Vaccinatie, ja of nee? - voor de docent: info

 
De Nederlandse overheid nodigt mensen regelmatig uit om zich te laten vaccineren tegen griep, pneumokokken en HPV. De toegediende vaccins moeten ervoor zorgen dat mensen na een infectie met de verwekkers van deze ziektes niet ernstig ziek worden of zelfs overlijden.

In 2019 kwam er een ziekte bij waartegen je je op die manier kunt beschermen: Covid-19. De hele wereld kampte vanaf een gegeven moment met een pandemie van deze besmettelijke ziekte. Er waren wel vaccins beschikbaar gekomen tegen de verwekker ervan, SARS-CoV-19.

Maar niet iedereen in Nederland ging in op uitnodigingen om een prik tegen een van die vier ziektes te halen. Hoe komt dat? Dat zoeken leerlingen in deze les uit. Ook discussiëren zij er over hoe zij zich opstellen ten opzichte van iemand die zich om welke reden dan ook niet laat vaccineren.

Plan van aanpak
Voor de les gebruikt u één lesuur.

Voor het eerste deel van de opdracht trekt u 25 minuten uit.
Voor de afsluitende discussie gebruikt u de rest van de tijd

Deel I
Iedere leerling raadpleegt de eerste twee bronnen in de les. Daarna zorgt u ervoor dat de leerlingen zich in drietallen verdelen. En elke groep krijgt één bron over 'Vaccinaties en geloof' toegewezen. Zie erop toe dat van elk 'geloof' er minimaal één groep is die zich daarvor inzet.

* Vaccinatie - Moslims
* Vaccinatie - Joden
* Vaccinatie - Dominees uit de Biblebelt

Deel II
De klas discussieert er over hoe ze zich zouden opstellen ten opzichte van iemand die ze kennen en die zich om een of andere reden niet laat vaccineren.

Uitwerking
De coronapandemie heeft in Nederland verschillende motieven aan het licht gebracht waarom sommige mensen niet ingaan op een uitnodiging om een prik te halen. Die motieven kunnen zijn:

  • Wantrouwen tegen en afkeer van de overheid die door het nemen van maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus inbreuk maakt op de vrijheid van de burgers (zie de film in de eerste bron).
  • Het idee dat je zelf maar een uiterst klein risico loopt op ernstig ziek te worden of zelfs te overlijden na een besmetting. Voor mensen met een goede gezondheid en een goed werkend immuunsysteem is dat inderdaad het geval, maar helemaal nul is het risico nooit.
  • Het idee dat vaccins vaak ernstige bijwerkingen hebben, zoals onvruchtbaarheid, autisme en aandoeningen aan hart en bloedvaten. Daar zit een kern van waarheid in. Zo heeft het Europese geneesmiddelenbureau EMA er eind oktober 2022 er melding van gemaakt dat sommige vrouwen in de vruchtbare leeftijd ongewoon hevige bloedingen kunnen krijgen tijdens de menstruatie nadat ze een coronavaccin van Pfizer/BioNTech of Moderna hebben gekregen. Huisartsen in Nederland hebben daar ook melding van gemaakt en ook van het lang uitblijven van de menstruatie.
  • Dat wil zeggen dat mensen moeite hebben om teksten te lezen en te schrijven. Hierdoor hebben ze moeite met het lezen van een uitnodiging voor een prik.
  • Het niet goed beheersen van de Nederlandse taal. Ook dat maakt het moeilijk om een uitnodiging voor een prik te lezen.

Overwegingen om toch een vaccin te nemen zijn:

  • Om zelf niet ernstig ziek te worden en de kans te verminderen om dood te gaan;
  • Om te voorkomen dat je na besmetting in een ziekenhuis belandt en vooral niet op een intensive-care afdeling. Op de intensive-care afdeling moeten extra veel zorgmedewerkers voor je gaan zorgen en dat gaat ten koste van de andere zorg.
  • Het beschermen van je familieleden en kennissen tegen besmetting;
  • Het voorkomen van maatregelen die nodig zijn om contacten tussen mensen te beperken en daarmee verspreiding van de ziektekiem die de pandemie veroorzaakt in te dammen. Eventuele maatregelen kunnen onder andere zijn: verplicht thuiswerken, het sluiten van musea, theaters, horecazaken, scholen en winkels en de beperking van het aantal mensen dat in een besloten ruimte bijeen mag komen.


Kerndoelen
36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.

43. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.

 

verwante lessen

Login Form