Wereldregering

 

De belangrijkste organen van de Verenigde Naties lijken wel enigszins op het bestuur van een land met een parlementaire democratie. Aan het hoofd van de VN staat de secretaris-generaal, de belangrijkste persoon met uitvoerende macht en ook de belangrijkste persoon die die VN vertegenwoordigt. Dat is te vergelijken met een staatshoofd die ook regeringsleider is. De Algemene Vergadering lijkt op een landelijk parlement, omdat elke lidstaat van de VN er in vertegenwoordigd is, en stemrecht heeft in dit orgaan.

algemenevergaderingVergaderzaal van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York

De Veiligheidsraad lijkt qua functie en bevoegdheden een beetje op een parlement, maar dan met een beperkt aantal leden, en op het kabinet van ministers van een land. Ten slotte zijn er UNICEF, UNESCO, WHO en andere gespecialiseerde organisaties in de VN die doen denken aan de ministeries in een land. De WHO bijvoorbeeld is min of meer de VN-tegenhanger van het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

 


 

opdrachtWaarom zou je van het bestuur van de VN niet een echte wereldregering maken?

Als je je dat afvraagt, ben je zeker niet de eerste die dat doet. Deskundigen, idealisten en politici hebben dat al gedaan, vrijwel vanaf de oprichting van de Verenigde Naties in 1945.

Waarom zouden ze dat willen realiseren, in ieder geval zoveel mogelijk? Welke argumenten voeren ze aan, voor of tegen het omvormen van de VN tot een democratische wereldregering? En waarom is dat nog steeds niet gebeurd?

Ga dat na aan de hand van de bronnen in de les.

Daarna ontwerp je met je klasgenoten een wereldregering met inachtneming van de spelregels van de democratie, zoals die in Nederland gelden en in andere landen met een parlementaire democratie. Je moet dus wel beroep doen op wat je weet over staatsinrichting en desnoods nog eens opzoeken hoe het allemaal ook al weer in elkaar steekt.

Laat in je ontwerp zien op welke manier de wereldregering uitvoerende macht moet hebben, en hoe de wetgevende en rechterlijke macht er uit moeten zien.

 



werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd, maar indien er behoefte aan is, ruimt je leerkracht er wat extra tijd voor in.

Lees eerst in je eentje de bronnen ‘Werelddorp’ en ‘Wat doen de VN?’. Je krijgt er 15 minuten de tijd voor.

Daarna maak je samen met enkele klasgenoten een ontwerp voor een wereldregering aan de hand van onderstaand schemavan de VN in de inleiding. Daar krijg je 30 minuten de tijd voor.

UN schema verkleind

Als je op de afbeelding hierboven klikt, krijg je een groter schema te zien, dat is wellicht makkelijker te lezen.

Werk aan de hand van de overige bronnen in de les een model uit van de Verenigde Naties als:

  • een centralistische wereldregering, dus met veel macht zoals Nederland die heeft,

    of:

  • een federale wereldregering, dus een regering waarin (deel)staten een grote mate van zelfbestuur hebben. Iets dat lijkt op een statenbond of federatie, zoals dat in Duitsland en de Verenigde Staten het geval is.

    of:

  • de landenbond zoals die nu is, maar dan wel na hervormingen die je nodig vindt om deze organisatie beter te laten functioneren.

Maak hiervan een organogram of schema met een toelichting erbij en een pleidooi voor dit model. Laat die aan de klas en je leerkracht zien.

Ten slotte bespreken jullie met je leerkracht de drie modellen en proberen jullie een model van de Verenigde Naties uit te werken dat een compromis is tussen de drie modellen.

Voor dit klassengesprek trekken jullie 15 minuten uit, of iets meer tijd als dat nodig is.

 



Vooral vanaf omstreeks 1980 is er steeds meer sprake geweest van globalisering. Globalisering is het proces van de wereldwijde interactie tussen mensen, bedrijven, regeringen en culturen gedreven door de informatie- en communicatietechnologie en door investeringen en internationale handel. Globalisering vergroot de mobiliteit van mensen: luchtverkeer bijvoorbeeld is uitgegroeid tot een van de belangrijkste verbindende elementen van de wereld. Ook het verkeer van informatie neemt erdoor toe, vooral na de uitvinding in 1990 van het internet zoals we die nu kennen. Niet alleen mensen en goederen gaan de hele wereld rond, ook informatie doet dat, en wel steeds sneller en in steeds grotere mate.

werelddorp

Vooral de grootste bedrijven opereren niet alleen meer in het land waarin ze gevestigd zijn, maar ook in steeds meer andere landen en zelfs wereldwijd. Daarbij gaan ze internationale allianties aan. Dat is bijvoorbeeld te zien in de sectoren telecommunicatie en voedselvoorziening. Producten als auto’s, voedingsmiddelen en kledingstukken van allerlei merken zijn te koop in bijna heel de wereld dankzij deze bedrijven en dankzij liberalisering van de internationale handel.

Op cultureel vlak is onze westerse cultuur (denk maar aan muziekculturen, jongerenculturen of mode) terug te vinden in alle uithoeken van de wereld, maar ook omgekeerd komen niet-westerse culturen in alle vormen terug in de westerse wereld. Denk maar aan de talrijke ‘exotische’ restaurantjes en de wereldmuziekfestivals. Ook deze culturele uitwisseling is een kenmerk van globalisering.

Zo is de wereld steeds meer een global village geworden, een werelddorp.

Op de steeds meer geglobaliseerde wereld hebben nationale overheden steeds minder greep kunnen houden. Sterker nog, ze hebben de voortgang van de globalisering aangemoedigd, vooral door het vrijer maken van de internationale handel en door uitbreiding van internationale economische en politieke samenwerking. Hiervoor hebben landen samenwerkingsverbanden gesticht, niet alleen omdat de welvaart onder burgers erdoor toeneemt, maar ook om meer greep te krijgen op wat grote bedrijven allemaal doen. Zo zijn onder meer de Europese Unie ontstaan, de G8, de G20 en de OESO. Ook de Verenigde Naties proberen de globalisering te bevorderen (bijvoorbeeld door cultureel erfgoed te bewaren en toegankelijk te maken voor iedereen). De VN wil de globalisering ook  in goede banen te leiden (bijvoorbeeld door de rechtspositie van arbeiders wereldwijd te beschermen en te versterken).

 



"There is no first step to world government; world government is the first step". 
Emery Reves, The Anatomy of Peace, 1945

wereldpaspoortGarry Davis (1921-2013) was 'fellow world citizen' en wereldstaatsburger van het allereerste uur. Tijdens de VN-bijeenkomst in 1948 te Parijs, waar de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens beklonken zou worden, heeft hij zijn wereldstaatsburgerschap geclaimd. Sindsdien reisde hij met een Wereldpaspoort. Bovendien riep hij de VN op om wereldverkiezingen te organiseren! Die verkiezingen zijn er tot op heden niet gekomen. 

Garry Davis liet zich tot aan zijn dood in 2013 nooit ontmoedigen. Zo riep hij in  1953 een Wereldregering uit. Deze actie was vooral bedoeld als statement en een oproep aan iedereen om te delen en medemenselijkheid te betrachten.

Voor deze en andere acties kreeg Davis ook steun van hooggeplaatste personen, zoals van Barack Obama, toen die president was van de Verenigde Staten. Die vroeg en kreeg het Wereldpaspoort. Waar de beweging die Davis oprichtte voor staat, is te lezen op https://govbanknotes.wordpress.com/2017/06/30/the-world-government-of-world-citizens-the-sovereign-earth-city-state/.

Het was niet de bedoeling van Garry Davis dat de wereldregering een wereldeenheidsstaat zou worden. Het zou een federaal wereldbestuur moeten worden met lokaal bestuur op internationaal niveau (zoals dat van de EU), op nationaal niveau (bijvoorbeeld in Nederland), op provinciaal niveau en op gemeentelijk niveau.

Wel vallen de grenscontroles weg; iedereen met goede intenties is immers overal welkom. Er zijn dan geen buitengrenzen meer die het verkeer van personen belemmeren.

Hieronder staan de belangrijkste uitgangspunten en voorstellen op een rijtje, zoals die op de website van de 'World Government of World Citizens' te vinden zijn.

  1. De wereld is één. Geen enkel land mag een eigen leger opbouwen en onderhouden.
  2. Ieder mens is een wereldstaatsburger.
  3. Alle wereldstaatsburgers hebben dezelfde rechten.
  4. Alle wereldstaatsburgers zijn vrij om te reizen en te wonen, waar ter wereld ze dat ook willen.
  5. Alle soldaten moeten politieagenten worden. Legers zijn er niet meer, wel politiekorpsen.
  6. De wereld moet een en dezelfde munt als betaalmiddel hebben.
  7. De wereld moet één officiële en overal gangbare taal hebben. Andere talen moeten blijven bestaan. In de toekomst kunnen die talen opgaan in een mengtaal.
  8. Alle volwassen wereldstaatsburgers hebben stemrecht en dat recht is voor alle volwassen wereldstaatsburgers gelijk.
  9. De wereldregering moet voorzien in de basisbehoeften van alle wereldstaatsburgers. Dat moet worden bekostigd door belastingen die door alle wereldstaatsburgers worden betaald.
  10. Alle wereldstaatsburgers moeten in gelijke mate toegang hebben tot voedsel, kleding, vervoer, communicatiemiddelen, onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting en alle andere zaken die je in het dagelijks leven nodig hebt.

 



De punten 9 en 10 in de bron over de wereldregering, naar het ontwerp van Garry Davis, worden in 2020 en daarna, zolang als dat nodig is, in praktijk gebracht door een groot aantal lidstaten van de VN. Die hebben in samenwerking met de WHO een samenwerkingsverband opgezet met de naam ‘Covax’. De bedoeling hiervan is om de hele wereldbevolking te laten inenten tegen het besmettelijke coronavirus dat de ziekte Covid-19 verwekt. Men wil daarmee voorkomen dat alleen de rijke landen en de opkomende economieën voldoende toegang krijgen tot goede vaccins tegen dit virus en de armste landen niet. Deze landen hebben te weinig geld om voldoende vaccins te kopen. Als daardoor te weinig mensen ingeënt kunnen worden, zal de pandemie van Covid-19 langer aanhouden en meer slachtoffers eisen.

covaxDe eerste lading Covax-vaccins komt aan in het West-Afrikaanse land Benin

Tussen januari 2020 en januari 2022 waren wereldwijd al 5,75 miljoen mensen overleden aan Covid-19. Dat is veel meer dan in dezelfde periode aan HIV/AIDS, tuberculose of malaria, tot en met 2019 de top-drie van de dodelijkste van alle wijdverspreide ziektes ter wereld.

Lees meer over COVAX op https://www.who.int/initiatives/act-accelerator/covax.

 



vlaggenVoor het omvormen van de Verenigde Naties tot een wereldregering is al aan één belangrijke voorwaarde voldaan: vrijwel ieder land is lid van de Verenigde Naties. Hierdoor kan, ‘wereldstaatsrechtelijk’ gesproken, theoretisch de kortste weg worden bewandeld om die omvorming uit te voeren. Als dat eenmaal gedaan is, kunnen alle lidstaten stemmen voor een 'wereldunie'. Zoiets hebben een aantal Europese landen ook gedaan toen ze de voorlopers van de Europese Unie in het leven riepen, te beginnen met de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1951.

In een wereldregering zou de Algemene Vergadering een wereldparlement zijn, de Veiligheidsraad een wereldkabinet en zouden gespecialiseerde organen van de VN  de rol krijgen van wereldministeries. De UNESCO bijvoorbeeld zou dan het wereldministerie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultureel Erfgoed worden en de Food and Agriculture Organization die van wereldministerie voor Voedsel en Landbouw. Het Internationaal Gerechtshof draagt omwille van de scheiding der machten zorg voor onafhankelijke rechtspraak.

Angela Merkel en vijf internationale instellingen vragen mondiale oplossingen
Dit artikel werd gepubliceerd terwijl de wereld worstelde met de financiële crisis die in 2008 was begonnen.

“Een mondiale crisis vraagt om mondiale oplossingen”, zo begint de gemeenschappelijke verklaring van de Duitse bondskanselier Angela Merkel met de hoofden van de OESO, IAO, IMF, WTO en Wereldbank.

Daarvoor is een mondiaal bestuurskader nodig. De mondiale financiële instellingen moeten effectief de wereldeconomie steunen, en moeten ook opkomen voor arme landen en kwetsbare bevolkingsgroepen.

De strijd tegen klimaatverandering, tegen armoede en voor open wereldhandel blijven topprioriteiten. “Bij de oprichting van de VN kwam er niet enkel een Veiligheidsraad, maar ook een Economische en Sociale Raad”, zo vervolgt de verklaring. “Men maakte een heldere keuze voor een economie, die onze sociale ambities voor de wereld moet ondersteunen.

Maar we zijn daarna wel zo dwaas geweest om hem onmachtig te houden. Waarop wachten we om die Economische en Sociale Raad de leiding toe te vertrouwen van het sociaal-economische wereldbeleid? Waarom geven we niet meteen ook ecologie mee als bevoegdheid en noemen we hem de Ecologische, Sociale en Economische Raad, zodat hij op al die terreinen kan functioneren als een soort wereldregering?

Die leiding moet die Raad natuurlijk ook nemen ten aanzien van IMF, Wereldbank en WTO. Het is de aangewezen manier om deze falende instellingen aan banden te leggen en, beter nog, hen te verplichten werk te maken van een wereldeconomie die mens, maatschappij en milieu respecteert.”

Naar een artikel met deze titel op Angela Merkel en vijf internationale instellingen vragen mondiale oplossingen, gepubliceerd op 24 februari 2009.

Hieronder volgen enkele teksten van de Wereldfederalisten Nederland van omstreeks 2010:

Wereldfederalisten NederlandwereldfederalistenDe huidige VN heeft geen uitvoerende macht, geen rechtstreeks gekozen afgevaardigden en slechts weinig beslissingsbevoegdheden. Het vetorecht van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad verlamt de daadkracht van de volkerenorganisatie. De meest begaanbare weg naar een wereldregering is desondanks een hervorming van de Verenigde Naties. Oprichting van een nieuwe organisatie lijkt een doodlopende weg.

Het Handvest van de VN bevat namelijk de mogelijkheden om tot herziening te komen. Stap voor stap, in de loop van enkele decennia, moet het mogelijk zijn om tot een effectieve wereldregering te komen.

Op korte termijn kan aan een groot aantal zaken gewerkt worden. Het functioneren van de huidige gespecialiseerde organisaties, zoals de FAO en de Unesco, moet kritisch worden bekeken. Men moet niet aarzelen om zo nodig de bezem te halen door verkokerde en verstarde bureaucratieën, die het draagvlak voor de uitbreiding van taken en bevoegdheden voor de VN ondermijnen.

Verdere stappen
Voor verdergaande stappen is een herziening van het Handvest van de Verenigde Naties nodig. Daarbij zou de positie van de secretaris-generaal versterkt kunnen worden en een parlementaire VN-vergadering worden ingesteld. Voor de financiering kan gedacht worden aan een VN-belasting, in de vorm van een promillage/percentage van de BTW-belasting in de lidstaten. Deze komt in de plaats van de eindeloze discussie over het aandeel van elk land in de kosten van de VN en de daarmee gepaard gaande betalingsachterstanden.

 



Onderstaande citaten zijn van omstreeks 2010. Hierin wordt gesproken van een kredietcrisis, maar die is voorbij en nu kampt de wereld met een economische crisis die het gevolg is van maatregelen om een pandemie van Covid-19 (zie de bron over Covax) te bestrijden.

"De wereld is mondialer dan ooit, maar een echte wereldregering blijft achterwege. Komt die er ooit? Jacques Attali houdt in ‘Demain, qui gouvernera le monde?’ (Wie zal morgen de wereld regeren?) een pleidooi in die richting. Het is geen utopie, zegt Attali in zijn 54ste boek uit 2011. Want er zijn in het verleden al - weliswaar onvolledige - stappen in die richting gedaan. Wie dacht een eeuw geleden dat er in 1945 een Organisatie van de Verenigde Naties zou bestaan?"

"Sinds de oprichting hebben de doelstellingen van de VN nog niets aan betekenis ingeboet. Het belang van internationale samenwerking op politiek, economisch, cultureel en wetenschappelijk terrein, het versterken van de internationale rechtsorde en het zorgen voor internationale vrede en veiligheid is alleen maar toegenomen".

“Een ‘wereldregering’ zou meer omhelzen dan alleen een samenwerking tussen verschillende landen. Het zou een entiteit moeten zijn met kenmerken van staten. De Europese Unie heeft inmiddels zo’n systeem waarin inmiddels 27 landen deelnemen. Dit zou als model kunnen dienen. De EU heeft een rechtbank, een munteenheid, een dik wetboek, burgerrechten en de mogelijkheid om militaire krachten te verdelen. Er zijn voor mij meerdere redenen om te denken dat dit model ook globaal succes kan hebben.”

“Ten eerste is het overduidelijk dat de moeilijkste vraagstukken die op de tafels van nationale regeringen komen te liggen, vaak van internationale grootte zijn: broeikaseffect, kredietcrisis en de oorlog tegen terrorisme.

Ten tweede is het ook mogelijk. De globale infrastructuur is inmiddels zo goed, dat een wereldregering mogelijk wordt gemaakt – zoals de Australische historicus Geoffrey Blainey al schreef. Blainey voorspelt de poging tot een wereldregering binnen nu en 20 jaar.”

einstein“There is no solution for civilization or even the human race, other than the creation of world government”, aldus Albert Einstein (foto rechts).

"In a globalizing world, problems and solutions reach across national borders, resulting in a growing need for international collective action. During recent years, the concept of Global Public Goods (GPGs) has become an increasingly important part of international policy making. The concept appears in the agendas of UN agencies, the IMF/ World Bank, and Non-governmental organizations. Everyone depends on public goods, neither markets nor the wealthiest person can do without them. Clean environment, health, knowledge, property rights, peace and security are all examples of public goods that could be made global."

“A global public good is a good that has the three following properties:

It is non-rivalrous. Consumption of this good by anyone does not reduce the quantity available to other agents.

It is non-excludable. It is impossible to prevent anyone from consuming that good.

It is available worldwide.

A global public good benefits all countries and, therefore, all persons.

Meer en beter wereldbestuur is dringend nodig
Als je de zeeën schoon wil houden zodat je de vis op je bord opnieuw kan vertrouwen, als je maag zich omkeert van massamoorden in Soedan of elders en van ongecontroleerd geweld, als groeiende inkomensongelijkheid je zorgen baart, als je de toegetakelde planten- en dierenrijkdom op aarde wil bewaken, als je de toenemende macht van multinationals wil controleren, als je het onaanvaardbaar vindt dat vakbondsvrijheid in China en andere landen dode letter blijft, als je vreest voor de ontwrichtende gevolgen van al te krachtige migratiestromen, als je het versterkte broeikaseffect fors wil tegengaan, als je vindt dat landen niet zomaar een ander land kunnen binnenvallen… dan heb je te maken met fenomenen die zich niets aantrekken van grenzen of de krachten van afzonderlijke landen te boven gaan.

En dus is er nood aan vormen van mondiaal bestuur om die problemen en ontwikkelingen te beheersen en te beheren. Vanzelfsprekend moet mondiaal bestuur ook democratisch bestuur zijn.

We zijn dus veroordeeld om na de democratie op lokaal en nationaal vlak ook de mondiale democratie uit te vinden - en tussendoor ook de Europese niet te vergeten.

 



Onderstaande documenten zijn opgesteld tijdens een wereldjongerenpanel dat opinieblad De Tijd in 2010 organiseerde.

“Geen wereldregering; wel multi-level governance.
rokcoolsaet
Diplomaat Rik Coolsaet (foto rechts) schreef zijn werkstuk 'Global Governance: the next frontier' in het Engels. Daarin vergelijkt hij globaal bestuur met nationaal bestuur. Een verzameling mensen wordt volgens de auteur pas een gemeenschap als er solidariteit en samenhorigheid zijn, en een regering die zorgt voor publieke goederen. Dat zijn goederen waarop elk lid van de samenleving recht heeft: rechtspraak, veiligheid, onderwijs en die iedereen moet kunnen consumeren zonder dat de beschikbaarheid ervan voor anderen vermindert.

Ook de internationale gemeenschap kan volgens Coolsaet pas bestaan als er een bestuur is dat globale publieke goederen als veiligheid of economische stabiliteit voor allen toegankelijk kan maken. Wat onaanvaardbaar is op nationaal gebied, is het evenzeer op internationaal gebied: ook de internationale gemeenschap kan de spanningen, die voortkomen uit groeiende verschillen in inkomen, veiligheid of macht, niet blijvend verdragen. Een wereldorde die niet iedereen gelijke toegang geeft tot cruciale publieke goederen, zal uiteindelijk ineenstorten, voorspelt Coolsaet.

Het globaal bestuur waarvoor Coolsaet pleit, mag niet verward worden met een wereldregering. Staten blijven de belangrijkste actoren. Het gaat veeleer om multilevel governance. Een meerlagig bestuur dus, waar lokale, nationale, regionale en globale instrumenten en acties elkaar aanvullen met als doel het realiseren van globale publieke goederen.

Moet er een wereldregering komen die alle globale problemen aanpakt? Neen!

Ons panel is het erover eens: meer samenwerking is noodzakelijk, maar een overkoepelend bestuur is haalbaar noch wenselijk. Een nauwere samenwerking komt er hoe dan ook. Nu al zie je een tendens naar harmonisatie via regionale blokken die elkaar vinden op wereldniveau"

“Als er toch een overkoepelend platform nodig is, versterk je beter de bestaande instellingen. 'Het VN-netwerk kan worden opgefrist.

De Wereldhandelsorganisatie, de Wereldvoedselorganisatie; geef ze macht! Stel ze samen met vertegenwoordigers uit alle landen. En werk met gekwalificeerde meerderheden. Anders wordt het hele apparaat te log. In Europa is het al moeilijk om tot compromissen te komen', omschrijft Bas De Roo het gevoel. Op wereldniveau krijg je helemaal flauwe soep.”

“In de Europese Unie is de politieke integratie veel verder gevorderd dan op het internationale vlak. De integrerende staten zijn dan ook sneller bereid het representativiteitsbeginsel te omarmen.

Het gelijkheidsbeginsel is dominant in de juridische structuur van internationale organisaties. Staten - hoe klein ze ook zijn - worden in gelijke mate erkend als staat voor zover ze aan een aantal constitutieve vereisten voldoen.”

In de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is elke staat gelijkelijk vertegenwoordigd. In de internationale sfeer heerst veel minder vertrouwen dan op het Europese niveau. “Een federale of confederale structuur, waarbij de samenstellende delen van de internationale gemeenschap geïntegreerd worden, is daarom op dit moment utopisch”.

“Hoe zeer democratie ook op internationaal vlak aangeprezen wordt door verlichte geesten, het is er tot nog toe slechts in beperkte mate gerealiseerd. Werelddemocratie is amper geformaliseerd; de vraag rijst of democratie zonder rechtsstatelijke basis wel democratie is.”

 


 
In deze les is ook informatie te gebruiken uit de volgende internetbronnen:

Merk je dat je niet alle kennis van de Nederlandse staatsinrichting paraat hebt, kijk dan op ‘Nederlandse staatsinrichting in het kort’ op Nederlandse Staatsinrichting.

 



ingvarcarlsson In de jaren ‘90 van de vorige eeuw is een commissie met de naam Commission on Global Governance o.l.v. de Zweed Ingvar Carlsson (foto rechts) bezig geweest met voorbereidingen van een ‘World Conference on Global Governance’ in 2000. Deze commissie is nooit een officieel orgaan van de Verenigde Naties geweest. Wel heeft ze een pakket van aanbevelingen opgesteld voor de bijeenkomst die moeten helpen bij het opzetten van een zekere vorm van bestuur op wereldschaal. Die aanbevelingen betroffen:

  • Invoering van een wereldbelasting;
  • Het optuigen van een VN-leger;
  • Het opheffen van het vetorecht van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad, en
  • Het opzetten van een ‘parlement’ met vertegenwoordigers vanuit de ‘civil society’, dat wil zeggen van niet-gouvernementele organisaties.

Van deze aanbevelingen is er niet één ingevoerd. Wel maken ze duidelijk dat er draagvlak voor is, en dat er nagedacht werd en nog wordt hoe de VN moet gaan functioneren als wereldwijde democratie in een wereld waarin steeds meer sprake is van globalisering en van grensoverschrijdende problemen als klimaatverandering, sociale en economische ongelijkheid en het herhaaldelijk optreden van epidemieën of pandemieën (waar de WHO greep op probeert te krijgen).

 


 
In enkele science-fictionverhalen komt een wereldregering voor en is er nauwelijks of helemaal geen sprake meer van soevereine landen. Dit idee leek een stap dichter bij verwezenlijking te komen toen in 1945 de Verenigde Naties werden opgericht. Zover is het, ook terwijl u deze les in de klas gebruikt, niet gekomen, hoewel er op kleinere schaal wel iets van een supranationaal gezag is gevestigd. Een voorbeeld hiervan is de Europese Unie met een parlement van leden uit alle EU-lidstaten. Er is een Europese Commissie, die qua samenstelling en functioneren lijkt op het kabinet met regeringsleider en ministers van een soeverein en democratisch land. En met een beetje fantasie kun je binnen de organisatiestructuur van de Verenigde Naties de contouren zien van een regering, zoals die er van een soeverein en democratisch bestuurd land uit ziet.

Valt op basis van de bestaande structuur van de VN alsnog een wereldregering te laten ontstaan? Moeten we dat wel willen? En zo ja, hoe zou die wereldregering er dan uit moeten zien? En zo nee, wat voor hervormingen zijn er nodig om de VN beter te laten functioneren?

U laat de leerlingen daarop studeren en laat ze zelf een wereldregering ontwerpen.

Plan van aanpak:
Voor de les trekt u 1 uur de tijd uit, maar indien er behoefte aan is, ruimt u er wat extra tijd voor in.

U laat de leerlingen individueel de bronnen ‘Werelddorp’ en ‘Wat doen de VN?’ lezen. Trek er 15 minuten voor uit.

Daarna laat u de leerlingen drie werkgroepen vormen.

Deze groepen werken een model uit van de Verenigde Naties aan de hand van het schema van de Verenigde Naties op de pagina met de inleiding op de les en aan de hand van de overige bronnen in de les. Een grotere afbeelding is te vinden op https://www.cmo.nl/images/verenigde-naties-vob/wereldregering/UN-schema.png.

U laat ze de volgende keuze:

  • Groep I werkt een centralistisch model uit, zoals Nederland dat heeft.
  • Groep II werkt een federalistisch model uit, zoals Duitsland en de Verenigde Staten dat hebben.
  • Groep III werkt een model uit van de Verenigde Naties waarin hervormingen zijn verwerkt die de leerlingen nodig vinden om de landenbond beter te laten functioneren, zonder dat je het een wereldregering kunt noemen.

Van het gekozen model maken ze een organogram of schema en ze schrijven er een toelichting bij en een pleidooi voor het gekozen model. Voor deze activiteit trekt u 30 minuten uit.

Zodra iedereen klaar is, houdt u een klassengesprek. Trek daar 15 minuten voor uit, maar als dat te kort is, kunt u dit gesprek wat langer laten duren.

Eerst presenteren de drie groepen hun organogram of schema van de Verenigde Naties met een toelichting en een pleidooi voor het gekozen model.

Daarna probeert u met de leerlingen een model uit te werken dat een compromis vormt tussen de drie modellen.

Uitwerking:
De organisatiestructuur van de Verenigde Naties en de functies van de deelorganisaties binnen de VN vertonen enige overeenkomst met die van een land met een op een eigen grondwet gestut democratisch bestuur. In die zin lijkt het Handvest van de VN op een grondwet. Voor iedere wijziging van de structuur en de functies van de afzonderlijke deelorganisaties is een wijziging nodig in dat Handvest.

Indien men werkelijk de Verenigde Naties om wil vormen tot een wereldregering, kan men kiezen voor een centralistische opzet of voor een losser verband met een federale structuur. Van wat men kiest hangt af in hoeverre de nu bestaande bestuurslagen (op internationaal (zoals van de Europese Unie), nationaal, regionaal of gemeentelijk niveau) hun macht en bevoegdheden behouden.

Zo kan men ervoor kiezen dat de wereldregering wel of niet belastingen heft bij alle burgers van de lidstaten van de VN en hoe hoog die belastingen moeten zijn. Nu al is er discussie over de wenselijkheid van belastingheffing bij alle burgers van de lidstaten van de EU. De opbrengst hiervan zou uitgetrokken worden voor beleid dat onder gezag van het EU-bestuur wordt uitgevoerd.

Een andere keuze is om al of niet een leger op te richten dat door de wereldregering wordt ingezet voor het beteugelen of voorkomen van conflicten. Dat zou een uitbreiding zijn van de bestaande bevoegdheid van de Veiligheidsraad inzake conflictbeheersing met soldaten van nationale legers.

Verder kan men ervoor kiezen om van de hele wereld één zone te maken met vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal (zoals de Europese Unie dat al is).

Ook kan de Algemene Vergadering worden omgezet in een parlement met gekozen vertegenwoordigers van alle lidstaten van de VN, naar het model van het Europees Parlement. Daarbinnen kan men ervoor kiezen dat iedere lidstaat één afgevaardigde heeft, net zoals nu het geval is in de Algemene Vergadering of dat het aantal afgevaardigden per land afhangt van het aantal inwoners van het land dat hij of zij vertegenwoordigt zoals nu het geval is bij het Europees Parlement.

Wereldverbeteraar en zelfuitgeroepen wereldstaatsburger Garry Davis (en geestverwanten) met de 'World Government of World Citizens' (zie de eerste bron). Hij heeft tijdens de historische VN-bijeenkomst in 1948 te Parijs waar de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens geratificeerd zou worden, zijn wereldstaatsburgerschap geclaimd. Bovendien riep hij de VN op om wereldverkiezingen te organiseren. Dat is tot op heden niet gebeurd.

Is een wereldpaspoort wel nodig? Bij een centralistisch opgezette wereldregering (dus als de wereld in feite één staat is) hoeft een dergelijk paspoort eigenlijk niet worden ingevoerd want je kunt maar van één staat staatsburger zijn. Heeft de wereldregering een federalistische opzet, dan is een paspoort handig waarin staat dat je wereldstaatsburger bent en burger van een staat binnen de wereldfederatie. Dit model paspoort komt overeen met het model paspoort dat burgers van lidstaten van de Europese Unie hebben.

Moet de Economische en Sociale Raad zich tot haar huidige activiteiten beperken, of moet deze raad zich ook bezig houden met ecologie en biodiversiteit? Dat kan als je de raad samenvoegt met de UNEP, die zich hier mee bezig houdt.

Tenslotte verschaft een goed werkende wereldregering een geschikt kader om alle mensen wereldwijd te voorzien van alle basisbehoeften, inclusief de behoefte aan een schone woonomgeving, schoon drinkwater, betrouwbare en onpartijdige rechtspraak, veiligheid en andere publieke goederen. De wereldregering verschaft ook een geschikt kader om voor iedereen waar ook ter wereld de rechten te waarborgen die genoemd zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de mens van de Verenigde Naties.

Eindtermen voor HAVO:
Domein B: Vorming (binnen een specifieke context)
Subdomein B1: Socialisatie
4. De kandidaat kan socialisatie binnen een specifieke context herkennen als een proces waarin cultuuroverdracht en cultuurverwerving plaatsvindt en waarin mensen een eigen identiteit ontwikkelen. Hij kan tevens culturen classificeren op basis van verschillende culturele dimensies.
Subdomein B2: Politieke socialisatie
5. De kandidaat kan voorbeelden van politieke socialisatie herkennen binnen een specifieke context. Hij kan tevens standpunten classificeren op basis van ideologieën en politieke dimensies.
Subdomein B3: Socialisatie binnen een specifieke context
6. De kandidaat kan in hoofdlijnen maatschappelijke ontwikkelingen beschrijven die van invloed zijn op socialisatieprocessen en op de rol van socialisatoren daarin. Hij kan tevens conclusies trekken over de veranderde socialisatieprocessen.

Domein D: Binding (binnen een specifieke context)
Subdomein D2: Politieke instituties en representatie/representativiteit
15. De kandidaat kan bindingen in de samenleving illustreren aan de hand van politieke instituties en beredeneren wat het belang is van representativiteit/representatie voor een democratische rechtsstaat

Domein E: Verandering (binnen een specifieke context)
Subdomein E2: Veranderingsprocessen staatsvorming, democratisering en globalisering
19. De kandidaat kan beschrijven hoe staatsvorming, democratisering en globalisering worden beschouwd als typerend voor de ontwikkeling van westerse samenlevingen van traditioneel naar modern.

Eindtermen voor VWO:
Domein B: Vorming (binnen een specifieke context)
Subdomein B1: Socialisatie
4. De kandidaat kan ontleden hoe cultuuroverdracht en cultuurverwerving door socialisatie plaatsvinden. Hij kan tevens verbanden beschrijven tussen persoonlijke identiteit en collectieve identiteit en culturen classificeren op basis van verschillende culturele dimensies.
Subdomein B2: Politieke socialisatie
5. De kandidaat kan beredeneren of er in een gegeven situatie sprake is van politieke socialisatie. Hij kan tevens standpunten classificeren op basis van ideologieën en politieke dimensie
Subdomein B3: Visies vanuit paradigma’s op socialisatie en politieke socialisatie
6. De kandidaat kan verschillende visies op socialisatie en politieke socialisatie vanuit drie sociaalwetenschappelijke paradigma’s onderscheiden.

Domein D: Binding (binnen een specifieke context)
Subdomein D2: Politieke instituties en representatie/ representativiteit
15. De kandidaat kan bindingen in de samenleving illustreren aan de hand van politieke instituties en beschrijven wat het belang is van representativiteit/representatie voor een democratische rechtsstaat. Tevens kan de kandidaat uitleggen hoe representatie en representativiteit bijdragen aan politieke binding.

Domein E: Verandering (binnen een specifieke context)
Subdomein E2: Veranderingsprocessen staatsvorming, democratisering en globalisering
20. De kandidaat kan beschrijven hoe staatsvorming, democratisering en globalisering worden beschouwd als typerend voor de ontwikkeling van westerse samenlevingen van traditioneel naar modern.

 


 

  • De leerlingen hebben gezien hoe het bestuur van de Verenigde Naties is ingericht en hoe dat functioneert.
  • De leerlingen kunnen overeenkomsten en verschillen benoemen en beschrijven tussen de opbouw en het functioneren van het bestuur van de Verenigde Naties en die van een parlementaire democratie zoals in Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als:

  • het organogram of schema in hun eindproduct overzichtelijk is;
  • de teksten bij het organogram of schema feitelijke informatie bevatten en in goed Nederlands zijn geschreven, en
  • de leerlingen tijdens het klassengesprek hebben laten zien dat ze respect voor elkaar hebben en voor elkaars mening en iedereen de kans heeft gehad zijn of haar standpunt en inzichten te verwoorden.

 

verwante lessen

Login Form