Wereldregering - bron: argumenten tegen


Onderstaande documenten zijn opgesteld tijdens een wereldjongerenpanel dat opinieblad De Tijd in 2010 organiseerde.

“Geen wereldregering; wel multi-level governance.
rokcoolsaet
Diplomaat Rik Coolsaet (foto rechts) schreef zijn werkstuk 'Global Governance: the next frontier' in het Engels. Daarin vergelijkt hij globaal bestuur met nationaal bestuur. Een verzameling mensen wordt volgens de auteur pas een gemeenschap als er solidariteit en samenhorigheid zijn, en een regering die zorgt voor publieke goederen. Dat zijn goederen waarop elk lid van de samenleving recht heeft: rechtspraak, veiligheid, onderwijs en die iedereen moet kunnen consumeren zonder dat de beschikbaarheid ervan voor anderen vermindert.

Ook de internationale gemeenschap kan volgens Coolsaet pas bestaan als er een bestuur is dat globale publieke goederen als veiligheid of economische stabiliteit voor allen toegankelijk kan maken. Wat onaanvaardbaar is op nationaal gebied, is het evenzeer op internationaal gebied: ook de internationale gemeenschap kan de spanningen, die voortkomen uit groeiende verschillen in inkomen, veiligheid of macht, niet blijvend verdragen. Een wereldorde die niet iedereen gelijke toegang geeft tot cruciale publieke goederen, zal uiteindelijk ineenstorten, voorspelt Coolsaet.

Het globaal bestuur waarvoor Coolsaet pleit, mag niet verward worden met een wereldregering. Staten blijven de belangrijkste actoren. Het gaat veeleer om multilevel governance. Een meerlagig bestuur dus, waar lokale, nationale, regionale en globale instrumenten en acties elkaar aanvullen met als doel het realiseren van globale publieke goederen.

Moet er een wereldregering komen die alle globale problemen aanpakt? Neen!

Ons panel is het erover eens: meer samenwerking is noodzakelijk, maar een overkoepelend bestuur is haalbaar noch wenselijk. Een nauwere samenwerking komt er hoe dan ook. Nu al zie je een tendens naar harmonisatie via regionale blokken die elkaar vinden op wereldniveau"

“Als er toch een overkoepelend platform nodig is, versterk je beter de bestaande instellingen. 'Het VN-netwerk kan worden opgefrist.

De Wereldhandelsorganisatie, de Wereldvoedselorganisatie; geef ze macht! Stel ze samen met vertegenwoordigers uit alle landen. En werk met gekwalificeerde meerderheden. Anders wordt het hele apparaat te log. In Europa is het al moeilijk om tot compromissen te komen', omschrijft Bas De Roo het gevoel. Op wereldniveau krijg je helemaal flauwe soep.”

“In de Europese Unie is de politieke integratie veel verder gevorderd dan op het internationale vlak. De integrerende staten zijn dan ook sneller bereid het representativiteitsbeginsel te omarmen.

Het gelijkheidsbeginsel is dominant in de juridische structuur van internationale organisaties. Staten - hoe klein ze ook zijn - worden in gelijke mate erkend als staat voor zover ze aan een aantal constitutieve vereisten voldoen.”

In de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is elke staat gelijkelijk vertegenwoordigd. In de internationale sfeer heerst veel minder vertrouwen dan op het Europese niveau. “Een federale of confederale structuur, waarbij de samenstellende delen van de internationale gemeenschap geïntegreerd worden, is daarom op dit moment utopisch”.

“Hoe zeer democratie ook op internationaal vlak aangeprezen wordt door verlichte geesten, het is er tot nog toe slechts in beperkte mate gerealiseerd. Werelddemocratie is amper geformaliseerd; de vraag rijst of democratie zonder rechtsstatelijke basis wel democratie is.”

 

verwante lessen

Login Form