Vier verzetsvrouwen


Tijdens de Duitse bezetting (1940-1945) kwamen er mensen in verzet tegen die bezetters. Dat waren niet alleen mannen, maar ook vrouwen. De meeste mensen denken dat verzetsvrouwen alleen maar bezig waren mannen die in het verzet actief waren, te helpen. En dat ze vooral als koerierster werkten. Maar is dat echt zo? 

vierverzetsvrouwen

 



opdracht

Maar is dat echt alles wat vrouwen deden om verzet tegen de bezetters te plegen? Is dat echt het hele verhaal wat verzetsvrouwen betreft?
Of deden verzetsvrouwen ook andere dingen om tegengas te geven tegen de bezetters en is het beeld dat veel mensen hebben van vrouwen in verzet dus onvolledig?

Dat gaan jullie uitzoeken door naar fragmenten te luisteren uit enkele interviews met vrouwen die in het verzet hebben gezeten. Over die fragmenten beantwoorden jullie enkele vragen.

Aan de hand van de antwoorden die je hebt gegeven schrijven jullie bij elk interviewfragment een onderzoeksverslag. Hierin laten jullie zien of de ideeën die veel mensen hebben over wat verzetsvrouwen deden juist zijn of niet.

Van jullie verslagen maakt jullie leerkracht een boekje voor mensen die meer over het verzet in de Tweede Wereldoorlog willen weten.


 

werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Jullie maken de opdracht in vijf groepen.

Schrijf eerst voor jezelf op wat je denkt dat vrouwen allemaal deden om verzet te plegen tegen de bezetter. Neem er een paar minuten de tijd voor.

Daarna begin je aan de opdracht in de les. Kies een van de fragmenten uit interview uit. Je leerkracht ziet erop toe dat elk fragment gekozen wordt. Het zijn er vijf terwijl jullie vier verzetsvrouwen onderzoeken. Dat komt omdat het interview met een van de vrouwen, Geert van der Molen in twee delen is gesplitst. De twee delen worden apart door een groep bekeken.

Luister naar het fragment dat je gekozen hebt en geef antwoord op de volgende vragen:

Vergelijk samen met je groepsgenoten de antwoorden met de aantekeningen die je hebt gemaakt over wat je dacht dat verzetsvrouwen allemaal deden.

Schrijf je onderzoeksverslag. Laat daarin zien of de vrouw uit jouw onderzoek beantwoordt aan de ideeën die veel mensen hebben over wat verzetsvrouwen deden of niet. Als dat niet zo is, geef dan duidelijk aan op welke punten die ideeën moeten worden bijgesteld.

Zodra het verslag klaar is, laat je het zien aan je leerkracht. Die bundelt de verslagen in een boekje.

 


 
Rachel van Amerongen komt uit een joods gezin.

Nadat ze is gearresteerd, wordt ze naar Kamp Westerbork gestuurd omdat ze van joodse afkomst is. Daarna verblijft ze in andere concentratiekampen zoals Auschwitz en Theresiënstadt. Na het einde van de oorlog keert ze terug naar Nederland.

 


 
Riete (Rosemarie) Sterenberg-Gompertz heeft een joodse achtergrond, maar is protestants. Ze wil kunstenares worden en leert tekenen op een kunstacademie. Die opleiding zou nog van pas komen bij haar werk in het verzet.

Na haar arrestatie wordt ze opgesloten in Kamp Westerbork en daarna in Theresiënstadt. Daar wordt ze bevrijd en keert ze terug naar Nederland.

 


 
Tine Boeke-Kramer volgt een verpleegstersopleiding, werkt een tijd in een tehuis voor kinderen met een geestelijke handicap in Zeist en daarna in een ziekenhuis in Zaandam.

Na haar arrestatie verblijft ze in Kamp Vught, Ravensbrück, Köpenick (een concentratiekamp bij Berlijn) en Oraniënburg. Na het einde van de oorlog keert ze terug naar Nederland.

 


 
Geert van der Molen komt uit een gereformeerd schippersgezin. Ze sluit zich aan bij een groep communisten in Groningen.

Na haar arrestatie wordt ze tot anderhalf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Eerst zit ze in de gevangenis het Oranjehotel in Scheveningen. Daarna verblijft ze in Kamp Schoorl en Ravensbrück.

 


 
Geert van der Molen komt uit een gereformeerd schippersgezin. Ze sluit zich aan bij een groep communisten in Groningen. Nadat ze een gevangenisstraf heeft uitgezeten en in Nederland is teruggekeerd, zet ze haar verzetswerk voort.

Ze wordt op 7 februari 1945 opnieuw gearresteerd en ter dood veroordeeld omdat ze voor de tweede keer is opgepakt wegens werken in het verzet. Ze wordt opgesloten in Kamp Westerbork, waar ze net op tijd bevrijd werd door de geallieerden.

 


 
Vrouwen in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, waren dat vrouwen die hun mannelijke kompanen ondersteunden, veelal door koerierswerk te doen? Dat is het gangbare idee over wat verzetsvrouwen deden. Maar klopt dit idee wel?

De interviews met vier vrouwen die in het verzet hebben gewerkt kunnen hierover helderheid verschaffen. Zij geven een antwoord op een aantal vragen: deden vrouwen meer dan alleen koerierswerk? Liepen ze evenveel gevaar als mannelijke verzetsmensen? Wat waren de gevolgen voor vrouwen in het verzet als ze opgepakt werden?

De interviews zijn gemaakt voor het oral historyproject Vier verzetsvrouwen: gewoon doen en fier rechtop staan. Ze zijn te vinden op http://getuigenverhalen.nl en vormen het hart van deze les, gemaakt door CMO in opdracht van het Erfgoedproject van het Ministerie van VWS.

getuigenverhalen

 


 
Dat tijdens de Duitse bezetting van Naderland (1940-1945) naast mannen ook vrouwen verzet pleegden tegen de bezetter, weten de meeste mensen wel. Wel denken de meeste mensen dat verzetsvrouwen hoofdzakelijk als hulp voor mannelijke verzetsmensen hebben gewerkt of als koerierster.

Inderdaad waren dat twee dingen die verzetsvrouwen hadden gedaan. Zo werden illegale kranten door vrouwen bij de lezers bezorgd. Of deden ze meer?

In deze les gaan leerlingen na of het beeld dat mensen hebben van vrouwen in verzet correct is of moet worden bijgesteld.

Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit. U laat de leerlingen de opdracht in de les in vijf groepen doen.

Vraag eerst aan de leerlingen om voor zichzelf op te schrijven wat ze denken dat vrouwen deden om verzet te plegen tijdens de Duitse bezetting. Geef ze daar enkele minuten de tijd voor.

Daarna start u de opdracht door vijf groepen te maken. Iedere groep kiest een van de vijf interviewfragmenten. Let erop dat elk fragment wordt gekozen.

Elke groep kijkt naar het fragment dat ze gekozen heeft en beantwoordt de volgende vragen:

De leerlingen vergelijken de antwoorden op de vragen met wat ze hebben opgeschreven over wat ze denken dat vrouwen deden om verzet te plegen.

Iedere groep maakt zijn onderzoeksverslag. Als iedereen klaar is, verzamelt u de onderzoeksverslagen van de groepen en bundelt ze in een boekje. Als inleiding kunt u de introductietekst van de opdracht gebruiken.

Het boekje moet nog een afsluitende pagina met conclusies krijgen. U stelt samen met de klas de tekst met de conclusies op. Trek er een paar minuten vooruit en maak die pagina.

Uitwerking
Rachel van Amerongen raakte via haar man Charles Lu-A-Si betrokken bij het verzet. Ze hielp de Februaristaking organiseren, regelde onderduikadressen voor en verleent hulp aan joden, vooral joodse kinderen.

Riete Sterenberg-Gompertz hield zich bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen. Dat werk deed ze omdat de verzetsgroep waar Tine Boeke-Kramer lid van was iemand nodig had die dat werk kon doen. Ook deed ze koerierswerk.

Tine Boeke-Kramer besloot in het verzet te gaan omdat ze wist van de keiharde onderdrukking en wreedheden door het Nazibewind in Duitsland. Van die onderdrukking en wreedheden had ze gehoord van vluchtelingen uit Duitsland die in het ziekenhuis waar ze werkte werden verpleegd. Ze hielp met het vervalsen van persoonsbewijzen, samen met Riete Sterenberg-Gompertz, deed koerierswerk en hielp joden aan onderduikadressen.

Geert van der Molen was al op de hoogte van de keiharde onderdrukking en wreedheden door het Duitse Naziregime voordat Duitsland Nederland inlijfde. Omdat ze dit allemaal wist en omdat ze een sterk gevoel voor rechtvaardigheid had, ging ze in het verzet. Met haar communistische vrienden hielp ze met het uitgeven en verspreiden van een illegale krant en het pamflet waarin werd opgeroepen tot een algemene staking in februari 1941, de Februaristaking. Nadat ze was opgepakt en een straf van anderhalf jaar had uitgezeten, ging ze weer helpen met het uitgeven en verspreiden van een illegale communistische krant. Ook deed ze koerierswerk en werkte ze mee aan enkele gewapende overvallen.

Net als veel mannen die in het verzet waren, moesten alle vier vrouwen hun verzetswerk  bekopen met een verblijf in een of meer verschillende gevangenissen en concentratiekampen.

Kerndoelen
40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.

 


 

 


 
De opdracht is goed gemaakt als de verslagen:

 

verwante lessen