Nederlanders in Buchenwald - voor de docent: info

 
Buchenwald was een van de vele concentratiekampen die tijdens het Naziebewind van Hitler (1933-’45) werden ingericht en gebruikt. Het was geen vernietigingskamp waar mensen werden samengebracht om te worden vermoord, maar een werkkamp waar gevangenen dwangarbeid verrichtten.

Evengoed overleefden veel gevangenen hun verblijf in Buchenwald niet. Zeker toen Geallieerde troepen het kamp naderden en het een kwestie van tijd was dat het door Geallierde soldaten zou worden ingenomen.

Ook Nederlanders werden in Buchenwald opgesloten en aan het werk gezet.

Aan de hand van getuigenverhalen van acht Nederlanders die hun verblijf in Buchenwald hebben overleefd gan leerlingen na hoe het was om naar het kamp te worden gebracht, daar hun dagen te slijten en om er weer uit te komen toen de Geallieerden het kamp bereikten.

Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 2 uur uit.
De leerlingen maken de opdracht in acht groepen. Voordat u ze aan de opdracht laat beginnen, laat u de klas kijken naar de film Introductie op Buchenwald in Bron: Buchenwald. Deel daarna de klas in acht groepen in.

Deel I
Hier ruimt u 1 uur voor in. De groepen lezen allemaal de tekst over Buchenwald in Bron: Buchenwald.
Iedere groep kiest een van de acht interviews uit. Let erop dat elk interview wordt uitgekozen.

Daarna bekijken ze het interview dat ze gekozen hebben en beantwoorden ze de vragen bij het interview.
Voor alle interviews zijn de vragen hetzelfde. U vindt ze en de antwoorden hierop in Uitwerking.

Als iedereen hiermee klaar is, vraagt u elke groep de antwoorden op devragen te geven.

Deel II
Ook voor dit deel van de opdracht ruimt u 1 uur in. U laat de groepen samen een dossier bouwen ter herinnering aan Buchenwald en de Nederlanders die er gevangen werden gehouden. De titel van het dossier wordt 'Buchenwald en de oud-Buchenwalders mogen nooit vergeten worden' of u kiest samen met de leerlingen een eigen titel.

Het dossier krijgt dus dezelfde functie als bijvoorbeeld die van Herinneringscentrum Kamp Westerbork https://kampwesterbork.nl/. Verwijs de leerlingen naar deze website om een idee te geven hoe hun Buchenwald-dossier eruit kan gaan zien.

Elke groep kiest een van de volgende onderwerpen uit om er een pagina van de webstie over te maken:

  1. Inleiding: gebruik hiervoor Bron: Buchenwald. hierin vertel je hoe dit kamp werd gebruikt en dat er ook Nederlanders gevangen werden gehouden in dit kamp.
  2. Arrestatie en transport naar Buchenwald.
  3. Aankomst in het kamp.
  4. Kampkleding en merktekens.
  5. Behuizing.
  6. Werk.
  7. Ontberingen.
  8. Wat er gebeurde voor en tijdens de bevrijding door de Geallieerden?

Let er wel op dat elk onderwerp wordt gekozen.

monumentbuchenwaldHet monument van Buchenwald is in 1958 geplaatst

Uitwerking

Antwoorden op de vragen bij de interviews:

Interview met de heer van Beek 

  1. Hij probeerde via Spanje naar Engeland te reizen (een Engelandvaarder), maar werd onderweg gearresteerd.
  2. Hij werd in een overvolle trein gepropt naar Buchenwald (je kon alleen staan) en drie dagen en twee nachten lang kregen ze niets te drinken. Ze werden het kamp ingeslagen, ze moesten zich uitkleden en ze werden kaalgeschoren en ontluisd.
  3. Aan de kampkleding met een rode driehoek (voor politieke gevangenen) met de N voor Nederland en kampnummer 44521.
  4. Twaalf uur per dag werken in het Eisenbahnkommando.
  5. De Amerikanen kwamen steeds dichterbij en de gevangenen hebben met gesmokkelde wapens het kamp overgenomen. Toen trokken de Duitsers weg en kwamen de Amerikanen.
  6. Hij noemt verschrikkelijke dingen die hij heeft meegemaakt: Hij heeft moeten toekijken hoe mensen aan de galg langzaam de wurgdood stierven. Hij heeft talloze doden in de trein gezien. Hij heeft mensen gezien die geëxecuteerd werden.

Interview met de heer van de Berg 

  1. Hij zat ondergedoken om aan de arbeidsdienst te ontkomen en werd verraden.
  2. Hij is met de trein naar Buchenwald afgevoerd. Hij moest zich uitkleden, werd gedesinfecteerd en kaalgeschoren uit angst voor luizen.
  3. Hij kreeg kampnummer 22835 en (toen ze weer voorhanden waren) een rode driehoek voor politieke gevangenen op zijn kleding.
  4. Hij moest de hele dag kolen scheppen en steeds bezig zijn, anders kreeg hij een trap van een lid van de SS. Eerst 's ochtends met koud water alleen van boven wassen, daarna kreeg je eten. Elke dag moest je vanwege tellingen langdurig op een appèl staan.
  5. Twee dagen voordat het kamp is bevrijd is hij met tweeduizend anderen op transport gezet in een kolentrein naar een ander kamp. Onderweg stierven er velen. Nadat ze in dat andere kamp waren aangekomen, moesten ze dat weer verlaten en gaan lopen. Hij was helemaal op, raakte buiten westen en werd net op tijd door de Russen bevrijd.
  6. Misschien wel dit: hij overleefde een bombardement van het tweede kamp waar hij kwam na Buchenwald. Of misschien dat: de mensen die tijdens de dodenmars die niet verder konden en werden doodgeschoten.

Interview met de heer Langhorst 

  1. Hij was actief in het verzet (als koerier en spion bij Vrij Nederland) en werd verraden.
  2. Het is met een trein op transport gezet. Via Hannover kwam hij in Buchenwald aan. Hij moest zich helemaal uitkleden en er werd gecontroleerd of hij geen jood was.
  3. -- Dit komt in het interview niet aan bod.
  4. Hij moest de hele dag (militaire) kleding gaan maken.
  5. Aan het einde van de oorlog werd hij op transport naar Theresiënstadt gezet voor vernietiging. Hij weet samen met een groepje anderen te ontsnappen. Anderen werden doodgeschoten. Hij loopt verder en stuit dan op een tank met Amerikanen.
  6. Hij zag in een loods vele lijken liggen, op een manier die nog erger was dan vee, het was verschrikkelijk om te zien.

Interview met de heer Neve 

  1. Hij wilde naar het Franse verzet en later door naar Spanje, maar bij de Frans-Spaanse grens werd hij aangehouden.
  2. Hij is samen met duizend anderen met beestenwagons naar Buchenwald vervoerd. Ze werden het kamp binnen geknuppeld. Hij moest zich uitkleden, hij werd kaalgeschoren, in een lysolbak ontluisd en kreeg klompen.
  3. Hij kreeg kampkleding (het bekende gestreepte pak), het kampnummer 14339, een rode driehoek met de N van Nederland. Dit kampnummer was vanaf nu je naam: Häftling 14339.
  4. Hij moest de eerste dagen (grote) stenen sjouwen in de beruchte steengroeve, ook als het stortregende.
  5. De Amerikanen komen dichterbij, de Duitsers willen het kamp ontruimen, maar de gevangenen weigeren hier aan mee te helpen. Ze worden door de Duitsers met geweld gedwongen en duizenden worden op transport gezet, maar het registreren duurt zo lang dat de laatsten (waar de heer Neve bij hoorde) met rust werden gelaten. Op woensdag 11 april 1945 komen de Amerikanen het kamp binnen en hij is met duizenden anderen gered.
  6. Misschien wel dit: De spanning in het kamp was om te snijden; met name tijdens het laatste uur dat de gevangenen de tijd kregen om zich, na een oproer, over te geven.

Interview met de heer Nieuwstraten 

  1. Hij was actief in het verzet bij de Geuzen en werd verraden.
  2. Hij ging per trein naar Buchenwald en kwam midden in de nacht aan. Hj en zijn reisgenten moesten wachten tot het licht was geworden. Daarna werd hij kaalgeschoren, in een lysolbad gezet, kreeg kampkleding en laarzen (geen klompen omdat hij zo'n kleine schoenmaat had).
  3. Hij was herkenbaar aan zijn kampkleding en kampnummer (136413).
  4. Hij moest ondergrondse hallen uithouwen waar fabrieken in moesten komen. Die zouden dan goed beschermd zijn tegen bombardementen. Maar hij had niet zoveel te doen omdat het beton alsmaar niet werd aangeleverd. Hij was dus vooral veel aan het wachten.
  5. Toen de geallieerden eraan kwamen moest hij met medegevangenen te voet naar Dachau. Tijdens deze 'dodenmars' worden ze onderweg bevrijd door de Amerikanen.
  6. De dodenmars vond hij verschrikkelijk: het was lopen of doodgaan, wetende dat iemand die je moest achterlaten zou worden doodgeschoten. Op elke kilometer vielen er gemiddeld 48 doden, 83 kilometer lang.

Interview met de heer Roest 

  1. Hij zat in het verzet (De Ordedienst) die contact had met Delftse studenten. Daar hebben ze een verrader vermoord en samen met anderen is hij door de Gestapo voor de moord opgepakt.
  2. Hij is met vrachtwagens via Düsseldorf naar Buchenwald vervoerd. Daar werd hij in een barak onderzocht, kreeg kampkleding, moest zijn beroep opgeven en werd in een werkcommando geplaatst.
  3. Hij kreeg kampkleding (gestreepte pakken) waar een driehoek voor de soort gevangenen (hij zal een rode driehoek hebben gehad voor politieke gevangenen) was opgenaaid.
  4. Hij moest in een bouwcommando huizen bouwen, putjes graven en cement sjouwen.
  5. In april 1945 werd hij als NN-gevangene op transport gezet naar Dora met auto's. Toen de geallieerden naderden, werden de gevangenen vanuit Dora verder op transport gezet, eerst per trein, later te voet en daarna weer per trein. Ze kwamen terecht in Ravensbrück. Toen de Russen dichterbij kwamen, gingen ze weer op transport, te voet naar Neustrelitz maar onderweg kwamen ze de Amerikanen tegen en bleek de oorlog inmiddels voorbij te zijn (op 2 mei).
  6. Misschien wel dat hij heeft meegemaakt dat mensen werden opgehangen in het kamp.

Interview met de heer Wiers 

  1. Hij onttrok zich aan de Arbeidsdienst en dook onder. Hij is verraden en opgepakt.
  2. Hij is per trein op transport gezet naar Buchenwald, dat streng bewaakt werd met honden en mitrailleurs. Na zijn aankomst werd hij eerst in een quarantainebarak gezet, zonder sanitaire voorzieningen en kreeg hij de ene na de andere inenting.
  3. Hij had een kampnummer: 47537.
  4. Je moest elke dag op appèl staan, ziek of niet. Later moest hij onder de grond werken in een bomvrije fabriek voor V1's, als stoker op een locomotief.
  5. Terwijl hij in de ziekenbarak ligt, wordt het kamp bevrijd door de Canadezen.
  6. Een Duitser, zijn vijand, heeft zijn leven gered bij een ongeluk op de locomotief.

Interview met de heer Wildschut 

  1. Hij zat ondergedoken en is opgepakt als Jehova's Getuige en weigerde een verklaring te tekenen dat hij géén Jehova's Getuige zou zijn.
  2. Hij is in een 'jodentransport' op transport naar Auschwitz gezet, maar omdat hij bij de grens aangaf geen jood te zijn, is hij naar Buchenwald gebracht. Bij zijn aankomst moest hij alles uittrekken en in een lysolbad voor de ontluizing. Zijn oude kleren werden netjes bewaard.
  3. -- Dit komt in het interview niet aan bod.
  4. Je moest werken, maar hoefde geen zwaar werk te doen omdat hij Jehova Getuige was. Jehova's Getuigen hadden namelijk de beste posities (waarschijnlijk omdat de Duitsers wisten dat ze omwille van hun godsdienst geen verzet zouden plegen).
  5. Aan het einde van de oorlog, toen de Russen in de buurt kwamen, werd hij uit een buitencommando teruggehaald (te voet) naar Buchenwald. Hij ontsnapt aan een dodentransport en verstopt zich in een barak (dat kon door de chaos in de laatste dagen). Daar is hij bevrijd door de Amerikanen.
  6. Misschien wel dat hij mensen bij bosjes zag sterven tijdens de mars van het buitencommando naar Buchenwald en het feit dat wie niet meer verder kon werd doodgeschoten.


Kerndoelen
40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.

 

verwante lessen

Login Form