Op regionale en mondiale schaal is het klimaat altijd aan het veranderen geweest en dat zal zo blijven. De aarde als geheel heeft warme en koele periodes gehad en zal ook tot in de verre toekomst een afwisseling van warme en koele periodes kennen. Hetzelfde kun je zeggen van bijvoorbeeld Europa en van Nederland. Denk maar aan de afwisseling van ijstijden en warmere periodes in Europa en de Lage Landen van de afgelopen 2,5 miljoen jaar.
Maar bij de klimaatverandering die nu aan de gang is, speelt naast natuurlijke factoren ook de mens een rol, een steeds grotere rol zelfs. Dat is nooit eerder het geval geweest.
Die verandering komt hierop neer dat het op aarde vanaf omstreeks 1800 warmer is geworden, vooral gedurende de afgelopen decennia. Die trend zal deze eeuw sterker worden.
Wat is die rol van de mens in de huidige opwarming van de aarde? Waarom verwacht men allerlei onheil voor de mens en zijn leefomgeving van die opwarming? Waar bestaat dat onheil uit? En in hoeverre zijn we in staat om de opwarming af te remmen en te stoppen en daarmee tenminste voor een deel dat onheil af te wenden? Waarom vinden deskundigen en de Verenigde Naties het cruciaal, en de hoogste tijd om eraan te gaan werken? En wat kun je er zelf als scholier aan bijdragen?
Dat gaan jullie uitzoeken.
Daarna maken jullie een klimaatgids waar je de antwoorden die je op deze vragen hebt gevonden, in verwerkt. In de gids komt ook een slothoofdstuk met tips voor scholieren van jullie leeftijd om zelf bij te dragen aan de aanpak van die klimaatverandering. In nieuwsmedia en op internet zijn tips te vinden waar je zelf iets mee kunt doen.
Voor deze opdracht krijg je 1½ uur de tijd.
Kijk naar de video. Lees daarna in je eentje de bronnen ‘De rol van de mens’ en ‘Wat doen de VN?’. Voor dit alles krijg je 20 minuten de tijd.
Daarna werken jullie in zes groepen aan het maken van de klimaatgids. Voor deze activiteit trek je de rest van de tijd uit.
Vijf groepen kiezen een thema uit om na te gaan wat de opwarming van de aarde voor gevolgen heeft. Je kunt kiezen uit:
- Watervoorziening
- Voedselvoorziening
- Veiligheid
- Volksgezondheid
- Fauna en flora
De zesde groep zoekt tips om iets te doen tegen klimaatverandering. Ga hierbij af op wat je zelf als consument koopt of gebruikt. De gids is namelijk bedoeld voor scholieren van je eigen leeftijd.
Elke groep schrijft een hoofdstuk voor de klimaatgids.
In 2020 was op de nieuwszender CNN International vaak een Youtube-video te zien van het Wereld Natuur Fonds waarin iedereen wordt opgeroepen zelf iets te doen om te voorkomen dat we de aarde steeds verder kapotmaken.
‘Kom in actie voor de wereld. Samen met het Wereld Natuur Fonds’:
De aarde is vooral gedurende de afgelopen tientallen jaren warmer geworden en klimatologen verwacht dat die opwarming door zal zetten. Een van de oorzaken hiervan is de toenemende hoeveelheid van het broeikasgas CO2 in de dampkring van de aarde, waardoor het broeikaseffect sterker wordt. Die toename wordt veroorzaakt door de mens.
De mens kan en moet iets tegen deze opwarming gaan doen. Enerzijds door de uitstoot van CO2 te verminderen en anderzijds door ervoor te zorgen dat vegetatie haar bijdrage aan de opname van CO2 uit de dampkring kan blijven leveren. Dat gebeurt al door het planten van nieuwe bossen. In enkele landen van de Sahel bijvoorbeeld worden vanaf 2007 bossen aangelegd, maar dan vooral om hiermee een halt toe te roepen aan verwoestijning in dit gebied.
Nieuw aangelegd bos in het oosten van Kameroen
Ook bij verwering van gesteente wordt CO2 uit de dampkring opgenomen. De mens kan bij dit proces helpen door bepaalde soorten gesteente te verspreiden over grote oppervlakken en op die manier bloot te stellen aan de elementen. Lees hierover ‘Olivijn is het groene wonder – Kassa – VNNVARA’ op https://www.bnnvara.nl/kassa/artikelen/olivijn-is-het-groene-wonder.
Ten slotte zijn en worden er proeven gedaan met opslag van CO2 in poreuze steenlagen diep onder de grond, die bedekt zijn door een steenlaag waar het gas niet in kan doordringen. Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit middel om CO2 uit de dampkring te halen en te houden bruikbaar is.
Deskundigen zijn het er min of meer over eens dat we op de eerste twee manieren de opwarming kunnen vertragen en op de lange duur stoppen. Ook vinden ze het cruciaal en urgent dat we hiertoe die opeenhoping van CO2 in de dampkring afremmen en stoppen. Ze wijzen erop dat we alleen op die manier in staat zijn om de kwalijke gevolgen van de opwarming voor de mens en zijn leefomgeving die nu al merkbaar zijn, beperken. Dat is een van de manieren waarop we kunnen voorkomen dat we de aarde verder kapotmaken, dus onleefbaar voor onszelf en voor alles wat er verder leeft.
Tips tegen klimaatverandering: kijk nog eens naar de video!
Informatie voor je klimaatgids vind je in de volgende bronnen:
- ‘Noodtoestand Californië: tienduizenden mensen geëvacueerd’ op https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/video/video/5178356/noodtoestand-californie-brand-bosbrand-evacuatie-vuur-vlammen.
- ‘Het koraal sterft uit: zes dingen die je moet weten’ op https://nos.nl/artikel/2210308-het-koraal-sterft-uit-zes-dingen-die-je-moet-weten.html.
- ‘Is na bosbranden het einde nabij voor de koala’s?’ op https://www.ad.nl/buitenland/is-na-bosbranden-het-einde-nabij-voor-de-koala-s~a18a7680/
https://pixabay.com/nl/photos/koala-buideldier-dier-wild-6848881/. - ‘Piek in waterverbruik Overijssel en Gelderland: komt er straks geen druppel meer uit de kraan?‘, op https://www.tubantia.nl/oldenzaal-e-o/piek-in-waterverbruik-overijssel-en-gelderland-komt-er-straks-geen-druppel-meer-uit-de-kraan~a1e9207a/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.bing.com%2F.
- ‘Vaker droogte in het binnenland’, klimaatbericht van 26 mei 2020 op https://www-p.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/vaker-droogte-in-het-binnenland.
- Een uitgebreid overzicht van gevolgen van opwarming van de aarde is te lezen in ‘Gevolgen van klimaatverandering’, op https://www.nemokennislink.nl/publicaties/gevolgen-van-klimaatverandering/
Deze bron is uit 2009, maar veel van de informatie is nog steeds actueel, bijvoorbeeld het verhaal over enkele grote rivieren in Azië die in de Himalaya ontspringen.
In 1988 hebben de Verenigde Naties het Intergovernmental Panel on Climate Change IPCC opgericht. Dat panel moet nagaan hoe het klimaat op aarde verandert, in welke mate dat gebeurt, en wat de gevolgen ervan zijn voor mens en natuur. Ook geeft IPCC verwachtingen uit over wat er de komende decennia zal gebeuren met het klimaat, afhankelijk van wat de mens doet om klimaatverandering tegen te gaan.
Dat doet IPCC omdat klimaatverandering hierop neerkomt dat de aarde vanaf het begin van de Industriële Revolutie rond 1800 warmer is geworden. Dat heeft er mede mee te maken dat mensen vanaf 1800 steeds meer fossiele brandstoffen zijn gaan verbruiken. Eerst was dat vooral steenkool, daarna verbruikte men ook steeds meer aardolie en aardgas. Door het stijgende verbruik van fossiele brandstoffen en ook door ontbossing is de hoeveelheid CO2 in de dampkring van de aarde toegenomen. Aangezien CO2 een broeikasgas is, werd het broeikaseffect, dat de dampkring van nature al vertoont, sterker. Gevolg: de gemiddelde temperatuur op aarde is vanaf 1800 aan het stijgen geweest.
Indien niet wordt geprobeerd om de uitstoot van CO2 door mensen te beperken, zal de temperatuur op aarde in 2100 met enkele graden Celsius zijn opgelopen ten opzichte van 1800.
Nu al heeft de opwarming geleid tot het vaker optreden van bosbranden en van droogte, hittegolven, hevige stormen en ander extreem weer.
Ook smelt het landijs op Groenland steeds sneller af en raakt ook het zuidpoolgebied steeds meer landijs kwijt. Daardoor stijgt de zeespiegel wereldwijd en in een steeds sneller tempo. Laaggelegen kustgebieden en lage eilanden lopen daardoor een steeds groter risico voor overstromingen en lage eilanden dreigen op den duur definitief onder water te verdwijnen.
Al in de jaren ’90 hebben de lidstaten van de Verenigde Naties afspraken met elkaar gemaakt om de uitstoot van CO2 (en van methaan en andere broeikasgassen) te beperken en bossen te beschermen. Zo werd in 1997 het Klimaatverdrag van Kyoto aangenomen.
In december 2015 namen de Verenigde Naties tijdens een conferentie in Parijs een nieuw verdrag aan, het Klimaatverdrag van Parijs. Hierin staat dat alle lidstaten die dit verdrag hebben getekend, alles moeten doen om te voorkomen dat de aarde in 2100 meer dan 1,5 graad Celsius warmer is geworden ten opzichte van 1800. Hiertoe moeten ze hun uitstoot van CO2 beperken en tenslotte helemaal tot nul terugbrengen.
Bijna dagelijks horen we van rampen die min of meer met het weer te maken hebben, zoals bosbranden en zware stormen en orkanen. Hoewel het om incidenten gaat, die elk voor zich geen bewijs zijn dat de aarde aan het opwarmen is, vormen ze samen een steeds duidelijker signaal dat die opwarming gaande is. Rampen die met het weer te maken hebben, nemen namelijk in aantal en intensiteit toe.
Er zijn nog andere signalen die wijzen op opwarming van de aarde. Twee voorbeelden: het sneeuwt gemiddeld steeds minder in gebieden waarvan de economie sterk afhankelijk is van toeristen die er op wintersport gaan. ’s Zomers smelt gemiddeld meer van het zee-ijs in de Noordelijke Oceaan dat zich in najaar en winter heeft gevormd, waardoor scheepvaart er steeds meer mogelijk wordt en ijsberen als soort steeds meer in hun voortbestaan worden bedreigd.
Deze les laat zien dat als de opwarming van de aarde doorzet, het meer en kwalijker gevolgen zal hebben voor mensen, hun leefomgeving en voor wat verder op aarde leeft. Ook laten we leerlingen uitzoeken wat ze zelf als consument kunnen doen tegen de klimaatverandering en de gevolgen ervan.
Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 2 uur uit.
Laat aan de leerlingen de video zien. Daarna laat u de leerlingen de bronnen ‘De rol van de mens' en ‘Wat doen de VN?’ lezen.
Voor dit alles ruimt u 25 minuten in.
Daarna laat u de leerlingen zes groepen vormen, die elk een hoofdstuk voor een klimaatgids schrijven. Voor deze activiteit trekt u de rest van de tijd uit.
Vijf groepen kiezen een thema uit om na te gaan wat de opwarming van de aarde voor gevolgen heeft. Ze kunnen kiezen uit:
- Watervoorziening
- Voedselvoorziening
- Veiligheid
- Volksgezondheid
- Fauna en flora.
Laat elk thema eenmaal aan bod komen.
De zesde groep zoekt tips om iets te doen tegen klimaatverandering. Dat doen ze aan de hand van wat ze zelf als consument kopen of gebruiken. De gids is namelijk bedoeld voor scholieren van dezelfde leeftijd als uw leerlingen.
Uitwerking:
Watervoorziening:
- Beschikbaarheid van voldoende bruikbaar water wordt minder vanzelfsprekend. Het KNMI verwacht dat de zomer in Nederland steeds meer gekenmerkt wordt door langdurige droogte, afgewisseld door zware regenbuien die wateroverlast veroorzaken. Vooral in het binnenland zal steeds vaker langdurige droogte optreden in de zomermaanden. Omdat het gemiddeld ook warmer wordt, zal een groter deel van de neerslag die valt, verdampen. Hierdoor daalt vooral in hoger gelegen gebieden het grondwaterpeil zodanig, dat land- en tuinbouwbedrijven moeilijker aan voldoende water kunnen komen en hun waterverbruik moeten beperken, en dat waterbedrijven hun klanten moeten adviseren om hun waterverbruik tijdelijk te matigen.
- Gemengde rivieren als de Ganges en de Mekong krijgen water door neerslag en smeltwater uit gletsjers en sneeuw in hooggebergtes. Vooral gletsjers vormen een buffer die rivieren ook tijdens droge periodes van water voorzien. Maar naarmate in hooggebergtes meer gletsjerijs afsmelt en er minder sneeuw valt, neemt de afvoer van smeltwater door deze rivieren af. Hierdoor daalt de afvoer van deze rivieren tijdens periodes van droogte sterk. Mensen die voor hun watervoorziening aangewezen zijn op deze rivieren, krijgen dan te maken met een watertekort.
Voedselvoorziening:
- Door opwarming van de aarde valt de oogst vaker schraler uit of mislukt zelfs, als gevolg van droogte, overstromingen of allebei.
- Ook werkt het mede verwoestijning in de hand in gebieden met een steppeklimaat. Hierdoor leveren de land- en tuinbouw steeds minder op en gaat geschikte grond zelfs verloren.
Veiligheid:
- Aan de kust en op lage eilanden neemt door de stijging van de zeespiegel als gevolg van het afsmelten van poolkappen en gletsjers het risico van overstromingen toe. Dat geldt vooral voor gebieden en eilanden die regelmatig te maken hebben met zware stormen en orkanen (zoals de Noordzeekusten van Nederland, België en het oosten van Engeland, en de Golfkust in de Verenigde Staten). Laaggelegen eilanden als Tuvalu zullen op den duur definitief onder water verdwijnen.
- Bosgebieden worden voor bewoners minder veilig, omdat ze als gevolg van hogere temperaturen in combinatie met droogte vaker te lijden hebben van uitdroging en daardoor makkelijker in brand vliegen. Om die reden hebben bijvoorbeeld Californië en het zuidoosten van Australië nu al vaak te kampen met talrijke bosbranden, die bijna niet te blussen zijn en waardoor bewoners van bosgebieden huis en haard verliezen. Men vermoedt dat die bosbranden nog in aantal en intensiteit zullen toenemen en dat bossen steeds minder de kans krijgen om te herstellen na een brand.
Volksgezondheid:
- Ziektekiemen in gebieden met een warm klimaat die door vectoren (meestal een dier) op mensen worden overgebracht, breiden zich uit naar gebieden waar ze voorheen niet voorkwamen. Een vector is in de biologie een organisme dat ziekteverwerkers of parasieten kan overbengen van de ene gastheer (die of plant) naar een andere. Een voorbeeld hiervan is de malariaparasiet die wordt overgedragen door de malariamug. Door de opwarming van de aarde kan deze mug leven in gebieden die voorheen te koud waren om in te leven. Deze gebieden komen steeds verder van de tropische en subtropische klimaatzones af te liggen, en steeds hoger op berghellingen in de subtropische en tropische klimaatzones.
- In gematigde streken als West-Europa treden steeds vaker hittegolven op en duren ze ook langer. Mensen op leeftijd lopen tijdens een hittegolf een groot gevaar op uitdroging. In augustus 2003 bijvoorbeeld trad tijdens een hittegolf in Frankrijk een grote oversterfte op bij deze risicogroep.
Fauna en flora:
- Planten- en diersoorten krijgen te maken met stijgende temperaturen, een droger klimaat of andere veranderingen in hun leefomgeving. Als ze zich niet kunnen aanpassen, sterven ze uit en maken plaats voor andere planten- en diersoorten die wél opgewassen zijn tegen de veranderingen in de leefomgeving.
- Naarmate er meer CO2 in de dampkring komt te zitten, nemen zeeën en oceanen meer van dat gas op. Hierdoor neemt de zuurgraad van het zeewater toe, waardoor organismen met een uitwendig skelet moeilijker bot kunnen aanmaken. Dit is samen met stijging van de temperatuur van het zeewater de reden waarom koraalriffen in omvang en kwaliteit achteruitgaan.
- Bij bosbranden komen talrijke dieren om het leven. Zo zijn de koala’s in Australië, toch al een bedreigde diersoort, sterk in aantal afgenomen als gevolg van bosbranden in de winter en het vroege voorjaar van 2020.
Tips tegen klimaatverandering:
- In de video wordt duidelijk gemaakt dat wat je eet en verder doet als consument bij kan dragen aan het behoud van de natuur. Dat geldt ook voor de afremming van de opwarming van de aarde.
Eindtermen voor HAVO:
Domein C: Aarde
Subdomein C2: Samenhangen en verschillen op aarde
7. De kandidaat kan met betrekking tot samenhangen en verschillen op aarde:
7a. natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer beschrijven, herkennen en verklaren, rekening houdend met verschillende tijd- en ruimteschalen.
Het betreft:
7a 2. de betekenis van exogene krachten aan het aardoppervlak voor de vorming van het aardoppervlak.
7a 4. het externe systeem aarde (lithosfeer, atmosfeer, hydrosfeer en de betekenis voor klimaatsystemen; inclusief luchtcirculatie en zeestromen)
7b. de betekenis van de landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren.
7b 2. veranderingen in landschapszones door menselijke activiteiten.
Eindtermen voor VWO:
Domein C: Aarde
Subdomein C1: De aarde als natuurlijk systeem; samenhangen en diversiteit
5. De kandidaat kan met betrekking tot de aarde als natuurlijk systeem: 5a. de aarde als een uniek natuurlijk systeem beschrijven en deze kennis toepassen bij het analyseren van veranderingen aan het aardoppervlak op verschillende tijd- en ruimtetijdschalen;
5b. de kenmerken van landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren;
5c. de natuurlijke en landschappelijke kenmerken van een nader aan te wijzen fysisch-geografische macroregio in onderlinge samenhang en in relatie tot de samenlevingen in de betreffende macroregio analyseren.
- De leerlingen kunnen uitleggen hoe menselijk handelen bijdraagt aan de opwarming van de aarde.
- De leerlingen kunnen uitleggen op welke twee manieren de mens die opwarming kan afremmen en uiteindelijk stoppen.
- De leerlingen kunnen enkele gevolgen benoemen en beschrijven van verdere opwarming van de aarde voor mensen en al het andere wat op aarde leeft, indien niet wordt geprobeerd om die opwarming af te remmen en te stoppen.
- De leerlingen kunnen de sturende rol benoemen en beschrijven die de Verenigde Naties spelen bij het afremmen en stoppen van de opwarming van de aarde.
- De leerlingen hebben gezien dat alles wat ze doen, hoe onbelangrijk en kleinschalig ook, helpt bij het afremmen en stoppen van de opwarming van de aarde en het beperken van de gevolgen van de opwarming.
De leerlingen hebben de opdracht goed gemaakt, als hun klimaatgids:
- duidelijk maakt waarom de opwarming van de aarde een probleem is dat dringend moet worden aangepakt;
- laat zien wat voor ingrijpende gevolgen het voor mensen en hun leefomgeving heeft, als dat niet gebeurt, en
- laat zien hoe jongeren die tot dezelfde leeftijdsgroep behoren als de leerlingen zelf als consument de opwarming van de aarde kunnen afremmen en stoppen.