Beter beheer oorlogsmonumenten - voor de docent: info

 

Het aantal mensen in Nederland dat de Duitse bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog bewust heeft meegemaakt, neemt af. Ten slotte zal er niemand meer zijn die uit de eerste hand over deze periode in de Nederlandse geschiedenis kan vertellen. Het verhaal over die periode wordt nog wel verteld door monumenten die aan deze periode herinneren. Maar dat kan alleen zo blijven als die monumenten in goede staat worden gehouden. Alleen dan kunnen toekomstige generaties kennis blijven nemen van de Duitse bezetting van Nederland en van de Tweede Wereldoorlog in het algemeen. En dat is wel nodig, zo blijkt uit onderzoeken die tussen 2006 en 2018 zijn uitgevoerd naar wat men weet over die bezetting en die oorlog. Die kennis bleek telkens weer fragmentarisch te zijn en soms denkt men dingen te weten van dit deel van de geschiedenis die helemaal niet waar zijn.”


Wat heeft u nodig?

  • Computers met internetaansluiting
  • Voor iedere leerling een pen en papier.

Plan van aanpak
Het eerste deel van deze opdracht, het bestuderen van de bronnen, doen de leerlingen individueel

Het tweede deel gaat als volgt: U maakt samen met de leerlingen twee kringen van stoelen in de klas, een binnen- en een buitenkring. Zorg ervoor dat steeds twee leerlingen tegenover elkaar komen te zitten.

Voorbereiding van de carrouseldiscussie

  • U schrijft de volgende stelling op waarover de leerlingen gaan discussiëren “Monumenten ter herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland moeten voor toekomstige generaties bewaard worden.“U zet samen met de leerlingen de stoelen in twee kringen, de ene kring binnen de andere en voor iedere leerling een stoel.
  • De kringen moeten evenveel stoelen hebben, of de helft en de helft + 1 als het aantal leerlingen oneven is. Zorg ervoor dat leerlingen in tweetallen tegenover elkaar komen te zitten. Als het aantal leerlingen oneven is, kunt u zelf meedoen aan de carrouseldiscussie om het aantal deelnemers ervan even te maken.
  • U vraagt de leerlingen om plaats te nemen in de kringen.
  • U vraagt de leerlingen om voor zichzelf op te schrijven of ze het eens of oneens zijn met deze stelling.

De carrouseldiscussie:

  • De leerlingen van de buitenste cirkel vallen de stelling aan en de leerlingen van de binnenste cirkel verdedigen de stelling. Hierbij gaat iedere leerling van de binnenste cirkel een discussie aan met de leerling die tegenover hem zit.
  • Na vijf minuten stopt u de discussie en laat u de leerlingen van de buitenste cirkel een of twee plaatsen naar links opschuiven.
  • Nu vallen de leerlingen van de binnenste ring de stelling aan en die van de buitenste cirkel verdedigen de stelling. Hierbij gaat iedere leerling van de binnenste cirkel een discussie aan met de leerling die tegenover hem zit.
  • Na vijf minuten stopt u de discussie en laat u de leerlingen van de buitenste cirkel een of twee plaatsen naar links opschuiven.
  • Herhaal stap 1, 2 en 3.
  • Sluit deze discussie af met een nagesprek met de leerlingen. Vraag in ieder geval aan de leerlingen of ze tijdens de discussie van mening zijn veranderd over de stelling.


Eindexamentermen HAVO en VWO

Domein A: Historisch besef
1) De kandidaat kan: 
* Gebeurtenissen uit eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis met behulp van een tijdbalk of een andere vorm van chronologische schematisering ordenen en daarbij de volgende aanduidingen van tijd en tijdsindeling gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken, perioden en jaartellingen;
* Met gebruik van voorbeelden uit de perioden- en tijdvakkenindeling van eindterm 2, de westers-christelijke jaartelling en een ander voorbeeld van een jaartelling of periodisering/meerdere andere voorbeelden van jaartellingen of periodiseringen uitleggen dat chronologische indelingen interpretatief van aard zijn en (mede) afhangen van de standplaats die men inneemt en/of de vraag die men wil beantwoorden.
2) De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:

Tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw.
Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
* de Duitse bezetting van Nederland.

 

verwante lessen

Login Form