Voor de les trekt u 2 uur uit. De les valt in twee delen uiteen. Eerst lezen de leerlingen de bronnen en kijken ze naar de video van The Ocean Cleanup. De rest van de tijd ruimt u in voor het laten maken van een tentoonstelling of een presentatie over het vraagstuk van plastic afval. Hiervoor hebben ze informatie nodig uit de overige bronnen in de les en zoeken ze hierover ook informatie op internet.
Laat de leerlingen vier groepen vormen. Elke groep werkt met een van de volgende thema’s of vragen:
- Wat is de herkomst van het plastic afvalin zee?
- Wat gebeurt er met het plastic, als het eenmaal in zee terecht is gekomen?
- Waarom is het gevaarlijk ivoor kleine en grote dieren die in zee leven en in zee hun voedsel halen?
- Hoe kan het plastic afval worden opgeruimd nog voor het in zee terecht komt of wanneer het al in zee ronddrijft?
Daarna zetten ze de tentoonstelling op of maken ze de presentatie.
TIp: laat de leerlingen in de tentoonstelling of in de presentatie ook aandacht geven aan Wereldmilieu Dag op 5 juni en Wereld Oceanen Dag op 8 juni.
Uitwerking:
Plastic afval komt in zee terecht uit schepen, via rivieren die in zee uitmonden en doordat het van stranden wordt afgespoeld. Ook als speelgoedballonnen worden opgelaten en boven zee klappen, komt er plastic in zee terecht.
Vervolgens wordt al het plastic afval door zeestromen van de thermohaliene circulatie over duizenden kilometers afstand vervoerd. Een deel spoelt op kusten aan, het andere deel verzamelt zich in plekken met een gyre (= kringvormige zeestroom), die ver van land en ver van drukke vaarroutes af liggen.
Het plastic valt onder invloed van zout en zonlicht in steeds kleinere deeltjes uit elkaar en wordt vervolgens opgegeten door kleine organismen die op hun beurt als voedsel dienen voor grotere dieren die als voedsel dienen voor nog grotere dieren, enzovoort.
Vervolgens worden vooral dieren die hoger in de voedselketen zitten, ziek van plastic afval en gaan ze er zelfs dood aan. Dat geldt ook voor vogels en andere dieren die plastic afval voor voedsel aanzien en opeten.
Hoe vervuiling van de oceanen door plastic afval wordt aangepakt, hangt af van waar in de route die dit afval volgt, wordt ingegrepen. Aan het einde van de route moet je denken aan schepen die het plastic uit het zeewater halen, het opslaan en aan land brengen om te worden verwerkt. Bij het begin van de route moet je denken aan het apart ophalen en hergebruiken van afgedankt plastic of het maken van nieuw plastic uit biologisch afbreekbare materialen.
Milieuactivisten en andere vrijwilligers ruimen ook plastic afval en ander afval op waar mensen het neergooien, op stranden, langs een rivier en op straat.
Het beschermen van het leven in zee en het schoonhouden of -maken van zeeën en oceanen behoren tot het takenpakket van de milieuorganisatie van de Verenigde Naties UNEP.
Extra informatie:
Meer informatie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Kunststofarchipel
‘Thor Heyerdahl waarschuwt tegen vervuiling van zee’: https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:RD.nl,19720124:newsml_9e22ff5c67ffdde705ff8232f9d93783.
Eindtermen voor HAVO:
Subdomein C2: Samenhangen en verschillen op aarde
7. De kandidaat kan met betrekking tot samenhangen en verschillen op aarde:
7a. Natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer beschrijven, herkennen en verklaren, rekening houdend met verschillende tijd- en ruimteschalen.
Het betreft:
7a 2. De betekenis van exogene krachten aan het aardoppervlak voor de vorming van het aardoppervlak.
7a 4. Het externe systeem aarde (lithosfeer, atmosfeer, hydrosfeer en de betekenis voor klimaatsystemen; inclusief luchtcirculatie en zeestromen)
Eindtermen voor VWO:
Domein C: Aarde
Subdomein C1: De aarde als natuurlijk systeem; samenhangen en diversiteit
5. De kandidaat kan met betrekking tot de aarde als natuurlijk systeem:
5a. de aarde als een uniek natuurlijk systeem beschrijven en deze kennis toepassen bij het analyseren van veranderingen aan het aardoppervlak op verschillende tijd- en ruimtetijdschalen;
Het betreft:
5a 2. Exogene processen aan het aardoppervlak en hun betekenis voor de vorming van het aardoppervlak
5a 4. Het externe systeem aarde (lithosfeer, atmosfeer, hydrosfeer en de betekenis voor klimaatsystemen, inclusief atmosferische- en oceanische circulatie).