Duurzaam bosbeheer heeft al lange tijd op de agenda van de Verenigde Naties gestaan. In 1992 werd in Rio de Janeiro al geprobeerd een veelomvattend bossenverdrag te realiseren. Dat lukte niet, maar een bindende verklaring werd het wel: de ondertekenaars hebben zich hiermee verplicht te werken aan duurzaam beheer en behoud van alle bossen.
Tijdens de klimaattop in Kyoto in 1997, die het befaamde Kyoto-protocol inzake de CO2-reductie opleverde, werd een verband gelegd tussen CO2-uitstoot en ontbossing. Bossen zijn belangrijk om CO2 vast te houden en houtkap zorgt voor een enorme CO2-emissie.
In 2000 werd het United Nations Forum on Forests opgericht en dat forum kwam in 2007, na jarenlang praten, onder Nederlands voorzitterschap, tot een verbeterd bossenverdrag. In het verdrag, dat tot 2015 liep, is een nieuw financieringsmechanisme geïntroduceerd, waarmee het overheden gemakkelijker moet worden gemaakt om hun bossen duurzaam te beheren.
REDD+
In 2008, ten slotte, ging een nieuw programma van de VN van start voor het beheer en behoud van bossen in ontwikkelingslanden. Hierin werken drie VN-organisaties werken samen: Wereldvoedselorganisatie FAO, de ontwikkelingsorganisatie UNDP en de VN-milieuorganisatie UNEP.
REDD staat voor Reducing Emissions from Deforestation and Degradation. Het REDD-programma gaat uit van twee gedachten. In de eerste plaats moeten vervuilende landen hun vervuiling, lees CO2-uitstoot, terugdringen. In de tweede plaats zouden landen met veel (tropen)bos ertoe aangezet moeten worden dat ze dat bos niet kappen of laten verpieteren, maar onderhouden en beheren.
Traditioneel levert bos geld op als je de bomen kapt, het hout verkoopt en de grond voor iets anders gebruikt. Het REDD-programma moet het mogelijk maken dat het bos ook geld oplevert als de bomen niet worden gekapt. John Vidal legt het in dit artikel uit in the Guardian.
Naar: ‘Our work’ op https://www.un-redd.org/how-we-work-1 en ‘About REDD+’ op https://www.unredd.net/about/what-is-redd-plus.html.