1995 - Srebrenica - bron: mandaat


Als ergens ter wereld een conflict ontstaat, en de VN besluiten een vredesmissie op te richten, krijgt die missie een mandaat (= opdracht) van de VN mee. Het mandaat bepaalt het doel, de taken, de bevoegdheden, de middelen en de structuur van de vredesmacht. De VN-Veiligheidsraad bepaalt hoe het mandaat eruit ziet.

Hoewel de wereld steeds ingewikkelder is geworden, en de conflicten in de wereld ook, zijn de uitgangspunten van een VN-vredesmissie nog steeds dat:

  • de Veiligheidsraad hiervoor een resolutie heeft aangenomen. Een resolutie is pas aangenomen als de vijf permanente leden van de raad voor hebben gestemd en tenminste vier van de tien andere leden dat ook hebben gedaan.
  • de lokale partijen die bij het conflict betrokken zijn, ermee hebben ingestemd;
  • de vredesmacht volstrekte neutraliteit in acht neemt, en
  • nauwkeurig is bepaald wanneer de vredesmacht geweld mag gebruiken, maar in ieder geval zo weinig mogelijk. De bepalingen hiervoor heten geweldsinstructie.

Aan de hand van de geweldsinstructies zijn vredesmissies in twee groepen te verdelen, namelijk missies die vallen onder hoofdstuk 6 van het Handvest van de VN en missies die vallen onder hoofdstuk 7 van het Handvest.

UNPROFOR in Joegoslavië viel onder hoofdstuk 6 van het Handvest van de VN. Dat wil zeggen dat er alleen geweld gebruikt mag worden ter zelfverdediging. Tegenwoordig vallen veel missies onder hoofdstuk 7 van het Handvest. Dit geeft de VN-militairen veel meer ruimte om actie te ondernemen. Een voorbeeld hiervan is MONUC in Congo, waar VN-eenheden actief zijn vanaf 2000. Tijdens die missie ondernamen deze eenheden vrijwel dagelijks actie. Ze ontwapenden milities die zich niet hielden aan eerdere vredesafspraken.

monuscoIndiase MONUC-blauwhelmen

 

verwante lessen

Login Form