Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Jullie maken de opdracht in vijf groepen.
Schrijf eerst voor jezelf op wat je denkt dat vrouwen allemaal deden om verzet te plegen tegen de bezetter. Neem er een paar minuten de tijd voor.
Daarna begin je aan de opdracht in de les. Kies een van de fragmenten uit interview uit. Je leerkracht ziet erop toe dat elk fragment gekozen wordt. Het zijn er vijf terwijl jullie vier verzetsvrouwen onderzoeken. Dat komt omdat het interview met een van de vrouwen, Geert van der Molen in twee delen is gesplitst. De twee delen worden apart door een groep bekeken.
Luister naar het fragment dat je gekozen hebt en geef antwoord op de volgende vragen:
- Waarom is ze in het verzet gegaan?
- Wat deed ze als verzetsvrouw?
- Welke risico’s liep ze daarbij?
- Waren die risico’s dezelfde als die mannelijke verzetslieden liepen?
Vergelijk samen met je groepsgenoten de antwoorden met de aantekeningen die je hebt gemaakt over wat je dacht dat verzetsvrouwen allemaal deden.
Schrijf je onderzoeksverslag. Laat daarin zien of de vrouw uit jouw onderzoek beantwoordt aan de ideeën die veel mensen hebben over wat verzetsvrouwen deden of niet. Als dat niet zo is, geef dan duidelijk aan op welke punten die ideeën moeten worden bijgesteld.
Zodra het verslag klaar is, laat je het zien aan je leerkracht. Die bundelt de verslagen in een boekje.