1999 - Battle of Seattle

 

Globalisering is wereldwijde, toenemende verwevenheid op economisch, politiek en cultureel gebied. Het kwam begin jaren ’80 op gang toen er steeds snellere en betere communicatiemiddelen beschikbaar kwamen, de internationale handel steeds meer vrijgemaakt werd van allerlei belemmeringen en daardoor enorm in omvang toenam, steeds meer taken van de overheid werden overgedragen op bedrijven en bedrijven van de overheid steeds meer wettelijke speelruimte kregen om zaken te doen en vaak ook minder belastingen hoefden te betalen.

In 1999 vond men globalisering min of meer vanzelfsprekend. Niet in het minst omdat het gepaard ging met toenemende en verder verbreide welvaart bij burgers en vaak ook met hogere winsten bij bedrijven.

Inmiddels waren sommige mensen tot het besef gekomen dat globalisering ook een schaduwzijde heeft. Die kwamen daarom in verzet tegen verdergaande globalisering en noemden zich ‘anders-globalisten’.

protestAndersglobalistisch protest in Le Havre, bij de G8 in 2011

 


 

opdrachtEind november 1999 kwam het in Seattle, een stad in Washington State in de VS, tot gewelddadige botsingen tussen voorstanders van globalisering en anders-globalisten.

Wat was de aanleiding tot deze ‘Battle of Seattle’? Welke bezwaren hadden anders-globalisten tegen globalisering? Wat is er daarna gebeurd om tegemoet te komen aan die bezwaren?

Dat ga je in deze les onderzoeken in deze les.

Daarna breng je die bezwaren in kaart en laat je zien wat er aan gedaan wordt of kan worden gedaan.

 



werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. 

Kijk eerst naar de SchoolTV-video.

Maak daarna acht groepen. Iedere groep pakt een bezwaar aan dat je in 1999 en ook nu nog tegen de almaar voortschrijdende globalisering kunt aanvoeren. Probeer ook na te gaan wat er gedaan wordt of moet worden gedaan om dat bezwaar weg te nemen.

Bij het bezwaar dat je gekozen hebt, zitten een of twee steekwoorden die je bij je onderzoek kunt gebruiken.

De bezwaren zijn:

  1. Productie goederen is kwetsbaar door opsplitsing ervan in meerdere stappen:
    Steekwoord: productieketen.
  2. Niet alle arbeiders profiteren van globalisering. Sommige arbeiders verdienen weinig en werken onder slechte omstandigheden voor grote bedrijven.
    Steekwoorden: lagelonenland, kinderarbeid.
  3. In rijke(re) landen gaan veel banen verloren omdat maakindustrie uit die landen verdwijnt.
    Steekwoorden: de-industrialisatie, Rust Belt.
  4. In ontwikkelingslanden verliezen veel mensen die in de landbouw werken hun middelen van bestaan door schaalvergroting en mechanisering van de landbouw.
    Steekwoord: cash crops.
  5. Ontwikkelingslanden verdienen weinig aan uitvoer van hun grondstoffen naar rijke(re) landen.
    Steekwoord: opkomende economie.
  6. Bedrijven houden weinig rekening met milieu en voedselveiligheid.
    Steekwoorden: milieueisen, kwaliteitseisen.
  7. Bedrijven doen soms zaken met en in landen waar de rechten van de mens op grote schaal worden geschonden.
    Steekwoord: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens  van de VN.
  8. Bedrijven zoeken landen op waar ze weinig belasting hoeven te betalen.
    Steekwoorden: belastingontwijking, belastingparadijs.

Kijk de overige bronnen in de les door en ga aan de slag op internet. Maak een verslag van je onderzoek en de resultaten ervan.

Deze verslagen bundelen jullie in een boekje over globalisering. Jullie geven daarbij aan om een korte inleiding te maken voor het boekje waarin wordt aangegeven hoe de Battle of Seattle onze kijk op globalisering heeft beïnvloed.

 



Wat merk je zelf van globalisering? Kijk naar de SchoolTV-video ‘Globalisering’: 

 globalisering



Topman Moore: "Nieuwe ronde WTO in gevaar"
Een nieuwe onderhandelingsronde over vergaande liberalisering van de wereldhandel is in gevaar. Dat heeft de directeur van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), Michael Moore, vrijdag laten weten in een brandbrief aan de 134 lidstaten van de WTO.

wto geneveDe ingang van het WTO-hoofdkwartier in Genève

Eind november moet tijdens een grote ministeriële WTO-conferentie in het Amerikaanse Seattle een nieuwe ronde beginnen. Maar volgens Moore hebben ruim drie maanden discussiëren niets opgeleverd.

Vooral de Verenigde Staten en de Europese Unie staan tot dusver lijnrecht tegenover elkaar. De Amerikanen willen alleen praten over lagere invoerrechten en landbouw, terwijl Brussel ook onderwerpen als milieu, sociale normen en voedselveiligheid op de agenda wil.

Maar ook de ontwikkelingslanden roeren zich. Zij hebben nog steeds moeite met de uitvoering van de akkoorden van de vorige ronde.

Naar: ‘Topman Moore: nieuwe ronde WTO in gevaar’ in De Volkskrant van 6 november 1999.

 



Over de ‘Battle of Seattle' is een speelfilm gemaakt dat in 2007 verscheen in de bioscopen. Hieronder lees je een beschrijving van deze film:

“De film gaat over de protestbeweging rond de Wereldhandelsorganisatie-ministerstop in Seattle. Een groep activisten arriveert in Seattle, om te protesteren tijdens een conferentie van de Wereld Handelsorganisatie (WHO). Zij zien hierin niets minder dan een zoveelste stap van een groep zakenmensen om hun commerciële belangen nog verder boven wereldwijde mensenrechten te plaatsen en willen een tegenstem laten horen.

De activisten voeren hun acties geweldloos uit door menselijke ketenen te vormen en doen hiermee niets onwettigs. Seatlle’s burgemeester Jim Tobin (gespeeld door Ray Liotta) is op de hoogte van hun activiteiten en denkt dat het allemaal wel los zal lopen. Hij denkt dat de demonstranten weinig kans maken daadwerkelijk iets te verstoren. Wanneer deze niettemin succesvol verhinderen dat de deelnemers aan de WHO-top op hun bestemming kunnen komen, komt hij onder druk te staan. Tobin sanctioneert daarop de inzet van geweld van zijn politiemacht, die vervolgens gewapend met knuppels en liters traangas de vreedzame demonstranten te lijf gaat.”

peppersprayDe politie zette ook pepperspray in tegen de demonstranten

 



WTO zal nooit meer hetzelfde zijn
clintonWat het startsein voor de 'millenniumronde' had moeten worden, eindigde in Seattle in chaos. Wat nu? Een ding staat vast: de WTO zal nooit meer hetzelfde zijn.

VS-President Clinton veroordeelde - uiteraard - de gewelddadige demonstraties, maar toonde vlak voor zijn bezoek aan Seattle 'veel sympathie voor heel wat kwesties die de demonstranten naar voren brengen'. De politiek zal daarop een antwoord moeten vinden. Veel politici en ook WTO-topman Moore zeiden het hem na.

Clinton sprak in Seattle over de relatie tussen handel en milieu, een gevoelige kwestie voor ontwikkelingslanden. Ook biotechnologie en consumentenzorgen kwamen aan de orde.

Het zijn belangrijke punten voor de nieuwe globaliseringsagenda van de 21ste eeuw, waarin de relatie tussen democratie en vrijemarkteconomie centraal staat.

Naar: ‘WTO zal nooit meer hetzelfde zijn’ in NRC Handelsblad van 6 december 1999.

 

EU geeft VS schuld van WTO-débacle
lamyDe WTO-bijeenkomst in Seattle is mislukt door de onverzettelijke houding van de Amerikaanse delegatie. Dat zei EU-onderhandelaar Pascal Lamy gisteren na terugkomst in Brussel.

Volgens Lamy waren alle partijen, behalve de VS, bereid compromissen te sluiten.

Alle thema's waren bespreekbaar, zowel de klassieke als landbouw, tarieven, dumping en handelsbarrières als de zogeheten nieuwe onderwerpen milieu en arbeidsomstandigheden. De onverzettelijkheid van de Amerikanen leidde echter tot een impasse.

De (toenmalig) EU-commissaris vindt dat het mislukken van Seattle 'dwingt tot nadenken' over de economische ordening in de wereld. 'Dat proces zal nu wellicht eerder op gang komen, dan wanneer Seattle een succes was geworden.'

Een coalitie van milieuactivisten, consumentengroepen en vakbonden viert de flop van Seattle als 'overwinning', omdat in hun ogen de allesverwoestende globaliseringslawine is gestopt.

Naar: ‘EU GEEFT VS SCHULD VAN WTO-DEBACLE’ in Het Financiële Dagblad van 7 december 1999.

 



Van 10 tot 14 september 2003 houdt de Wereldhandelsorganisatie (WTO) haar vijfde ministeriële conferentie in het Mexicaanse Cancún. José Bové, het Frans icoon van de anders-globalisten, heeft al aangekondigd dat hij hoopt om van Cancún net zo'n grote mislukking te maken als van Seattle, vier jaar geleden.

In Seattle liep de ministerconferentie van de WTO - die om de twee jaar plaatsvindt - niet volgens planning: er moest een onderhandelingsagenda worden afgesproken, en dat lukte niet.

De massale manifestaties tegen de WTO blokkeerden op een bepaald moment zelfs de toegang tot de vergaderzaal en het werd voor de ogen van de hele wereld de 'Battle of Seattle'.

De sterk op de media gerichte acties van de anders-globalisten zetten hen en hun kritiek op de WTO voorgoed op de politieke wereldkaart. Na Seattle werden zowat alle bijeenkomsten van internationale organisaties die geassocieerd werden met het neoliberalisme en het 'grote geld' - zoals IMF en Wereldbank - het voorwerp van directe acties.

Wie is José Bové?
boveDe protesten rond de WTO-ministerstop in Seattle op 30 november 1999, ook wel bekend als de Battle of Seattle (Slag bij Seattle), vormden een van de eerste massale opstanden van de anders-globaliseringsbeweging.

Een van de deelnemers aan de protestbijeenkomst in Seattle, José Bové durft zelfs te stellen: 'Het echte begin van de 21e eeuw vond plaats op 30 november 1999 in Seattle, want daar slaagde voor het eerst in de wereldgeschiedenis een coalitie tussen boeren, arbeiders, studenten en groenen.’

Naar: ’De trein der traagheid’ op http://www.mo.be/artikel/wto-de-trein-der-traagheid

Op Wikipedia staat over Bové onder meer te lezen:

José Bové is een Franse milieuactivist, politicus en anders-globalist. Bové is zowel in Frankrijk als daarbuiten vooral bekend geworden wegens zijn strijd tegen genetische manipulatie, het maken en verkopen van fast food en de globalisering. Hij is een boegbeeld van het zogenaamde anders-globalisme, een internationale protestbeweging die zich verzet tegen de wijze waarop de globalisering momenteel vorm krijgt.

Naar: https://nl.wikipedia.org/wiki/JoséBové

 



Hier volgen twee berichten uit 2010.

Iets meer dan tien jaar geleden werd als een donderslag bij heldere hemel een congres van de Wereldhandelsorganisatie in Seattle door massaprotesten stilgelegd.

Vakbonden, milieuactivisten en andere activistenorganisaties sloegen de handen ineen om de schadelijke gevolgen van de vrije markt te ontmaskeren. Dankzij interne WTO-spanningen en de demonstraties op straat mislukte het congres. Het was de geboorte van de anders-globaliseringsbeweging.

Seattle was doorslaggevend in het bijeenbrengen van het versnipperde protest. De protesten toonden aan dat verzet tegen het (wereldwijde) neoliberalisme mogelijk was.

Naar: ‘Seattle 1999: Het begin van een mondiale beweging’ op  http://socialisme.nu/blog/nieuws/5415/seattle-1999-het-begin-van-een-mondiale-beweging/

protest2

Handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten, of het nu gaat om onze gsm of auto, de groenten of het vlees op ons bord, de muziek die we beluisteren of de wijn die we drinken.

Het zou vanzelfsprekend moeten zijn, dat wie werkt voor zijn product, dienst of arbeid een prijs krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt.

Essentieel om nog van handel te spreken is in elk geval dat het moet gaan om vrije transacties van goederen of diensten waar alle partijen voordeel uit halen, dat m.a.w. niemand er armer van wordt.

Lach niet te vlug… want vele miljoenen mensen in vooral ontwikkelingslanden zijn op zulke perverse manier gekluisterd aan de wereldmarkt dat zij er inderdaad armer van worden.

Tot nu organiseren we die ongelijke situatie vooral via de Wereldhandelsorganisatie. Die kreeg de voorbije tien jaar zowat een blanco check om voluit te gaan voor de vrijmaking van de wereldmarkten, zeker als het goederen betreft, maar ook voor diensten en landbouw.

Het is een liberalisering zonder enige aandacht voor milieubekommernissen, sociale oogmerken of menselijke rechten, in de eerste plaats het recht op voldoende inkomen om op humane wijze te kunnen leven.

Naar een artikel op de PALA-website. Lees meer over anders-globalisten op http://nl.wikipedia.org/wiki/Andersglobalisme

 


 
De Wereldhandelsorganisatie WTO maakt geen deel uit van de Verenigde Naties, maar is wel een internationale organisatie die zich bezig houdt met het in goede banen leiden en bevorderen van internationale handel.

Het werd opgericht in 1995 als opvolger van een handelsverdrag en overlegplatform voor overleg op handelsgebied die bekend staan als de Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel GATT. Het verdrag werd in 1947 in Genève ondertekend door 23 landen en daar kwam ook de hoofdvestiging van het platform met die naam. Het hoofdkantoor van de WTO staat eveneens in Genève.

De taken van de WTO zijn bevordering van internationale handel, beslechting van handelsconflicten en opheffing van handelsbarrières. De basisfilosofie van de organisatie is dat internationale handel de beste en snelste manier is om de wereld welvarender te maken en dat daarom elk obstakel voor internationale vrijhandel uit de weg moet worden geruimd.

Bij de WTO zijn meer dan 160 landen aangesloten. Samen voeren al die landen 95% van de wereldhandel.

logo unctadWel een afdeling van de Verenigde Naties is de United Nations Conference on Trade and Development UNCTAD. Die werd in 1964 opgericht en heeft zijn hoofdkwartier in Genève.

Zoals de naam al zegt, is de UNCTAD net als de WTO opgezet om de internationale handel en economische ontwikkeling te bevorderen.

De WTO en de UNCTAD houden regelmatig een onderhandelingsronde ter vrijmaking en bevordering van internationale handel. De UNCTAD doet dat om de vier jaar, de WTO om de twee jaar.

Lees meer over de UNCTAD de tekst ‘United Nations Conference on Trade and Development’ op https://nl.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Conference_on_Trade_and_Development


Internationale handel en ontwikkeling zijn als thema’s terug te vinden in de lijst van zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen die de Verenigde Naties in 2015 heeft opgesteld. Die doelen moeten in 2030 zijn behaald.

Doel 8 is: bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen.

Doel 10 is: dring ongelijkheid in en tussen landen terug.

Doel 12 is: verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen.

En doel 17 is: versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling.

Voor het behalen van dit laatste doel is handel een van de instrumenten die moeten worden aangewend.

Wil je deze Duurzame Ontwikkelingsdoelen in détail bekijken, klik op https://www.sdgnederland.nl/de-17-sdgs/

 


 
Globalisering is een term die thuishoort in de eindexamenstof voor Aardrijkskunde. Om ervoor te zorgen dat alle leerlingen weten wat globalisering is, wordt hiervan in de inleiding van de les een omschrijving gegeven en is ook een film opgenomen over hoe globalisering in de praktijk werkt.

Dat is nodig omdat deze les draait om het verzet tegen de globalisering en dan vooral tegen de schaduwkanten ervan. Dat verzet manifesteerde zich in 1999 voor het eerst voor de ogen van de wereld tijdens een conferentie van de Wereldorganisatie WTO in Seattle, een stad in de Amerikaanse staat Washington.

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 1 uur uit. Laat eerst aan de leerlingen de video over globalisering zien.

Daarna maken de leerlingen acht groepen. Iedere groep pakt een bezwaar aan dat je in 1999 en ook nu nog tegen de almaar voortschrijdende globalisering kunt aanvoeren. Het is de bedoeling dat iedere groep nagaat wat er gedaan wordt of moet worden gedaan om dat bezwaar weg te nemen.

Bij elk bezwaar zitten een of twee steekwoorden die de leerlingen bij hun onderzoek kunnen gebruiken. Voor het onderzoek gebruiken ze de overige bronnen in de les en informatie die te vinden is op internet.

De bezwaren zijn:

  1. Productie goederen is kwetsbaar door opsplitsing ervan in meerdere stappen:
    Steekwoord: productieketen.
  2. Niet alle arbeiders profiteren van globalisering. Sommige arbeiders verdienen weinig en werken onder slechte omstandigheden voor grote bedrijven.
    Steekwoorden: lagelonenland, kinderarbeid.
  3. In rijke(re) landen gaan veel banen verloren omdat maakindustrie uit die landen verdwijnt.
    Steekwoorden: de-industrialisatie, Rust Belt.
  4. In ontwikkelingslanden verliezen veel mensen die in de landbouw werken hun middelen van bestaan door schaalvergroting en mechanisering van de landbouw.
    Steekwoord: cash crops.
  5. Ontwikkelingslanden verdienen weinig aan uitvoer van hun grondstoffen naar rijke(re) landen.
    Steekwoord: opkomende economie.
  6. Bedrijven houden weinig rekening met milieu en voedselveiligheid.
    Steekwoorden: milieueisen, kwaliteitseisen.
  7. Bedrijven doen soms zaken met en in landen waar de rechten van de mens op grote schaal worden geschonden.
    Steekwoord: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens  van de VN.
  8. Bedrijven zoeken landen op waar ze weinig belasting hoeven te betalen.
    Steekwoorden: belastingontwijking, belastingparadijs.

Van het onderzoek en de resultaten ervan maakt iedere groep een verslag. U bundelt die verslagen in een boekje en vraagt een leerling een korte inleiding te schrijven voor het boekje waarin wordt uitgelegd hoe mensen zijn gaan denken naar aanleiding van de gebeurtenissen in Seattle in november 1999.

Uitwerking:
De Battle of Seattle heeft mensen ervan bewust gemaakt dat globalisering naast voordelen ook nadelen heeft. Die nadelen hangen samen met wat ‘race to the bottom’ wordt genoemd bij bedrijven. Het komt hierop neer dat bedrijven hun productie zo efficiënt en goedkoop mogelijk proberen te maken om elkaar de markt uit te concurreren en daarbij minder of helemaal niet meer rekening houden met andere belangen. Daardoor ontspoort globalisering op de volgende manieren:

  1. Bedrijven en consumenten worden zo afhankelijk van anderen overal ter wereld dat een storing in de productie van een of meer goederen op een plek in de wereld gevolgen heeft voor veel mensen en bedrijven in andere gebieden. Die kwetsbaarheid wordt nog groter als het maken van een product, een auto bijvoorbeeld in meerdere stappen wordt opgesplitst, elke stap wordt toegewezen aan een aparte faciliteit en alle faciliteiten over meerdere landen worden verspreid. Dat doen bedrijven omdat vervoer van goederen steeds sneller en goedkoper is geworden en omdat het makkelijker is geworden handel met het buitenland te rijven. Dergelijke productieketens zijn echter zo sterk als de zwakste schakel. Als ook maar één schakel het laat afweten, door een staking bijvoorbeeld, komt vanaf die schakel de keten stil te liggen tot de storing voorbij is.
    Om productieketens minder kwetsbaar te maken, halen bedrijven stappen in de keten van hun producten terug naar hun land van vestiging of besteden ze een schakel in de keten uit aan meerdere bedrijven zodat die schakel minder snel uitvalt. Een voorbeeld van dat laatste: apotheken betrekken sommige geneesmiddelen van meerdere leveranciers. Als één van die leveranciers een geneesmiddel tijdelijk niet kan leveren, bijvoorbeeld door een tekort aan een grondstof waar het geneesmiddel van wordt gemaakt, kunnen klanten dat geneesmiddel toch blijven krijgen.
  2. Niet iedereen profiteert in voldoende maten van de productie van die bedrijven. Met name arbeiders in ontwikkelingslanden maar ook in rijke(re) landen die werken voor grote bedrijven, verdienen er weinig aan. Bovendien werken ze soms ook onder ongezonde of gevaarlijke omstandigheden. Ook werken er kinderen voor grote bedrijven. De reden: bedrijven zijn gesteld op lage loonkosten en niet al te strenge wetten inzake arbeidsvoorwaarden waaronder ze hun producten laten maken.
  3. Bedrijven in de maakindustrie verplaatsen hun productie uit rijke(re) landen naar ontwikkelingslanden waardoor in rijke(re) landen industriegebieden verkommeren. Een berucht voorbeeld hiervan is de Rust Belt in het noordoosten van de Verenigde Staten. Het verdwijnen van maakindustrie wordt ook wel de-industrialisatie genoemd. Wel creëren bedrijven in die landen nieuwe banen in de dienstensector, maar je moet dan vaak beter opgeleid zijn dn nodig was toen je in de maakindustrie werkte. Een tegenvoorbeeld is West-Duitsland en later geheel Duitsland waar met name autofabrikanten hun productie grotendeels in eigen land hielden, hiertoe aangemoedigd door de regering.
  4. In veel ontwikkelingslanden werken de meeste mensen in de landbouw en die hebben kleine bedrijven die voedsel maken voor de lokale markt. Grote landbouwbedrijven kopen er landbouwgrond op en zorgen voor schaalvergroting in de landbouw door kleine akkers samen te voegen tot grote en voor mechanisering. Hierdoor verliezen talloze kleine landbouwers hun middelen van bestaan. Daarbij maakt het verbouwen van gewassen voor de lokale markt plaats voor het verbouwen van cash crops zodat voor de lokale markt steeds meer gerede voedselproducten moeten worden ingevoerd. Om hieraan iets te doen, richten kleine landbouwers coöperaties op die producten leveren aan bedrijven die goede prijzen betalen voor hun producten.
  5. Net als in de koloniale tijd maar nu door globalisering houden ontwikkelingslanden hun rol van leveranciers van grondstoffen aan rijke(re) landen. De grondstoffen gaan naar grote bedrijven in de rijke(re) landen. Ontwikkelingslanden verdienen weinig aan de uitvoer van grondstoffen, vooral als de prijzen ervan op de wereldmarkt laag zijn, te weinig om invoer te bekostigen van gerede producten die de ontwikkelingslanden nodig hebben. Vooral in Azië en Latijns-Amerika probeert de regering een eigen industrie op te zetten waar die grondstoffen in worden verwerkt tot producten en voor die producten afzetmarkten in het buitenland te creëren. Op die manier zijn China, Brazilië en andere ontwikkelingslanden veranderd in opkomende economieën en heeft Brazilië een eigen vliegtuigindustrie weten op te tuigen.
  6. Zaken gaan vaak boven respect voor het milieu en waarborging van goede kwaliteit van voedsel. Dan zoeken bedrijven landen op met een soepele milieuwetgeving, dus niet met strenge milieueisen en waar geen strenge eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voedselproducten. Zo kon Shell bij de winning van aardolie in Nigeria min of meer ongestraft grote vervuiling veroorzaken op plaatsen waar die aardolie wordt opgepompt. Tegen Shell loopt hierover een rechtszaak. Ook stelt de Europese Unie hoge veiligheidseisen aan voedselproducten die bijvoorbeeld uit Canada en de \verenigde \staten worden ingevoerd. Genetisch gemodificeerd voedsel mag de EU niet zonder meer in.
  7. Zaken gaan vaak boven respect voor de rechten van de mens die de Verenigde Naties hebben vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. Bedrijven zien er geen been in om te opereren in landen waar schendingen van bijvoorbeeld recht op vrije meningsuiting, gelijke behandeling en recht op deelneming aan vakbonden, politieke partijen e.d. schering en inslag zijn. Daarom voeren mensen acties tegen bedrijven die met dat soort landen zaken doen, onder meer door boycots van hun producten.
  8. Bedrijven doen graag zaken in of vestigen zich graag in landen met een mild belastingklimaat en daarom bekendstaan als belastingparadijzen. Zo doen deze bedrijven aan belastingontwijking. Nederland is een van de belastingparadijzen, al groeit in het Binnenhof het draagvlak om bedrijven die in Nederland opereren of gevestigd zijn meer belasting over hun winsten te laten betalen.
    Bedrijven, landsbesturen en actiegroepen proberen deze uitwassen aan te pakken. Ook de Verenigde Naties werken hieraan mee via de UNCTAD. In de lijst van Duurzame Ontwikkelingsdoelen is te zien dat de Verenigde Naties ook in de toekomst deze uitwassen aan wil pakken.


Eindtermen voor HAVO
:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.

Domein B: Oriëntatiekennis
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2:
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;

Voor tijdvak 10 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
48. de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen;

Eindtermen voor VWO:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.

Domein B: Oriëntatiekennis
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2:
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
- uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.

Voor tijdvak 10 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
48. de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.

 


 

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun onderzoeksverslagen laten zien dat ze de onlusten tijdens een WTO-conferentie in Seattle in 1999 kunnen plaatsen in de historische context van globalisering, de weerstand die het voor en na deze gebeurtenis heeft opgeroepen en de redenen waarom die weerstand er was en nog steeds is.

 

verwante lessen