Ontbossing

 

Sommige gebieden op aarde raken steeds meer van hun bossen kwijt. Het Amazonegebied is hier een bijvoorbeeld van. Dat is te zien op foto’s die vanuit kunstmanen in de loop van jaren van de aarde zijn gemaakt en ook op de landkaarten in de atlassen, die jullie op school gebruiken .

Van nature heeft altijd er al ontbossing plaatsgevonden, bijvoorbeeld als gevolg van de overgang van een mild naar een kouder klimaat. In het zuidpoolgebied, dat nu met een ijskap bedekt is, hebben vele miljoenen jaren geleden uitgestrekte bossen gestaan. Dat weten we omdat in dit gebied steenkoollagen zijn aangetroffen, die uit resten van deze bossen zijn ontstaan.

De natuur zorgt ook voor nieuwe bossen, vooral als het klimaat in een bepaald gebied steeds meer geschikt wordt voor boomgroei. Dat is bijvoorbeeld in Europa gebeurd, toen er ongeveer 12.000 jaar geleden een einde kwam aan de Weichselien-ijstijd. Tijdens die ijstijd waren Scandinavië en Finland met een ijskap bedekt. Na het afsmelten ervan ontstonden daar uitgestrekte bossen.

Sinds het ontstaan van de landbouw, enige duizenden jaren geleden, draagt ook de mens bij aan de ontbossing.

ontbossing amazoneOntbossing in het Amazonegebied in Brazilië

 



opdrachtHoe doen ze dat? Waarom doen ze dat? Waarom vinden sommige mensen dat een kwalijke ontwikkeling en wat doen ze ertegen? Kunnen we op zodanige manier met bossen omgaan, dat we er profijt van trekken, zonder de natuur tekort te doen? Wat kun je zelf doen om ontbossing, waar ook ter wereld, aan te pakken? En wat voor redenen kun je aanvoeren om dat te gaan doen?

Dat alles ga je in deze les uitzoeken.

Daarna laat je zien wat je als consument kunt doen om ontbossing aan te pakken.

 


 


werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. 

Lees eerst de bron ‘Wat doen de VN?’. Trek er vijf minuten voor uit.

Daarna besteed je de rest van de tijd aan het schrijven van een gids voor het kopen van producten van of met hout dat op duurzame wijze is verkregen.

Dat doen jullie in zeven groepen. Elke groep kiest een van de bronnen uit, om aan de hand hiervan een hoofdstuk te schrijven voor de gids. Kun je wat extra informatie hierover gebruiken, zoek die dan op internet.

Voorzie je hoofdstuk voor de gids van bijpassende afbeeldingen.

Tip:
Als je deze gids in digitale vorm maakt, kun je er ook links naar films over het onderwerp van je hoofdstuk in opnemen.



Mensen die ijveren voor het behoud van de natuur en zich bekommeren om het milieu, maken zich zorgen over ontbossing. Steeds meer komt men tot de overtuiging dat bossen niet zomaar gemist kunnen worden. Inderdaad hebben bossen functies die van belang zijn voor de aarde en alles wat leeft. Dus ook voor alle mensen.

  1. Bossen bieden leefruimte aan een grote verscheidenheid aan dieren en planten, waarmee de biodiversiteit er groot is. Al die soorten vormen een gemeenschap, waarin elke soort afhankelijk is van andere soorten.

  2. Bomen en andere planten in bossen houden met hun wortels de bodem vast. Daardoor kunnen wegstromend regenwater en wind de bovenste vruchtbare laag van de bodem niet wegvoeren. Dat is vooral van belang in bossen die op hellingen groeien. Zodra bossen en andere vegetatie in heuvelachtige of bergachtige streken van de hellingen zijn gehaald, verdwijnt de vruchtbare toplaag van de bodem snel door erosie.
    bosopheuvel
  3. Bossen houden water dat als neerslag valt, kortere of langere tijd vast. Daardoor stromen beken en rivieren niet meteen over bij elke zware regenbui en blijft er voor planten, dieren en mensen water beschikbaar, ook als het een tijdlang niet regent. Als in heuvelachtige of bergachtige gebieden bossen en andere vegetatie verdwijnen, verdwijnt niet alleen in korte tijd ook de vruchtbare toplaag van de bodem. Het water dat als neerslag is gevallen, stroomt dan sneller weg naar beken en rivieren. Dat leidt niet alleen tot overstromingen, omdat die beken en rivieren meer water te verwerken krijgen dan ze aankunnen, maar ook komt er met het wegstromende water veel bodemmateriaal mee, dat zich op de bodem van beken en rivieren ophoopt. Hierdoor kunnen die beken en rivieren steeds minder snel water afvoeren, waardoor ze na zware regenbuien nog vaker overstromen.

  4. Bossen houden de aarde koel door het broeikasgas CO2 uit de dampkring te halen en op te slaan. Een deel van het koolstof uit de CO2 komt in organisch materiaal te zitten dat door rivieren wordt afgevoerd naar zee en verdwijnt daardoor voor lange tijd uit de dampkring. Zo vervoert de Amazone resten van planten, bomen en dieren uit het tropisch regenwoud in haar stroomgebied naar de Atlantische Oceaan, waar die resten op de zeebodem terechtkomen.

  5. Bossen zijn voor mensen plekken waar ze zich kunnen vermaken en soms ook plekken waar ze voedsel en brandstof voor eigen gebruik kunnen verzamelen.

Dit zijn vijf redenen waarom actievoerders oproepen tot behoud van bestaande bossen en de aanplant van nieuwe.

 



Het streven van mensen en organisaties om ontbossing te stoppen botst soms op activiteiten van mensen en bedrijven die hun eigen, veelal commerciële, belangen behartigen. Dat zijn:


Raadpleeg ook eens de wereldkaarten op pagina 227 in de Bosatlas 54e editie en de wereldkaarten in de Bosatlas 55e editie op pagina 249. Deze wereldkaarten laten zien:

A) Bebost oppervlak in % van totaal;

B) Houtproductie per land in miljoenen m3;

C) Plekken met de meeste bos- en savannebranden in de afgelopen jaren;

D) Ontbossing: gemiddelde afname/teruggang in het bosgebied in %;

E) Aandeel van brandhout in de totale houtproductie in %.

 



Oorspronkelijk ontstonden bosbranden alleen door blikseminslag of een vulkaan die actief werd, maar toen de mensen op aarde verschenen, ook door menselijk handelen.

Mensen steken bossen in brand. Bijvoorbeeld om ruimte te maken voor akkers, voor aanleg van grasland waar vee op kan grazen, voor het uitvoeren van een bouwproject of voor het delven van metalen en andere grondstoffen.

Ook werken mensen het ontstaan van bosbranden in de hand door het klimaat op de gehele aarde te beïnvloeden. Dat gebeurt door activiteiten die steeds meer van het broeikasgas CO2 in de dampkring uit te stoten. Dat doen ze niet alleen door fossiele brandstoffen te verstoken, maar ook door zoveel bossen te rooien dat er minder bossen overbleven om CO2 uit de dampkring te halen en het koolstof uit dit gas op te slaan.

Resultaat: de hoeveelheid CO2 in de dampkring neemt toe, waardoor het broeikaseffect sterker wordt. Dat betekent dat het op aarde warmer wordt.

Naarmate het warmer wordt, hebben bossen vaker te maken met droogte en hoge temperaturen. Daardoor vliegen ze makkelijker in brand en treden er vaker bosbranden op, en bovendien op grotere schaal. Als dat in een uitgestrekt bosgebied gebeurt, nemen de branden snel in omvang en aantal toe en duurt het soms enkele maanden voordat ze allemaal uit zijn.

brand

Dat was bijvoorbeeld het geval in Australië in 2019, toen het daar zomer was. Die branden ontstonden tijdens een periode van droogte en hoge temperaturen. Hetzelfde gebeurde in Siberië in de zomer van dat jaar.

Bij al die extra bosbranden komt er extra CO2 in de dampkring terecht waarmee het broeikaseffect verder toeneemt. Als gevolg hiervan warmt de aarde nog sneller op, wat dan weer leidt tot nog meer bosbranden. Hier is dus sprake van een sneeuwbaleffect.

Tropische regenwouden blijven daarbij, hoewel deze term anders doet vermoeden, niet buiten schot. Zo lang het af en toe regent, zijn ze niet brandbaar. Dan krijgt niemand ze in brand. Maar in de regenwouden van het Amazonegebied bijvoorbeeld valt er enkele maanden per jaar weinig regen. Dan kunnen deze wouden wel degelijk zover uitdrogen dat ze makkelijk in brand vliegen.

In deze droge periode wordt het regenwoud vaak in brand worden gestoken om ruimte te maken voor land- en mijnbouw.

Sinds hij in 2018 tot president van Brazilië is verkozen, moedigt Jaïr Bolsonaro het afbranden van tropisch regenwoud in het Amazone-gebied aan, omdat hij vindt dat dit gebied meer ruimte moet bieden voor landbouw- en mijnbouwbedrijven.

 



Biobrandstoffen zijn mengsels van plantaardige oliën of ethanol. Ze worden steeds vaker als energiebron gebruikt, omdat ze relatief schoon zijn vergeleken met benzine, diesel en gas. Ze raken bovendien niet op omdat de natuur voortdurend nieuwe planten levert waaruit deze brandstoffen worden gemaakt. Ook vermindert bij vervanging van benzine, diesel en gas door biobrandstoffen de uitstoot van CO2. Maar biobrandstoffen hebben ook nadelen.

Voor de aanplant van gewassen als maïs, soja en rietsuiker, waar biobrandstoffen van worden gemaakt, is veel landbouwgrond nodig.

plantage

Als hiervoor alleen bestaand landbouwareaal wordt gebruikt, gaat het ten koste van de voedselproductie, omdat dan hiervoor minder landbouwgrond ter beschikking is. Daardoor zullen de voedselprijzen stijgen.

Dat is te voorkomen door natuurgebieden in cultuur te brengen om zo aan extra landbouwgrond te komen. Maar dat betekent meer ontbossing. Daardoor zou er door bossen minder CO2 uit de dampkring worden gehaald en vastgehouden. De reductie van uitstoot van CO2 zou hiermee teniet worden gedaan.

 


 

146.678 m2 regenwoud in Costa Rica op 3 km van het Meer van Arenal met uitzicht op de vulkaan. Aan de straatkant is een vrijgemaakte plaats voor een huis, daarachter is er bos met twee rivieren. Veel privacy: de eerste buren wonen op 1.5 km afstand, tot daar loopt ook de elektrische leiding. Onbeperkt (drink-)water. Mobiele telefoonontvangst mogelijk en natuurlijk ook wind- of zonne-energie. De prijs: € 95.000,00. Aldus een advertentie op Speurders.nl uit 2010!

Maar de werkelijkheid is vaak anders. Tropisch bos wordt onder meer bedreigd met kaalslag ten behoeve van woningbouw.

woningbouw

Twee voorbeelden:

  1. Java was ooit bijna geheel bedekt met oerbos, nu is het één van de dichtstbevolkte eilanden ter wereld en vind je alleen in hoger gelegen delen van het eiland nog stukken van dat oerbos.

  2. In Leicester Peak, een schiereiland ten zuiden van Freetown, Sierra Leone, was al in 2010 voor de uitbreiding van wijken zo'n 40% van het plaatselijke bos gekapt. Daar heeft het onder andere tot gevolg dat het regenwater niet meer wordt vastgehouden en direct in zee verdwijnt. Daardoor is het voor de bewoners van het eiland moeilijker geworden om aan voldoende drinkwater te komen.

 



FSC, de Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer), is een internationale organisatie, opgericht in 1993 om verantwoord bosbeheer te stimuleren. FSC stelt wereldwijde standaarden voor bosbeheer op, met daaraan gekoppeld een keurmerk. Basis voor deze standaarden, die per land of regio verder worden uitgewerkt, zijn de 10 FSC-principes voor goed bosbeheer.

  1. Het bosbeheer voldoet aan de geldende nationale en internationale wetgeving, aan internationale verdragen en afspraken en aan de principes en criteria van FSC.

  2. Eigendoms- en gebruiksrechten ten aanzien van land en bosproducten zijn duidelijk gedefinieerd, vastgelegd en rechtsgeldig.

  3. De formele en traditionele rechten van de lokale bevolking op land en hulpbronnen worden erkend en gerespecteerd.
    FSC hout
  4. Het sociale en economische welzijn van de bosarbeiders en lokale gemeenschappen wordt door goed bosbeheer ook op de lange termijn in stand gehouden of verbeterd.

  5. De producten en voorzieningen, die het bos biedt, worden zodanig efficiënt benut, dat de economische, sociale en ecologische functies van het bos ook op de lange termijn worden veiliggesteld.

  6. Biodiversiteit: unieke ecosystemen en andere ecologische en landschappelijke waarden van het bosgebied worden in stand gehouden en beschermd.

  7. Er wordt een beheerplan opgesteld en toegepast. In het beheerplan, dat steeds wordt geactualiseerd, staan lange-termijndoelen en middelen duidelijk omschreven.

  8. De toestand van het bos, de oogst, de handelsketen en managementactiviteiten worden regelmatig getoetst, evenals de sociale en ecologische effecten hiervan.

  9. Bosbeheer in bossen met een hoge natuur- of cultuurwaarde wordt met extra zorg uitgevoerd, waarbij kenmerkende eigenschappen worden behouden en versterkt.

  10. Bosplantages moeten eveneens volgens de principes 1 tot en met 9 worden beheerd. Bosplantages kunnen dienen als aanvulling op de houtoogst uit natuurlijke bossen, waarmee bovendien de (exploitatie) druk op natuurlijke bossen afneemt. Het behoud en herstel van natuurlijke bossen dienen tegelijkertijd te worden bevorderd.

Naar: ‘We are the World’s Most Trusted Sustainable Forest Management Solution’ op https://fsc.org/en/about-usl

 



Als boseigenaren zich aan de FSC standaarden houden, kan hun bos worden gecertificeerd. Onafhankelijke controleurs zien toe op naleving van de regels.

FSC wordt gesteund door alle grote milieu- en ontwikkelingsorganisaties in de wereld, vakbonden en het (internationale) bedrijfsleven. FSC is de enige organisatie met een onafhankelijk consistent standaard- en certificeringsysteem, dat wereldwijd toepasbaar is voor alle soorten bossen en plantages.

FSC hout2

Het oogmerk van FSC is te zorgen dat bossen, zowel tropische als niet-tropische, goed worden beheerd. Door het FSC-keurmerksysteem kunnen boseigenaren die zich aan de afspraken houden, zich onderscheiden van degenen die hun bos niet goed beheren. Daarnaast maakt FSC het hout herkenbaar voor de eindgebruiker. Deze kan er zeker van zijn dat het uit goed beheerde bossen komt, doordat het hout door de hele handelsketen wordt gevolgd.

Kijk voor meer informatie op de internationale website www.info.fsc.org en ‘Waarom FSC?' op http://www.fsc.nl/nl-nl/fsc/waarom-fsc. Op deze webpagina kun je ook een korte film bekijken.

 



Duurzaam bosbeheer heeft al lange tijd op de agenda van de Verenigde Naties gestaan. In 1992 werd in Rio de Janeiro al geprobeerd een veelomvattend bossenverdrag te realiseren. Dat lukte niet, maar een bindende verklaring werd het wel: de ondertekenaars hebben zich hiermee verplicht te werken aan duurzaam beheer en behoud van alle bossen.

Tijdens de klimaattop in Kyoto in 1997, die het befaamde Kyoto-protocol inzake de CO2-reductie opleverde, werd een verband gelegd tussen CO2-uitstoot en ontbossing. Bossen zijn belangrijk om CO2 vast te houden en houtkap zorgt voor een enorme CO2-emissie.

In 2000 werd het United Nations Forum on Forests opgericht en dat forum kwam in 2007, na jarenlang praten, onder Nederlands voorzitterschap, tot een verbeterd bossenverdrag. In het verdrag, dat tot 2015 liep, is een nieuw financieringsmechanisme geïntroduceerd, waarmee het overheden gemakkelijker moet worden gemaakt om hun bossen duurzaam te beheren. 

REDD+
In 2008, ten slotte, ging een nieuw programma van de VN van start voor het beheer en behoud van bossen in ontwikkelingslanden. Hierin werken drie VN-organisaties werken samen: Wereldvoedselorganisatie FAO, de ontwikkelingsorganisatie UNDP en de VN-milieuorganisatie UNEP.

un redd

REDD staat voor Reducing Emissions from Deforestation and Degradation. Het REDD-programma gaat uit van twee gedachten. In de eerste plaats moeten vervuilende landen hun vervuiling, lees CO2-uitstoot, terugdringen. In de tweede plaats zouden landen met veel (tropen)bos ertoe aangezet moeten worden dat ze dat bos niet kappen of laten verpieteren, maar onderhouden en beheren.

Traditioneel levert bos geld op als je de bomen kapt, het hout verkoopt en de grond voor iets anders gebruikt. Het REDD-programma moet het mogelijk maken dat het bos ook geld oplevert als de bomen niet worden gekapt. John Vidal legt het in dit artikel uit in the Guardian.

Naar: ‘Our work’ op https://www.un-redd.org/how-we-work-1 en ‘About REDD+’ op https://www.unredd.net/about/what-is-redd-plus.html.

 



Op allerlei plaatsen in de wereld verdwijnen er bossen, vaak door menselijk handelen. Mensen kappen bewust bossen of plegen roofbouw op bossen om te voorzien in hun dagelijkse behoeften en uit commerciële oogmerken.

Voor veel mensen is dat reden voor zorg. Die wijzen erop dat bossen niet gemist kunnen worden, omdat ze landschappen beschermen tegen erosie, een grote soortenrijkdom hebben, een belangrijke rol spelen in de lokale waterhuishouding en ze bovendien in belangrijke mate bepalen hoe warm of koud het op aarde is. Volgens hen is het van groot belang, voor alle mensen wereldwijd, dat bossen behouden blijven.

Deze les biedt leerlingen de gelegenheid om na te gaan hoe dit belang te verenigen is met de motieven die mensen hebben om bossen te kappen of er roofbouw op te plegen.

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u één uur uit. Eerst lezen de leerlingen de bron ‘Wat doen de  VN?’. Trek er vijf minuten voor uit.

Daarna laat u de leerlingen een gids schrijven voor het kopen van producten van of met hout dat op duurzame wijze is verkregen. Trek er de resterende tijd van de les voor uit.

Het is de bedoeling dat de leerlingen zeven groepen vormen. Elke groep kiest een van de bronnen in de les uit, om aan de hand hiervan een hoofdstuk in de gids te schrijven. Bij dat hoofdstuk zoeken ze op internet naar afbeeldingen die hierbij passen.

Indien ze dat nodig vinden, kunnen ze op internet extra informatie zoeken over het onderwerp van hun hoofdstuk.

Uiteraard moet elke bron aan bod komen.

Tip:
Als leerlingen de gids in digitale vorm maken, kunnen ze er ook links naar films over het onderwerp van hun hoofdstuk in opnemen.

Eindtermen voor HAVO:
Subdomein C2: Samenhangen en verschillen op aarde
7. De kandidaat kan met betrekking tot samenhangen en verschillen op aarde:
7a. Natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer beschrijven, herkennen en verklaren, rekening houdend met verschillende tijd- en ruimteschalen.
Het betreft:
7a 2. De betekenis van exogene krachten aan het aardoppervlak voor de vorming van het aardoppervlak.
7a 4. Het externe systeem aarde (lithosfeer, atmosfeer, hydrosfeer en de betekenis voor klimaatsystemen; inclusief luchtcirculatie en zeestromen)
7b. de betekenis van de landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren.
7b 2. Veranderingen in landschapszones door menselijke activiteiten.

Eindtermen voor VWO:
Domein C: Aarde
Subdomein C1: De aarde als natuurlijk systeem; samenhangen en diversiteit
5. De kandidaat kan met betrekking tot de aarde als natuurlijk systeem: 5a. de aarde als een uniek natuurlijk systeem beschrijven en deze kennis toepassen bij het analyseren van veranderingen aan het aardoppervlak op verschillende tijd- en ruimtetijdschalen;
5b. de kenmerken van landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren;
5c. de natuurlijke en landschappelijke kenmerken van een nader aan te wijzen fysisch-geografische macroregio in onderlinge samenhang en in relatie tot de samenlevingen in de betreffende macroregio analyseren

 


 

 



De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun gids voor het kopen van producten van of met duurzaam hout duidelijk maakt, waarom het in ieders belang is dat de bossen worden behouden en op duurzame wijze worden beheerd. Ook commerciële belangen moeten mede in overweging worden genomen en er moet rekening worden gehouden met de behoeften van mensen die in of bij bossen wonen.

De inhoud van de gids hoort gebaseerd te zijn op feiten.

 

verwante lessen