Vrijwel elke gemeente bezit één of meer gedenktekens. Ook zijn er bedrijven met oorlogsmonumenten, landhuizen met objecten die buiten staan en musea met verzamelingen van objecten die buiten staan. Met het beheer van een dergelijke verzameling zijn in de regel maar één of twee mensen belast. Die besteden het onderhoud en restauratie van zo’n verzameling dan ook vaak uit. Omdat de meeste objecten in de openbare ruimte (in een park bijvoorbeeld) staan, is de gemeente waar ze in staan verantwoordelijk voor het onderhoud ervan. Tweederde van de gemeenten neemt het onderhoud van hun objecten daadwerkelijk op zich. Als medewerkers van een gemeente niet goed weten hoe ze het aan moeten pakken, kunnen ze bij het Nationaal Comité 4 en 5 Mei een handleiding aanvragen die “Beleidshandreiking beheer en behoud oorlogsmonumenten” heet. In deze handleiding staat hoe onderhoud aan oorlogsmonumenten kan worden gepleegd. De handleiding is geschreven op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Objecten die in Nederland buiten staan, hebben onderhoud nodig omdat:
- ze bloot staan aan regen, wind, vorst en zonlicht. Die veroorzaken verwering van de materialen waarvan ze zijn gemaakt. Hoe snel die verwering gaat, hangt af van het soort materiaal waar ze van zijn gemaakt en de mate waarin ze zijn blootgesteld.
- ze aangetast worden door algen, schimmels, mossen en planten die er op groeien.
- ze soms ten prooi vallen aan vandalisme. Soms maken vandalen krassen op een object of schrijven er graffiti op, dan weer beschadigen of vernielen ze een monument.
Naar: Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Beleidshandreiking beheer en behoud oorlogsmonumenten” en “Behoud in de praktijk”. (pdf)