Voor deze opdracht krijg je 2 lesuren de tijd. De opdracht bestaat uit drie delen.
Deel 1
Je neemt samen met twee klasgenoten de bronnen in de les door. Spreek wel af wie welke bronnen voor zijn rekening neemt want bij elkaar is het heel wat werk. Ga ook grondig te werk want tijdens de quiz krijg je géén gelegenheid om de bronnen nogmaals te raadplegen,
Deel 2
Je leerkracht geeft iedere groep een geprint exemplaar van ‘Antwoordvel 2-voor-10-quiz’.
Op de eerste rij staan tien vragen. Onder elke vraag vul je de eerste letter van het antwoord in en daaronder het hele antwoord.
Na een minuut of vijf geeft je leerkracht langzaam één voor één aan welke plaats elk antwoord in het woord van tien letters heeft. Hij zal dan zeggen: "Het antwoord van vraag 1 vul je in op plaats 3", enzovoort.
Zodra je denkt het antwoord te weten, roep je hard 'WOORD'. Je leerkracht kijkt het woord na. Als je het fout hebt, is je beurt voorbij en kunnen jullie niet meer meedoen.
Het winnende team verdient eeuwige roem.
Deel 3
Samen met de leerkracht houden jullie met de hele klas het klassengesprek. Mocht het niet lukken om het eens te worden over het antwoord op de vraag waar dit gesprek om draait, dan is het niet erg. Ook deskundigen op gebied van gezondheidszorg en ethiek hebben er verschillende meningen over.