De propaganda van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog is waarschijnlijk de meest beroemde en beruchte propaganda die er is geweest.
Adolf Hitler was zich als geen ander bewust van de waarde van goed opgezette propaganda. Ten tijde van Nazi-Duitsland (1933 tot 1945) gebruikte hij propaganda die was gebaseerd op zowel onvolledige waarheden als volledige onwaarheden. Hiermee wilde hij een blik op de politiek en geschiedenis creëren, die bij het volk positief overkwam en die leidde tot welwillendheid voor de nazi’s als heersende macht.
Adolf Hitler houdt een rede voor de radio. Berlijn, september, 1938
Hitler benoemde Joseph Goebbels tot Reichsminister für Volksaufklärung und Propaganda (Minister van Openbare Voorlichting en Propaganda van het Derde Rijk). Als propagandaminister had Goebbels twee taken. De eerste taak was om te voorkomen dat er ook maar iemand in Duitsland iets kon lezen of zien dat vijandig of schadelijk was voor de nazipartij. De tweede was om ervoor te zorgen dat de opvattingen van de nazi’s werden verkondigd op de meest overtuigende wijze die mogelijk was. Hiertoe oefende Goebbels invloed uit op de pers, de literatuur, de beeldende kunst, de film, het theater, de muziek en de omroep.
Propagandamedia
Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was er nog geen televisie. De radio was het belangrijkste communicatiemiddel. Vlak na de inval op 10 mei 1940 in Nederland bezetten de Duitsers de radiozenders in Hilversum. Het uitgezonden nieuws werd door de Duitsers samengesteld en was vaak onwaar en onbetrouwbaar. De Duitsers verspreidden via de radio allerlei berichten die Duitsland mooier voordeden dan het was.
Aangeplakte mededeling over het inleveren van radiotoestellen, 1943
Vanuit Londen werd tegengas gegeven door uitzending van het radioprogramma met de titel ‘Radio Oranje’. Het programma richtte zich tot het Nederlandse volk met als doel de verzetswil en het vertrouwen in de uiteindelijke bevrijding hoog te houden.
De Duitsers probeerden de overzeese uitzendingen te saboteren en toen dat niet lukte, moesten alle radio’s op 13 mei 1943 worden ingeleverd. Daarmee viel het medium als propagandamiddel weg. Wat overbleef waren voornamelijk affiches, pamfletten, kranten en films.
De kranten brachten nieuws zoals de Duitsers dat wilden. In bezet Nederland werden kranten gedrukt onder Duits toezicht of door collaborerende Nederlanders. Ook onderduikers en verzetslieden maakten gebruik van dit medium en vormden daarmee de ‘illegale’ pers. Het verzet riep op om de legale pers niet meer te vertrouwen en publiceerde teksten die de Duitsers verboden.
Oproep door de Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij
Vanaf augustus 1940 staan alle films onder strenge controle van de bezetter. Alleen films die door de Duitsers zijn goedgekeurd, mogen worden getoond. Het bioscoopjournaal, een belangrijke vorm van nieuwsvoorziening, moet een pro-Duitse toon aanslaan. Op een gegeven moment draaiden in de bioscoop alleen nog maar propagandafilms en anti-joodse films.
Cathedral of Light, Neurenberg, 1937
Nog een propagandamedium waren de nachtelijke rally’s (partijcongressen) in Neurenberg, georganiseerd door Goebbels. De rally’s werden elk jaar in augustus gehouden in arena’s, die plaats boden aan 400.000 mensen. In de hoofdarena verlichtten 150 zoeklichten verticaal de nachtelijke hemel. Deze lichten zouden maar liefst 100 kilometer ver te zien zijn geweest en deden denken aan pilaren. Om die reden noemde de Britse politicus Sir Neville Henderson de hoofdarena een ‘Cathedral of Light’ (een Kathedraal van Licht).