de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen. geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen.

Eindtermen voor VWO:
Domein A1: Vaardigheden
Subdomein A1: Geografische benadering
1. De kandidaat kan de geografische benadering adequaat hanteren. Hij kan in dit verband:
a. geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven;
b. geografische vragen herkennen en zelf formuleren;
c. de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen. geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen.

Eindtermen geschiedenis

Eindtermen voor HAVO
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw;

Domein B: Oriëntatiekennis 8.
De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2: - de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
40. het voeren van twee wereldoorlogen”

Eindtermen voor VWO:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw;
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2:
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
- uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.

Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
40. het voeren van twee wereldoorlogen.”

 


 

  • De leerlingen kunnen enkele overeenkomsten en verschillen tussen vluchtelingen en évacués beschrijven.
  • De leerlingen kunne aan de hand van bronnenonderzoek enkele redenen noemen waarom tijdens de Duitse bezetting van Nederland grote groepen mensen in ons land zijn geëvacueerd.

 


 
De opdracht is goed gemaakt als:

  • de onderzoeksverslagen helder opgebouwd zijn en gebaseerd zijn op feiten.
  • de landkaarten duidelijk aangeven uit welke gebieden mensen werden geëvacueerd welke routes zij daarbij moesten volgen en waar ze tijdelijk onderdak kregen.

 

verwante lessen

Login Form