In het noordwesten van Iran wonen de meeste Koerden van dat land. Vanaf het einde van de Eerste Wereldoorlog hebben die geprobeerd een eigen staat te stichten. En inderdaad is er in de jaren ’20 korte tijd een eigen staat geweest, maar die werd door de Iraanse regering met geweld van de kaart geveegd.
Sinds de Islamitische Revolutie in 1979, toen de regering van de sjah (koning) plaatsmaakte voor een regering van islamitische geestelijken, hebben de Koerden verzet gepleegd tegen deze regering, niet in de laatste plaats omdat de meesten van hen soenniet zijn en de regering bestaat uit sjiieten en omdat de sjiitische stroming van de islam de belangrijkste godsdienst is in Iran.
Demonstratie in Den Haag in 1979 van vertegenwoordigers van het Koerdisch Comité tegen het beleid van de regering van Iran ten opzichte van de Koerden
De woordvoerder van Human Rights Watch in Koerdistan, Ejlal Ghawami, geeft zijn mening over de Iraanse regering: ‘Het Koerdische volk wordt onderdrukt door de Islamistische Republiek. We mogen bijvoorbeeld geen politieke partijen oprichten’. Ook discrimineert het regime volgens hem op geloof. Zo zouden er zo’n drie miljoen soennieten in Teheran wonen die geen enkele moskee hebben voor zichzelf. Het regime ontkent dat en beweert dat er minstens negen soennitische gebedshuizen zijn in de hoofdstad.
Volgens Ghawami voeren de Koerden in Iran alleen vreedzaam actie voor meer democratie en mensenrechten. ‘Helaas komt de Europese Unie de Koerden niet te hulp. We respecteren de Europese Unie en haar inwoners, maar de enigste hulp komt van ngo’s.’ Dat het regime de sjiitische Koerden voortrekt maakt het eveneens moeilijk om een front te vormen volgens Ghawami. Hij schat dat het regime verantwoordelijk is voor de moord op zo’n vijftienduizend Koerden sinds de revolutie. Ook houdt regime volgens hem zijn onderdanen buiten de landsgrenzen in de gaten.