Duurzame aarde 2100

 

“De aarde heeft voldoende om ieders behoefte te bevredigen maar niet ieders hebzucht.”
Mahatma Gandhi (1869-1948)

Van deze uitspraak is het tweede deel altijd waar geweest. Het eerste deel is dat  niet meer. We verbruiken elk jaar meer van de hulpbronnen van de aarde dan de aarde in een jaar tijd kan voorbrengen. De dag van het jaar waarop we de hulpbronnen van de aarde van het lopende jaar hebben verbruikt, valt steeds vroeger. Dat komt alleen al doordat de wereldbevolking blijft groeien. In 2020 waren we met 7,8 miljard mensen. Het Department of Economic and Social Affairs DESA van de Verenigde Naties schatte in 2017 dat de wereldbevolking in 2030 gegroeid zal zijn tot 8,6 miljard, in 2050 tot 9,8 miljard en in 2100 tot 11,2 miljard.

Naar: https://www.un.org/development/desa/en/news/population/world-population-prospects-2017.html

Bovendien neemt de welvaart in steeds meer landen toe, waardoor het verbruik van hulpbronnen van de aarde nog meer stijgt.

We moeten dus juist een flinke stap terugdoen in ons verbruik van hulpbronnen, als we ervoor willen zorgen dat het eerste deel van Gandhi’s uitsprak opnieuw gaat stroken met de feiten. Zo niet, dan zullen toekomstige generaties steeds meer armoede, voedseltekorten, schadelijke gevolgen van klimaatverandering en andere ellende over zich heen krijgen.

Moeten we dan steeds meer van onze welvaart inleveren en op den duur zelfs in armoede gaan leven? Nee. Wel moeten we onze huidige manieren van consumeren en produceren zodanig aanpassen, dat we niet langer roofbouw plegen op de aarde.

blackfridayAmerikaans warenhuis tijdens Black Friday, dé dag waarop consumenten de meeste producten kopen 

 


 

opdrachtWat zijn wat dat betreft de mogelijkheden? En wat als die mogelijkheden niet toereikend blijken te zijn, omdat mensen die nu in armoede leven een groter deel van de hulpbronnen van de aarde zullen krijgen dan ze nu hebben? 

Dat gaan jullie in deze les onderzoeken.

Daarna maken jullie een impressie van het dagelijks leven in het jaar 2100.

 


 

werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd.

Lees eerst in je eentje de bron ’Ecologische voetafdruk’. Je krijgt er 10 minuten de tijd voor.

Daarna maak je samen met drie klasgenoten een bladzijde uit een dagboek gemaakt in het jaar 2100 of een podcast met een impressie van het dagelijks leven in dat jaar.

Gebruik hiervoor de informatie uit de overige bronnen in de les. Je krijgt er de rest van de tijd voor.

Kies uit twee scenario’s:

  1. Wij, wereldbewoners, hebben ervoor gezorgd dat iedereen in redelijke tot goede welvaart kan leven zonder roofbouw op de aarde te plegen, ook al delen we de aarde met haar hulpbronnen met 11,2 miljard bewoners.
  2. Gaandeweg is gebleken dat voor ons, wereldbewoners, er te weinig hulpbronnen op de aarde zijn voor iedereen, met alle gevolgen van dien.

Deel je pagina uit het dagboek of je podcast met de rest van de klas.

 



Hoe kunnen we aantonen dat we per jaar meer verbruiken aan hulpbronnen van de aarde dan de aarde in datzelfde jaar kan voortbrengen? En hoe meten we dat verschil? Dat gebeurt door gebruik te maken van het begrip ‘ecologische voetafdruk’. Dat is de ruimte die op aarde wordt gebruikt om één persoon te voeden en te voorzien in al zijn levensbehoeften. Voor elke aardbewoner is op dit moment gemiddeld 1,8 hectare beschikbaar. Maar voor de manier van leven die we nu gewend zijn, hebben we per persoon 2,2 hectare nodig. De ecologische voetafdruk van ieder mens op aarde is dus nu al groter dan de aarde aankan.

ecologischevoetafdruk

Daar komt nog bij dat er grote verschillen zijn per land en regio in de omvang van die voetafdruk. In Nederland is dat 4,4 hectare. Ook in andere rijke landen is de voetafdruk groter dan het gemiddelde van 2,2 hectare. In de armste ontwikkelingslanden is de voetafdruk juist aanzienlijk kleiner dan dat gemiddelde. Die armste landen liggen vooral in Afrika ten zuiden van de Sahara. Het is dan ook niet verwonderlijk dat 10% van de wereldbevolking ongeveer 4/5 van alle aardse hulpbronnen verbruikt. Hoe moet de aarde het opbrengen om voldoende hulpbronnen aan te maken om ervoor te zorgen dat de andere 90% van de wereldbevolking net zo’n hoge welvaart heeft als die 10%? Dan ligt het meer voor de hand dat de hulpbronnen die er zijn, gelijkmatig over de wereldbevolking worden verdeeld. En dan nog is de voetafdruk van ieder mens op aarde groter dan 1,8 hectare. Met eerlijk delen maken we dus nog geen einde aan de roofbouw op de aarde.

We spreken soms ook wel over het begrip 'draagkracht van de aarde'. Dit is het vermogen van de aarde om de wereldbevolking te voorzien van voedsel en andere  levensbehoeften. Als we meer dan 1,8 hectare gemiddeld per persoon gebruiken, gaat dit de draagkracht van de aarde te boven.

Uitgebreide informatie over de ecologische voetafdruk is te vinden op www.voetafdruk.eu. Op deze webpagina kun je doorklikken naar een andere webpagina om te lezen hoe je je eigen voetafdruk kunt verkleinen.

 



logo recyclingTegenwoordig vinden wij afvalscheiding en recycling in Nederland al bijna vanzelfsprekend. Soms zijn materialen nu al 100% afbreekbaar of geheel opnieuw te gebruiken, gft-afval bijvoorbeeld en glas.

Maar de meeste producten zijn samengestelde producten, die maar gedeeltelijk recyclebaar zijn. Zo zijn volgens Autorecycling Nederland (ARN), onze auto's tegenwoordig voor het overgrote deel recyclebaar.  

Meer informatie over Autorecycling Nederland vind je op  https://arn.nl/.

 



Naast recycling zijn er nog andere manieren om onze manier van leven duurzamer te maken. Dat zijn bijvoorbeeld ook de vermindering van CO2-uitstoot, minder gebruik maken van giftige materialen en die na gebruik niet zomaar weggooien, alsmede het meewerken aan het behoud van biodiversiteit.

Dit betekent dat recyclen alleen, als je kijkt naar de toekomst, niet voldoende is. Immers, veel producten, ook al kun je ze (gedeeltelijk) recyclen, worden nog steeds gemaakt met behulp van eindige grondstoffen en energiebronnen. Dit probleem moet op de een of andere wijze opgelost worden. Een van de manieren om dit te doen is het Cradle to Cradle- (van wieg tot wieg) of C2C-concept.

Dit concept is bedacht door de architect William McDonough en de scheikundige Michael Braungart en het gaat eigenlijk verder op het reeds bestaande idee van een kringloopeconomie. Het komt hierop neer dat elk materiaal en daaruit volgend product moet worden ontworpen als grondstof voor een volgend product. Men onderscheidt daarbij:

cradle2cradle

C2C werkt het beste als hiervoor producten en componenten zoveel mogelijk uit natuurlijke materialen vervaardigd worden. Een luier bijvoorbeeld, kan gemaakt worden uit organisch materiaal, dat na gebruik 100% wordt afgebroken tot compost. Wanneer een product niet vervaardigd kan worden uit biologisch materiaal, kan men ook technische, niet-bio-afbreekbare materialen gebruiken. Deze stoffen moeten in een gesloten technisch kringloopsysteem worden ingevoerd. In de technische kringloop dient een materiaal hergebruikt te kunnen worden als een hoogwaardige grondstof. Een voorbeeld is staalbedrijf Umicore in België. Dit bedrijf gebruikt hoogwaardig staal dat na honderd keer hergebruik nog zo goed als niets aan kwaliteit heeft ingeboet.

De gebruikte materialen moeten ook nog volkomen veilig zijn voor mens, dier en plant en met behoud van kwaliteit hergebruikt kunnen worden in de biosfeer of technosfeer. Bovendien moet het product ook snel en makkelijk ontmanteld kunnen worden voor hergebruik.

 



Er zijn inmiddels al veel mogelijkheden om 'alledaagse' producten aan te schaffen die na gebruik geen afval opleveren. Een voorbeeld daarvan is kleding die gemaakt is uit lange vezels die uit oude kledingstukken zijn gehaald. Het gaat onder meer om truien die gemaakt zijn van wol die uit oude kledingstukken. Ook maken steeds meer mensen nieuwe kleren uit hun oude kleding. Er worden ook steeds meer korte vezels uit oude kledingstukken gehaald die worden verwerkt in meubels. Volgens de landbouw- en voedseldeskundige Louise O. Fresco is er een groeiende markt voor deze gerecyclede producten. Toch verwacht zij dat het nog enige tientallen jaren zal duren, voordat we voor het maken van nieuwe kleren geen vezels uit landbouwproducten als katoen meer nodig hebben. Tot dan toe is het dus volgens  haar zaak om die producten op duurzamere wijze te gaan maken.

c2cklein

Ook kun je online huishoudelijke producten kopen die volgens het principe van C2C zijn gemaakt. Klik voor een voorbeeld hiervan op De eerste cradle 2 cradle handdoek van Nederland | Yumeko.

Naar: ‘Toon me je klerenkast en ik zeg je wie je bent’, in NRC-Handelsblad van 27 november 2020.

 



Abu Dhabi , de hoofdstad van een van de Verenigde Arabische Emiraten, bouwt de duurzaamste stad ter wereld. Abu Dhabi krijgt de naam Masdar City en is onderdeel van het Masdarinitiatief en moet een leidend voorbeeld worden en hét wereldcentrum op het gebied van duurzaamheid. De stad wordt CO2-neutraal, gaat al het afval recyclen en zal autovrij worden.

c2cgroot

De stad heeft slechts een kwart van de energie nodig ten opzichte van een stad van dezelfde grootte. De waterbehoefte is zelfs 70% lager. De ontwikkeling van Masdar City is gebaseerd op het One Planet Living-programma van het Wereld Natuur Fonds WWF. Dit fonds is als adviseur nauw betrokken bij de bouw van Masdar City. One Planet Living streeft ernaar dat mensen niet meer natuurlijke hulpbronnen - zoals hout, water en fossiele brandstoffen - gebruiken dan ons ter beschikking staan op deze éne planeet.

Centraal punt in Masdar City wordt het Masdar Headquarters ontworpen door Adrian Smith + Gordon Gill Architecture. Zij ontwierpen een gebouw dat energie opbrengt. Hiervoor maken ze gebruik van duurzame materialen, geïntegreerde windturbines en zonnepanelen. Daarnaast is dit het eerste gebouw ter wereld dat energie levert voor de eigen bouw. Hiervoor zorgen de zonnecelschermen, die uiteindelijk het dak van het gebouw gaan vormen. Het gebouw heeft na oplevering  de grootste reeks geïntegreerde zonnepanelen ter wereld. Ook beschikt het gebouw over ’s werelds grootste door zonne-energie aangedreven koelsysteem.

Het totale budget voor Masdar City bedraagt 15 miljard euro. De stad krijgt een oppervlakte van 6,5 km2 en is intussen gereed zijn. Het gebied kan 50.000 inwoners en 1.500 bedrijven huisvesten en zal een thuishaven worden voor internationale experts op het gebied van duurzame energie.

Naar: http://www.happynews.nl/2009/05/18/abu-dhabi-bouw-duurzame-stad/

 



Met een 'duurzame' woning wordt over het algemeen bedoeld dat de woning zo veel mogelijk gebouwd wordt met 'milieuvriendelijke' materialen en dat de woning in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien met 'duurzame' energiebronnen. Meestal wordt dit niet 100% gehaald. Maar er zijn sinds de jaren ‘70 van de vorige eeuw veel woningen gebouwd met de bedoeling dat daarin zo milieuvriendelijk mogelijk geleefd kan worden. Vrij beroemd zijn de 'Earthships' van architect Reynolds geworden. Wij noemen ze in het Nederlands ook wel 'Aardehuizen'. Lees onderstaand bericht eens:

Earthship Zwolle opent de deuren
"Een aarden wal, duizend gebruikte autobanden en duizenden lege flessen zijn gebruikt om in Zwolle een theehuis te bouwen. Het eerste earthship in Nederland wordt zaterdag geopend.

Het idee van Earthships of aardehuizen stamt uit de Verenigde Staten. Architect Mike Reynolds begon in de jaren ’70 met afval en aarde in de woestijn klimaatneutrale woningen te bouwen. Het Zwolse theehuis is door een internationaal bouwteam volgens dezelfde principes van Reynolds gebouwd", zegt projectleider Egbert Haas van woningcorporatie SWZ. "Het gebouw is volledig zelfvoorzienend. Zo wordt regenwater opgevangen, in plantenbakken gefilterd en vervolgens wordt er onder andere thee mee gezet."

aardehuizen

"Het earthship op Goertjesweg 5 in de Nooterhof te Zwolle is gebouwd ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van woningcorporatie SWZ", zegt directeur Eddy Veenstra. "Als corporatie staan we voor een grote opgave om energie te besparen en duurzaam te bouwen. Daar willen we ervaring mee opdoen.” Energiebesparing levert ook wat op voor de inwoners. "We willen de woonlasten laag houden. Dat kan door gedrag maar ook door zelf het materiaal aan te passen. Wat hier in extreme vorm wordt gepresenteerd, willen we de komende jaren toepassen in onze woningen.”

bron: http://www.happynews.nl/2009/06/17/earthship-zwolle-opent-de-deuren/

 



In 1987 verscheen het rapport ‘Our common future’ (Onze gemeenschappelijke toekomst) van de World Commission on Environment and Development van de VN. Dit rapport staat ook wel bekend als het Brundtland-rapport. In dit rapport is voor het eerst duurzame ontwikkeling omschreven: ‘Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.’

Dat de Verenigde Naties duurzame ontwikkeling prominent op hun agenda hebben gezet, is te zien aan de verklaring met zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen die ze in 2915 hebben aangenomen. Die doelen moeten in 2030 zijn behaald.

duurzameontwikkelingsdoelen

Hiervan hebben maar liefst vijf min of meer betrekking op duurzame ontwikkeling Dat zijn:

11. Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam.

12. Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen.

13. Neem dringend actie om klimaatverandering en haar impact te bestrijden.

14. Behoud en maak duurzaam gebruik van de oceanen, de zeeën en maritieme hulpbronnen.

15. Bescherm, herstel en bevorder het duurzame gebruik van ecosystemen, beheer bossen duurzaam, bestrijd woestijnvorming en landdegradatie en draai het terug en roep het verlies aan biodiversiteit een halt toe.

 



In deze les bekijken de leerlingen mogelijkheden om duurzamer met hulpbronnen van de aarde om te gaan, zodat welvaart voor iedereen mogelijk is en tegelijkertijd niet langer roofbouw op de aarde wordt gepleegd, met alle kwalijke gevolgen voor volgende generaties van dien. Ook zien ze dat nieuwe ontwikkelingen in de ruimtevaart uitkomst kunnen bieden als blijkt dat deze twee doelstellingen niet tegelijkertijd kunnen worden behaald.

Plan van aanpak:
Voor de les trekt u 1 uur uit.

Eerst lezen de leerlingen individueel de bron ’Ecologische voetafdruk’. Trek er 10 minuten voor uit.

Daarna laat u de leerlingen in groepen van vier een bladzijde uit een dagboek gemaakt in het jaar 2100 schrijven of een podcast maken met een impressie van het dagelijks leven in dat jaar.

Ze kiezen hiervoor uit twee scenario’s:

  1. We hebben ervoor gezorgd dat iedereen in redelijke tot goede welvaart kan leven zonder roofbouw op de aarde te plegen, ook al delen we de aarde met haar hulpbronnen met 11,2 miljard bewoners.
  2. Gaandeweg is gebleken dat voor ons, wereldbewoners, er te weinig hulpbronnen op de aarde zijn voor iedereen, met alle gevolgen van dien.

Voor het maken van hun eindproduct halen de leerlingen informatie uit de overige bronnen in de les. Trek voor deze activiteit de rest van de tijd uit.

Kijk als iedereen klaar is de pagina’s uit het dagboek van 2100 en de podcasts na.

Eindtermen voor HAVO:
Domein B: Concept schaarste (SE)
De kandidaat kan in contexten analyseren dat beperkte middelen en ongelimiteerde behoeften dwingen tot het maken van keuzes.

Domein H: Concept welvaart en groei
De kandidaat kan in contexten analyseren wat op nationaal en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei en van de verdeling van inkomen en welvaart. Keuzes op microniveau werken door op macroniveau in elke economie die gekenmerkt wordt door wederzijds afhankelijke markten.

H2 Groei
De kandidaat kan in contexten herkennen en toepassen:
2.1 economische structuurontwikkeling en de groei van het BBP door inzet van de productiefactoren;
2.2 het steeds groter wordende belang van menselijk kapitaal en technologische ontwikkeling als determinanten van economische groei en van groei van de arbeidsproductiviteit;
2.3 het bestaan van productiviteitsverschillen tussen landen;
2.4 convergentie en divergentie van ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen aan de hand van de ontwikkeling van en determinanten voor het BBP;

Eindtermen voor VWO:
Domein H: Concept Welvaart en Groei
De kandidaat kan in contexten analyseren wat op nationaal en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei en van de verdeling van inkomen en welvaart. Keuzes op macroniveau in elke economie die gekenmerkt wordt door wederzijds afhankelijke markten.

H3: Groei
De kandidaat kan in contexten herkennen en toepassen:
3.1 structuurontwikkeling en de groei van het BBP door inzet van de productiefactoren arbeid , natuur, kapitaal, ondernemerschap en de relatie tussen de zowel de kwantitatieve als kwalitatieve veranderingen van deze productiefactoren (aanbodfactoren),
3.4 Indicatoren die de kwaliteit van de productiefactor kapitaal en/of productiviteit bepalen, zoals:

3.5 Indicatoren die de kwantiteit van de productiefactor kapitaal bepalen, zoals;

 


 

 



De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun eindproduct:

 

verwante lessen