Kinderarbeid - bron: marktprijs


Arbeid is een van de drie productiefactoren in de economie, naast kapitaal en natuur. De beloning die in het productieproces aan de arbeid wordt toegekend is het arbeidsloon of salaris. De werknemer verricht arbeid in ruil voor loon. Anders gezegd: arbeid heeft een prijs en die prijs wordt bepaald door vraag en aanbod. Als het aanbod van arbeid groter wordt en/of de vraag kleiner, dan daalt de prijs van arbeid. De prijs van arbeid stijgt als het aanbod ervan kleiner wordt en/of de vraag ernaar groter.

Er is dus sprake van een markt voor arbeid, waarbij de prijs van die arbeid afhangt van het evenwicht tussen vraag naar en aanbod van arbeid. Die prijs wordt, samen met andere arbeidsvoorwaarden vastgelegd in een overeenkomst tussen beide marktpartijen. Werkgevers proberen de prijs van arbeid laag te houden om hun producten tegen lagere prijzen te kunnen verkopen dan hun concurrenten. Daarmee kunnen ze hun afzet vergroten.

Dat gebeurde in de 19e eeuw in landen waar de Industriële Revolutie op gang was gekomen. De lonen van fabrieksarbeiders waren op gegeven moment zo laag geworden dat deze volwassen arbeiders er niet meer van konden rondkomen en hun vrouwen en kinderen daarom moesten bijspringen door ook in fabrieken te werken. Dat maakte het aanbod van arbeid groter en de prijs ervan daalde nog meer. Dat gebeurde ook in Nederland.

Waar dat toe leidde, zie je in de SchoolTV-film ‘Jacob Jan Cremer’:

cremer

 
Ook in andere landen die de Industriële Revolutie doormaakten, werd kinderarbeid door wetgeving aangepakt en uitgebannen. Ook werd in Nederland en in andere landen waar de industrie was opgekomen, leerplicht ingevoerd.

 

verwante lessen

Login Form