Pagina 11 van 16
“Globalisering is zowel een collectieve uitdaging als een uitnodiging voor elk van ons om nieuwe manieren uit te vinden om wereldburger te zijn.”
- Wanneer vrijhandel onvrij maakt
Handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten, of het nu gaat om onze gsm of auto, de groenten of het vlees op ons bord, de muziek die we beluisteren of de wijn die we drinken.
In een menselijke wereld hoort die productie van goederen of diensten te gebeuren in sociaal verantwoorde werkomstandigheden. Al even vanzelfsprekend is het dat wie werkt voor zijn product, dienst of arbeid een prijs krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt.
Essentieel om nog van vrijhandel te spreken is in elk geval dat het moet gaan om vrije transacties van goederen of diensten, waar alle partijen voordeel uit halen, dat m.a.w. niemand er armer van wordt.
Lach niet te vlug… want vele miljoenen mensen in vooral ontwikkelingslanden zijn op zulke perverse manier gekluisterd aan de wereldmarkt dat zij er inderdaad armer van worden.
Tot nu organiseren we die ongelijke situatie vooral via de Wereldhandelsorganisatie. Die kreeg jarenlang zowat een blanco check om voluit te gaan voor de vrijmaking van de wereldmarkten, zeker als het goederen betreft, maar ook voor diensten. Het is een liberalisering zonder enige aandacht voor het milieu, sociale oogmerken of mensenrechten en dan vooral het recht op voldoende inkomen, om op humane wijze te kunnen leven. - Dit weekend werd ik aangesproken door iemand die de conclusie had getrokken dat het nu toch wel duidelijk was dat nationale overheden hun langste tijd gehad hebben. Het is een verleidelijke gedachte, maar ik ben het er toch niet mee eens.
Neem de Aziatische crisis die in 1998 de opkomende economieën van Zuidoost- Azië een voor een in de wurggreep nam.
Niet alleen overheden en bedrijven kwamen in grote problemen, maar ook de sterk verbeterde levensomstandigheden werden tenminste een decennium teruggeworpen. Wat opviel was dat de landen waar de nationale overheden het best functioneerden (zoals Taiwan, Singapore en Hongkong) relatief het minst last hadden van de crisis en het snelst weer op de been waren. Landen als Zuid-Korea waar de overheid de zaken redelijk onder controle had, maar banken en andere bedrijven te veel hun gang had laten gaan, hadden het zwaarder, maar zijn ook weer opgekrabbeld. Terwijl corrupte kleptocratieën als Indonesië nog steeds met de gevolgen van die crisis worstelen.
Blijkbaar zijn landen waar de infrastructuren op orde zijn in het voordeel in de race die globalisering heet.
Blijkbaar is het flitskapitaal, wat de tegenstanders er ook van denken, meer gebaat bij een goed functionerend rechtssysteem dan bij corruptie. Het is dus niet zo dat een nationale overheid er niet meer toe doet, nee, het lijkt er eerder op dat een nationale overheid nog belangrijker wordt, omdat zij de condities kan creëren waaronder een land beter of slechter functioneert in een geglobaliseerde wereld.
Naar: Hamburgers en Wereldburgers; vpro televisie. Door eindredacteur George Brugmans