In zijn boek 'Mein Kampf'(in twee delen, uit 1925 en '26) openbaart Hitler zijn ideeën over Duitsland, ras en politiek. Hij beschrijft daarin het in zijn ogen 'superieure en raszuivere Arische ras' dat bedreigd wordt door inferieure rassen, met name de Joden. Hij is van plan om als hij aan de macht komt huwelijken tussen 'Ariërs' en Joden te verbieden. Uiteindelijk moeten volgens hem alle Joden worden opgepakt en naar concentratiekampen worden gebracht.
Tot de inferieure mensen, de Untermenschen, rekenden de nazi's ook mensen met een psychische of lichamelijke ziekte en gehandicapten. Tot de laatste groep rekenden de nazi's ook doven en slechthorenden. Ze meenden dat doofheid erfelijk is (wat maar ten dele waar is) en de zuiverheid van het Arische ras in gevaar bracht.
De nazi's besloten om gehandicapten te vermoorden uit twee motieven:
- De financiële last die de zorg voor geestelijke en lichamelijke gehandicapten met zich meebracht, zoals onderstaande nazi-propaganda aangaf:
60.000 Reichsmark is wat een persoon als deze, lijdend aan een erfelijk defect, onze
gemeenschap kost tijdens zijn leven. Volksgenoot, dat is ook jouw geld! - Het geloof in de eugenetica of rasverbetering: het wetenschappelijk onderzoek naar het verbeteren van de genetische samenstelling van een volk.
De fanatieke nazi's Richard en Lina Kretschmar kregen in februari 1939 een baby, die ze Gerhard noemden. De ouders waren zeer teleurgesteld toen hun kind lichamelijk gehandicapt bleek te zijn. Zij schreven een brief aan Hitler met het verzoek om 'euthanasie' te mogen plegen. Dat verzoek werd in juli goedgekeurd. Drie weken na de dood van Gerhard startten de nazi's de geheime registratie van alle gehandicapte patiënten. Vanaf oktober dat jaar begon het moorden.
In Duitsland zijn in totaal 270.000 'erfelijk belaste patiënten' en 'raciaal ongewenste kinderen' vermoord, omwille van 'de gezondheid van het Duitse bloed'. Dit gebeurde door middel van executie. Het aantal doven onder hen is onbekend.