Adolfs Nieuwste Papegaai - Censuur onder ANP - voor de docent: info

 

Nadat Nederland in mei 1940 door Duitsland was aangevallen en bezet, stelden de nieuwe, Duitse bestuurders van Nederland het Algemeen Nederlands Persbureau ANP onder censuur.

Wat mocht het ANP nog wel doen bij zijn nieuwsvoorziening en wat juist niet? En hoe gingen de medewerkers van het ANP om met de beperkingen die hen daarbij waren opgelegd? Waren ze loyaal aan de bezetters en accepteerden ze deie beperkingen. Of juist niet. Waarom?

In deze les stellen leerlingen zich voor wat ze in hun plaats zouden hebben gedaan met de censuur.

De opdracht in de les bestaat uit twee delen:

I: 30 minuten. Bronnenstudie en inlevingsopdracht.
De leerlingen bestuderen in hun eentje de bronnen in de les en schrijven voor zichzelf op hoe het zou zijn om tijdens de Duitse bezetting met alle censuur van dien te werken bij het ANP.

Il: 20-30 minuten. Klassengesprek.
U deelt de klas in twee groepen in.

De ene groep geeft u de opdracht om zich te verplaatsen in journalisten die zich voegden naar de censuur. De andere groep vraagt u zich in te leven in de positie van journalisten die zich niet bij de censuur wilden neerleggen.

De bedoeling is dat beide groepen hun standpunt over de censuur verdedigen en elkaar van hun standpunt proberen te overtuigen.


Uitwerking
Opdracht 1: In Bron: Instructie worden instructies gegeven over welke onderwerpen je als journalist niet mag schrijven. In Bron: Proclamatie staat dat het verspreiden van van dagbladen, vlugschriften en dergelijke wordt verboden, dat de pers onder controle van het Duitse leger staat.

Opdracht 2: Onderwerpen waar journalisten niet meer over mochten schrijven waren onder meer acties die de bevolking ondernam tegen het bezettingsregime zoals stakingen of andere protestacties, militaire zaken, Jodenvervolging, Amerikaanse kunst en Russische literatuur. In totaal zijn er zo'n 4000 instructies uitgevaardigd.

Opdracht 3: De meeste journalisten hebben zich niet tegen deze instructies verzet en hebben deze als juist aangenomen. De bezetters lieten de journalisten nog redelijk veel vrijheid, waardoor de journalisten zich niet strikt gecontroleerd voelden.


Eindtermen HAVO/VWO
Domein A: Historisch besef
1 De kandidaat kan:
- Gebeurtenissen uit eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis met behulp van een tijdbalk of een andere vorm van chronologische schematisering ordenen en daarbij de volgende aanduidingen van tijd en tijdsindeling gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken, perioden en jaartellingen;
Met gebruik van voorbeelden uit de perioden- en tijdvakkenindeling van eindterm 2, de westers-chhristelijke jaartelling en een ander voorbeeld van een jaartelling of periodisering/meerdere andere voorbeelden van jaartellingen of periodiseringen uitleggen dat chronologische indelingen interpretatief van aard zijn en (mede) afhangen van de standplaats die men inneemt en/of de vraag de vraag die men wil beantwoorden.

2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw.
Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
- de Duitse bezetting van Nederland.

 

verwante lessen

Login Form