Vrouwen, vrede en veiligheid - bron: resolutie 1325


De Verenigde Naties hebben meermalen een wereldvrouwenconferentie georganiseerd, met als doel om de lidstaten van de VN samen te laten praten over vrouwenrechten. Ook waren de conferenties een platform voor samenwerking met en uitwisseling tussen vrouwenorganisaties.

Tijdens de Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995 werden de belangen van vrouwen nadrukkelijk op de kaart gezet, als zaak voor iedereen en binnen elk beleidsterrein.

beijing bijeenkomstHillary Clinton spreekt tijdens de Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995

 Aan de hand van de inzichten, die het overleg opleverde, stelde de VN-Veiligheidsraad in 2000 Resolutie 1325 op over Vrouwen, Vrede en Veiligheid, en nam die aan. De belangrijkste punten uit deze resolutie zijn:

  1. Bescherming van vrouwen en meisjes tegen seksueel geweld;
  2. Preventie van seksueel geweld door daders te berechten (indien onder oorlogsomstandigheden gepleegd, strafbaar als oorlogsmisdaad);
  3. Het betrekken van vrouwen in besluitvormingsprocessen, vredesonderhandelingen en vredesmissies;
  4. Ondersteuning van lokale vredesinitiatieven van vrouwen;
  5. Rekening houden met de speciale behoeftes van vrouwen en meisjes in vluchtelingenkampen en in demobilisatieprogramma’s;
  6. Invoering van een genderperspectief in VN-missies en VN-programma’s (d.w.z. dat er met de verschillen tussen vrouwen en mannen op een bepaald beleidsterrein of bij een bepaalde activiteit rekening wordt gehouden).

Aanvankelijk was de gangbare gedachte binnen VN-kringen dat geweld tegen vrouwen en meisjes een betreurenswaardig, maar onvermijdelijk neveneffect van gewapende conflicten was. In de resolutie staat echter, dat geweld tegen vrouwen en meisjes (zoals verkrachting) vaak bewust als oorlogswapen wordt ingezet. Daarom moet in zo’n geval volgens de tekst geweld tegen vrouwen en meisjes als oorlogsmisdaad worden beschouwd en bestraft. Dat was een primeur, die een omslag markeerde in het denken binnen de VN over seksueel geweld tegen vrouwen.

Een primeur was ook de oproep in de resolutie om vrouwen actief te betrekken bij vredesonderhandelingen en vredesmissies. Tot dan toe was dat vrijwel nooit het geval geweest. Vrouwen ijverden bij de meeste conflicten - op de achtergrond van het geweld - voor vrede, maar werden buitengesloten, zodra er over vrede onderhandeld ging worden. Daardoor was vredesoverleg hoofdzakelijk een zaak van mannen met macht en legers.

In zijn rede in 2000, naar aanleiding van de aanname van Resolutie 1325, zei de toenmalige secretaris-generaal van de VN, Kofi A. Annan dit:

"Vrouwen kennen als geen ander de tol die conflicten eisen en zijn vaak ook beter in staat dan mannen om ze te voorkomen of op te lossen. Al generaties lang treden vrouwen op als pleitbezorgers voor de vrede, zowel in de huiselijke sfeer als in de bredere samenleving. Zij hebben een doorslaggevende rol gespeeld, dankzij hun talent bruggen te slaan in plaats van muren op te trekken. Ook zijn zij onvervangbaar gebleken bij het in stand houden van het maatschappelijk bestel, wanneer gemeenschappen verscheurd raakten.”

 

verwante lessen

Login Form