Varen met gevaar


Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen en na vijf dagen was Nederland bezet. Zo begon voor Nederland de Tweede Wereldoorlog.

Alle Nederlandse schepen die toen niet in Nederland waren, moesten vanaf juni van dat jaar gaan varen voor de rederij Netherlands Shipping and Trade Commission NSTC. Die stond onder toezicht van de Nederlandse regering, die naar Londen was gevlucht.

ton s

De zeelieden op die schepen moesten voor die rederij werken of ze wilden of niet. Dat duurde tot februari 1946, dus tot na de bevrijding van Nederland.

 


 
opdrachtWaarom voeren de schepen met hun bemanning voor deze rederij? Wat moesten de zeelieden dat doen? Waar moesten ze zoal naartoe? Waarom was het niet prettig om voor de rederij te verken? Waarom mochten ze niet weigeren dat werk te doen voor de rederij? En vooral, waarom liepen die zeelieden hierbij exta gevaar, nog afgezien van alle gevaren die zeelieden toch al altijd bij hun werk lopen?

Dat gaan jullie uitzoeken. Jullie luisteren naar gedeeltes van interviews met enkele mensen die toen voor de NSTC hadden gewerkt. Jullie zetten hun belevenissen letterlijk op de wereldkaart.

Bij het beluisteren van die fragmenten zoeken en noteren jullie antwoorden op de volgende vragen:

  1. Waar was hij toen Duitsland Nederland op 10 mei 1940 binnenviel?
  2. Waar moest hij vervolgens naar toe en wat moest hij daar doen?
  3. Beschrijf kort twee voorbeelden van aanvallen op zijn schip door de vijand. Vermeld daarbij:
    - Waar de aanval plaatsvond;
    - Hoe de aanval werd uitgevoerd;
    - Wat voor gevolgen de aanval had.
  4. Waar was hij toen er op 5 mei 1945 een einde kwam aan de Duitse bezetting van Nederland?

Let op: Het kan gebeuren dat je op één van de vragen geen antwoord vindt. Geef dan als antwoord “niet bekend”.


 
werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Je doet het samen met enkele klasgenoten.

  • Iedere groep krijgt een van de acht interviews toebedeeld.
  • Lees Bron 1: Vaarplicht
  • Luister naar de geïnerviewde zeeman die je gekregen hebt.
  • Geef aan de hand van wat je hoort antwoord op de vragen in Opdracht.
  • Schrijf de antwoorden op de vragen op.
  • Geef deze antwoorden aan je docent. Die zet de plaatsen die jullie gevonden hebben op een grote wereldkaart in de klas uit en verbindt dan de plaatsen die je hebt genoemd met elkaar.
  • Elke groep geeft bij de wereldkaart aan de hand van de antwoorden op vraag 2 en 3 een kort verslag van de belevenissen van de geïnterviewden op de verschillende plekken waar zij zich bevonden.

Het eindproduct is een wereldkaart die duidelijk maakt waar de NSTC actief is geweest.

 


 
In juni 1940, kort na de Duitse inval in Nederland, werd de rederij Netherlands Shipping and Trade Commission NSTC opgericht. Die stond onder toezicht van de Nederlandse regering, die naar Londen was gevlucht. Alle Nederlandse schepen die tijdens de Duitse inval niet in Nederland waren, moesten voor de NSTC varen. Ze moesten daarbij Groot-Brittannië, de VS en de Sovjet-Unie helpen in hun oorlog tegen Duitsland, Italië en Japan.

De zeelieden aan boord van die schepen kwamen tijdens hun werk vaak in gevaar. Deze zeelieden konden tijdens de oorlog niet naar Nederland en ze konden geen contact met hun familieleden en vrienden onderhouden. Ze konden hun werk niet weigeren want de NSTC had in juni 1940 een vaarplicht ingesteld. Die plicht houdt in dat ze moesten varen voor de NSTC en alles moesten doen wat de NSTC hen opdroeg. Pas in februari 1946, na de bevrijding van Nederland, werd de vaarplicht opgeheven.

varenmetgevaarOpvarenden van de sleepboot Amsterdam bij hun terugkomst

 


 
Dhr. Volmer werkte bij de Koninklijke Nederlandse Stoom Maatschappij (rederij) toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak.

 

 


 
Dhr. van Noord werkte vanaf 1938 als ketelbinkie (knecht in de machinekamer) bij de koopvaardijvaart.

 

 


 
Dhr. van Eenennaam voer vanaf 1939 als stuurmansleerling op de Amstelland.

 

 


 
Hendrik van 't Wout werkte bij de Maatschappij Nederland.

 

 

 


 
Dhr. Boekwijt werkte als leerling-stuurman bij de Rotterdamse Lloyd.

 

 


 
Dhr. Tazelaar werkte vanaf december 1939 als marconist bij de koopvaardijvaart.

 

 


 
Berend van Bon ging in juni 1938 als stuurman voor oliemaatschappij Shell varen. Hij werd in Nederlands-Indië aan het werk gezet.

 

 


 
Jan van Manen werkte als kommie (keukenknecht) bij de Holland Amerika Lijn.

 

 


 
Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen en vijf dagen later gaf Nederland zich over. Alle Nederlandse koopvaardijschepen die toen in internationale wateren waren of in havens van geallieerde bondgenoten (zoals Groot-Brittannië) lagen, werden met hun bemanning ingelijfd bij de geallieerde strijdkrachten. Ze moesten gaan varen voor een rederij die kort na de Duitse inval werd opgericht, de Netherlands Shipping and Trade Commission of NSTC. Die stelde de vaarplicht in voor alle Nederlandse zeelieden. Het was een vorm van militaire dienstplicht die inhield dat ze moesten varen voor Groot-Brittannië en haar bondgenoten in de oorlog.

Voor deze zeelieden had de invoering van de vaarplicht tot gevolg dat ze niet naar Nederland terug konden gaan. Ook hadden ze geen contact meer met hun familieleden en vrienden in Nederland. Tenslotte werden ze veelvuldig bestookt door Duitse, Italiaanse of Japanse vliegtuigen, oorlogsschepen of onderzeeërs. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sneuvelden 3,600 Nederlandse zeelieden die op hun koopvaardijschepen de Vaarplicht vervulden.

Omdat de rol van de Nederlandse koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog weinig bekend in Nederland, heeft het Instituut voor Militaire Historie het archief van de Netherlands Shipping and Trady Commission gedigitaliseerd en online gezet. In dat archief is onder meer terug te vinden welke Nederlandse koopvaardijschepen voor de NSTC voeren, waar ze heen gingen en wat ze vevoerden. Zigma heeft interviews afgenomen bij enkele mensen die als zeeman de vaarplicht hebben vervuld. Die interviews zijn onder meer te vinden op http:///www.getuigenverhalen.nl. Ook heeft Zigma de documentaire Een vergeten zeemansgeschiedenis gemaakt met daarin gedeeltes uit die interviews, foto’s, brieven en ander archiefmateriaal.

getuigenverhalen

 


 
Toen op 10 mei 1940 voor Nederland de Tweede Wereldoorlog begon met de Duitse inval en de bezettingstijd begon, waren er Nederlandse zeelieden aan boord van schepen die toen niet in Nederland waren. Een maand later moesten die schepen met hun bemanning varen voor de Nederlandse rederij Netherlands Shipping and Trade Commission NSTC. Die stond onder toezicht van de Nederlandse regering-in-ballingschap. De zeelieden mochten dit werk niet weigeren.

Welke rol kregen die zeelieden bij het verdere verloop van de Tweede Wereldoorlog? Waar moesten die zeelieden met hun schepen allemaal naartoe? En vooral: met wat voor gevaren kregen die zeelieden te maken afgezien van de gevaren die de zeescheepvaart ook in vredestijd met zich meebrengt?

Dat onderzoeken leerlingen in deze les aan de hand van enkele getuigenverhalen van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de NSTC moesten varen.

Plan van aanpak
Voor deze opdracht trekt u een uur uit. Zorg dat er een blanco wereldkaart beschikbaaris (opgroot formaat gratis te downloaden via https://nl.dreamstime.com/royalty-vrije-stock-foto-lege-wereldkaart-image4608055).

  • U maakt acht groepen.
  • U geeft iedere groep een pen en papier en wijst iedere groep een computer toe.
  • U verdeelt de acht interviews over de acht groepen
  • De groepen lezen Bron 1: Vaarplicht
  • De groepen maken de opdracht.
  • Als ze hiermee klaar zijn, laat u elke groep voor de klas in het kort vertellen wat de geïnterviewden hebben meegemaakt. Hierbij geeft elke groep aan de hand van de antwoorden op vraag 2 en 3 een kort verslag van de belevenissen van de geïnterviewden op de verschillende plekken waar zij zich bevonden.
  • Markeer bij elk verslag op de wereldkaart de plaatsen die in het verslag worden genoemd.
  • Gebruik voor elke groep een andere kleur pen of viltstift om die plaatsen op de wereldkaart met lijnen elkaar te verbinden.

Het eindresultaat is een wereldkaart met lijnen in acht verschillende kleuren die de hele kaart omspannen. Zo wordt aanschouwelijk dat de Tweede Wereldoorlog ook letterlijk een wereldoorlog was.

Uitwerking
Varen onder de Vaarplicht was een wereldomspannende activiteit want vooral nadat de VS mee begonnen te vechten in de Tweede Wereldoorlog was deze oorlog ook in letterlijke zin een wereldoorlog. Daardoor moesten Nederlandse zeelieden (en hun buitenlandse collega’s) de hele wereld afreizen om de vaarplicht te vervullen. En overal waar ze kwamen, loerde de vijand.
Antwoorden per bron met achtereenvolgens aard van de gebeurtenis, plaats en tijd.

Bron: A.J. Volmer
1 New York
2 Halifax in Canada om zich aan te sluiten bij een konvooi dat naar Groot-Brittannië zou varen.
3a Midden op de Atlantische Oceaan belaagd door Duits vliegtuig. Dat vliegtuig werd uit de lucht geschoten door een vliegtuig dat vanaf een ander schip in het konvooi was opgestegen.
3b Tijdens de invasie in Normandië lag zijn schip onder Duits vuur en werd het geraakt door rondvliegende granaatscherven. Hoewel het volgeladen was met benzine, brak er geen brand uit aan boord.
4 Niet bekend

Bron: A. van Noord
1 Op zee, voor de kust van Portugal bijna ter hoogte van Lissabon
2 Falmouth in Groot-Brittannië om zich bij een konvooi te voegen dat naar West-Afrika ging.
3a Schip met zevenduizend ton bommen aan boord vanaf Napels beschoten door Duitse kanonnen terwijl het de baai van Napels binnenliep om in Salerno aan te meren, waar de Duitsers al uit verdreven waren. Schip bleef onbeschadigd.
3b Schip van Van Noord deed als troepenschip mee aan de Slag bij Okinawa. Schip bleef onbeschadigd en hielp onder meer met de opvang van gewonde Amerikaanse soldaten.
4 Niet bekend

Bron: J.C. van Eenenaam
1 Op zee bij Waymouth, Groot-Brittannië
2 Naar Londen om te worden gelost
3a Getorpedeerd ten zuidwesten van Ierland door Duitse onderzeeër. Schip raakte zwaar beschadigd, maar kon na reparatie weer varen
3b Aanval door Duitse vliegtuigen bij Western Approaches, vlakbij Ierland. Schip gezonken
4 Niet bekend

Bron: Hendrik van ‘t Wout
1 Voor anker bij Palembang.
2 Naar Soerabaja om het schip waarop hij voer in te schrijven bij de NSTC. Van ’t Wout noemt deze rederij “Shipping”.
3a Met een konvooi uit St. Johns, bij Halifax vertrokken. Konvooi aangevallen door grote groep Duitse onderzeeërs. Van ’t Wout wist met een Oerlikon (snelvuurkanon) minstens één van die onderzeeërs te raken.
3b Schip getorpedeerd door een Duitse onderzeeboot op de Atlantische Oceaan. Schip gezonken maar Van ’t Wout werd gered door een ander schip uit hetzelfde konvooi.
4 Op zee onderweg naar San Francisco

Bron: H. Boekwijt
1 Valparaiso in Chili
2 Naar Soerabaja om te wachten tot het passagiersschip Oranje was omgebouwd tot een hospitaalschip en hij met het schip mee kon varen naar Australië.
3a Aanval door Duits vliegtuig tijdens konvooivaart vanuit Groot-Brittannië. Zijn schip bleef onbeschadigd.
3b Aanval door Duitse onderzeeërs tijdens dezelfde konvooivaart waarbij andere schepen in konvooi werden getorpedeerd, maar zijn eigen schip niet
4 Niet vermeld

Bron: J.P. Tazelaar
1 Op zee onderweg naar Nederlands-Indië
2 Moest zich melden bij de Nederlandse Pakket Maatschappij om met een kleine boot vracht te vervoeren door Nederlands-Indië.
3a Vlak bij Britse zuidkust een aanval door een Duits vliegtuig. Het vliegtuig wierp een bom af dat niet afging en op het dek heen en weer bleef rollen. Bemanning ging van boord omdat het niet lukte de bom overboord te gooien.
3b Konvooi waar Tazelaar in voer bij Algiers belaagd door veertig Duitse zweefvliegtuigen. Deze vliegtuigen werden door Britse jachtvliegtuigen neergehaald voordat ze het konvooi konden aanvallen.
4 Rotterdam

Bron: Berend van Bon
1 Bij een oud boorstation bij de plaats Meri in Nederlands-Indië
2 Naar Platjoe en van daaruit naar Pankalan Soesoe om er 600 ton vliegtuigbenzine heen te brengen.
3a Aanval door een Japans vliegtuig op weg naar Pangkalan Soesoe. Er brak brand uit aan boord, maar de bemanning wist het vuur te blussen.
3b Van Bon bediende in Soerabaja samen met enkele kameraden luchtafweergeschut om te proberen Japanse bommenwerpers uit de lucht te schieten die de haven van Soerabaja bombardeerden.
4 Londen

Bron: Jan van Manen
1 Tussen La Guaira bij Venezuela) en Porto Cabello
2 Naar New York om met de SS Volendam naar Groot-Brittannië te gaan om ruim driehonderd kinderen op te halen en naar Canada te brengen
3a Schip ongeveer 420 kilometer ten noorden van Schotland getorpedeerd door Duitse onderzeeër na het ophalen van de kinderen. Alle opvarenden op één na gered van het schip
3b Schip getorpedeerd door Duitse onderzeeër bij de Afrikaanse kust. Schip zonk maar iedereen wist van boord te komen.
4 Niet bekend

 
Kerndoelen
37 De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken;
- tijd van wereldoorlogen (1900-1950)
De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de Wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen. De vensters van de canon van Nederland dienen als inspiratiebron voor de behandeling van de tijdvakken.

40 De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.
41 De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden.

 


 

  • De leerlingen kunnen uitleggen wat de vaarplicht is.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat Nederlandse zeelieden moesten doen om de vaarplicht te vervullen.
  • De leerlingen kunnen aangeven welke gevaren ze daarbij liepen.
  • De leerlingen hebben gezien dat varen onder de vaarplicht een letterlijk wereldomvattende activiteit is geweest en dit verbinden aan het begrip ‘wereldoorlog’.

 


 
De opdracht is goed gemaakt als:

  • de plaatsnamen op de wereldkaart op de juiste plaatsen aangebracht zijn;.
  • de beschrijvingen bij de plaatsnamen helder en duidelijk zijn;
  • de wereldkaart een globaal beeld geeft van waar Nederlandse zeelieden onder de vaarplicht hebben gevaren tijdens de Tweede Wereldoorlog en
  • de wereldkaart laat zien waar Duitse en waar Japanse zeestrijdkrachten actief zijn geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

verwante lessen

Login Form