1962 - Cubacrisis - voor de docent: info

 
In de jaren ’50 en in het begin van de jaren ‘60 van de vorige eeuw hing de dreiging van een  atoomoorlog als een zwaard van Damocles boven de wereld.  De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten waren verwikkeld in een wedloop waarbij het erom ging wie de krachtigste en de meeste kernwapens bezat. Aanjager van die wapenwedloop was de Koude Oorlog tussen de twee supermachten. Die dreiging bereikte een hoogtepunt tijdens de Cubacrisis van oktober 1962. Daarom is deze crisis het kernthema van deze les. Na deze crisis hield de Koude Oorlog (met de dreiging van een atoomoorlog) aan die in 1991 eindigde met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

Is met het einde van de Koude Oorlog de dreiging van een atoomoorlog helemaal verdwenen? Dat onderzoeken de leerlingen in deze les. Ze proberen zelf een gefundeerd antwoord op deze vraag te vinden.

Plan van aanpak:
Voor deze opdracht trekt u 2 lesuren uit.

U laat de leerlingen de video zien. Daarna lezen de leerlingen individueel de bronnen ‘Spionage’ en ‘Wat doen deVN’. Ruim voor deze activiteiten 30 minuten in.

Daarna laat u de leerlingen twee groepen vormen. Voor wat de groepen gaan doen, trekt u 1 uur uit.

De ene groep schrijft een artikel of maakt een podcast om aan te tonen dat we niet bang hoeven te zijn dat er binnen afzienbare tijd een atoomoorlog uitbreekt.
De andere groep schrijft een artikel of maakt een podcast om aan te tonen dat we er wel degelijk rekening mee moeten houden dat we binnen afzienbare tijd een atoomoorlog meemaken.

Voor het maken van hun eindproduct raadplegen de leerlingen de overige bronnen in de les en zoeken ze naar aanvullende informatie aan de hand van tips in  ‘Bron: Muziek, film en protest ‘.

Laat als beide groepen kaar zijn, de eindproducten aan de klas zien.

Eindtermen voor HAVO:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.

Domein B: Oriëntatiekennis
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2: - de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;

Voor tijdvak 10 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
45. de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog;

Eindtermen voor VWO:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.

Domein B: Oriëntatiekennis
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2:- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
- uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.
45. de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog;

 

verwante lessen

Login Form