Eric van Damme, Universiteit van Tilburg
Ongelijkheid is een ding, maar wat is de relatie met globalisering? De anti-globalisten verzetten zich tegen een groot aantal dingen en het is niet altijd duidelijk wat ze bedoelen. Voor een econoom is het begrip globalisering helder: het betekent vrij verkeer van goederen, geld, mensen en ideeën. De wereld is nog lang geen ’global village’: we beschermen onze landbouw tegen importen uit de derde wereld en van vrij verkeer van mensen moeten we al helemaal niets hebben.
Volgens schattingen van economen van het Tinbergen Instituut zou handelsliberalisering ontwikkelingslanden ongeveer drie keer zoveel opleveren als ze nu jaarlijks aan ontwikkelingshulp krijgen.
Economen betogen dat bij vrij verkeer iedereen er in welvaart op vooruit kan gaan en dat meer globalisering dus beter is dan minder. Een recente studie van Kevin O’Rourke van Trinity College, Dublin, documenteert het wereldintegratieproces gedurende de laatste 200 jaar. Hij laat zien dat de wereld 100 jaar geleden meer geïntegreerd was dan nu. Toen werden in het bijzonder migratiestromen minder belemmerd; zo verhuisden een eeuw geleden jaarlijks 1 miljoen Europeanen van hier naar de Nieuwe Wereld.
O’Rourke concludeert dat er geen bewijs is voor de stelling dat globalisering de ongelijkheid versterkt. Integendeel, de meeste landen die zich opengesteld hebben voor de wereld zijn er in geslaagd zich naar boven op te werken, terwijl landen die zich afgesloten hebben verder achtergebleven zijn. In tegenstelling tot wat anti- globalisten menen, is het waarschijnlijk dat arme landen juist arm zijn, omdat ze geweigerd hebben aan het globaliseringsproces deel te nemen.
Naar: http://www.tilburguniversity.edu/research/institutes-and-research-groups/center/staff/vdamme/globalisering.pdf