Voor deze opdracht krijg je 2 lesuren de tijd.
Jullie maken een nieuwe energiemix, waarbij zo weinig mogelijk gebruik wordt gemaakt van fossiele brandstoffen, om daarmee bij te dragen aan de beperking van de opwarming van de aarde tot die anderhalve graad in 2100. Wel moet je hierbij zien te vermijden:
- dat we steeds meer afval en vervuiling krijgen door ons energieverbruik, en
- dat we een tekort aan energie krijgen, omdat een of meer energiebronnen schaars worden of zelfs opraken.
De opdracht bestaat uit drie delen.
Lesuur 1
Deel 1: 10 minuten
Kijk naar de twee videobronnen en bekijk goed de afbeelding in Bron: Energietransitie
Deel 2: 35 minuten
We verdelen de klas in vijf groepen. Elke groep krijgt één van de volgende energiebronnen toegewezen:
- Splijtstof (wordt gebruikt in een kerncentrale)
- Windkracht
- Zonne-energie
- Biomassa (hout, resten van planten, dierlijke mest, akkerbouwproducten als maïs en suikerriet)
- Waterstof
Over al die energiebronnen is een bron opgenomen. Zoek bij elke energiebron uit of het gebruik ervan bijdraagt aan de opwarming van de aarde.
Zoek ook uit welke voor- en nadelen de verschillende energiebronnen verder hebben.
Maak over jullie bevindingen aantekeningen die jullie dan mee kunnen nemen naar het tweede lesuur.
Lesuur 2
Deel 3
Jullie kiezen iemand in je groep uit die in het overleg met de vier andere groepsvertegenwoordigers gaat lobbyen voor het gebruik van de aan jullie groep toegewezen energiebron. Probeer met goede argumenten er voor te pleiten waarom het aandeel van die energiebron in de nieuwe energiemix zo groot mogelijk moet worden. Spreek van te voren eerst af of er nog fossiele brandstoffen gebruikt mogen worden, en zo ja, welke. Spreek ook af hoe groot het aandeel van een of meer fossiele brandstoffen maximaal mag zijn in de nieuwe energiemix.
Ten slotte maken de vertegenwoordigers van de groepen samen die nieuwe energiemix.
Als die energiemix klaar is, kun je die vergelijken met de energiemix in Bron: Energietransitie
Welke energiebronnen gaan we veel meer gebruiken, als het aan jullie ligt? En welke bronnen juist veel minder?