Iedereen die een van de concentratiekampen binnenkwam, kreeg kleding met een symbool en een nummer op de arm getatoeëerd:
De zwarte driehoek stond voor 'asocialen', een restcategorie met prostituees, psychisch zieken, gehandicapten, werklozen én zigeuners*.
Hoewel volgens de nationaalsocialistische rassenleer de 'zigeuners*' ook tot de Arische stam gerekend moesten worden, was het nazibeleid er toch op gericht om de 'zigeuners' uit de maatschappij te halen, op grond van de gedachte dat zij asociaal zouden zijn. Ook heerste de mening bij nazi's dat het zuivere bloed van deze nomaden al sinds eeuwen 'verontreinigd' zou zijn door hun contacten met andere volkeren, zoals Slaven en Joden.
Om de zigeuners makkelijker te kunnen herkennen binnen de hele groep van zogenaamde 'asocialen', kregen ze een kampnummer getatoeëerd dat begon met een Z (van Zigeuner).
* Zigeuner is een scheldwoord. Zelf noemen ze zich Roma (meervoud van Rom = mens). De Roma zijn te onderscheiden in verschillende volken, waarvan de bekendste de Sinti zijn en in aantallen het grootst. Andere volken zijn de Erlides, Kale, Kalderari en Romnichal.