Biomassa bestaat uit hout, resten van planten, dierlijke mest en akkerbouwproducten als maïs en suikerriet. Vooral van die akkerbouwproducten worden brandstoffen gemaakt die in voertuigen te gebruiken zijn.
Houtsnippers
Al deze materialen bevatten koolstof. Als je ze verbrandt, ontstaat er koolstofdioxide uit. Daar staat tegenover dat de natuur voortdurend biomassa aanmaakt, waarbij koolstofdioxide uit de dampkring wordt gehaald.
Omdat er van nature voortdurend biomassa aan gemaakt wordt, zal deze energiebron pas schaarser worden, als we er meer van gebruiken dan de natuur aan kan maken. Bovendien kunnen we zelf biomassa telen in de vorm van gewassen waar brandstoffen uit gemaakt kunnen worden. Daar zijn wel kunstmest en bestrijdingsmiddelen voor nodig. Om die aan te maken, heb je energie nodig en aardolie. Bij het bereiden van die producten ontstaat koolstofdioxide.
Welke voor- en nadelen heeft deze energiebron verder? Zoek dat uit op internet. Gebruik hierbij de volgende zoekwoorden: ‘landbouwgrond’, ‘voedselvoorziening’, ‘opslag’, ‘voertuigen’, ‘vervuiling’ en ‘afval’.