Zonder titel (Geen)
Geen zeep meer voor je handen, geen pasta voor je tanden
Geen rubber voor je banden, geen koffie om te branden
Geen thee met fijne puntjes, geen fijne zilv'ren muntjes
Geen borstels en geen kammen, geen dikke boterhammen
Geen schapen op de hei, geen vee meer in de wei
Geen spek meer en geen vet, geen Hollandse zeebanket
Geen olie meer uit Delft, geen schelvis en geen elft (= meivis, lijkt op haring)
Geen visboer aan de deur, geen kuit meer van de steur
Geen zoolleer voor je schoenen, geen was meer om te boenen
Geen geweer om op te jagen, geen gevoel van welbehagen
Geen groenten en geen uien, geen verlichte winkelpuien
Geen bloemkool en saucijzen, geen snippen of patrijzen
Geen linnen en katoenen, geen fazanten en kalkoenen
Geen volvette kazen, geen eenden en geen hazen
Geen banaan, geen appelsienen, geen voldoende vitaminen
Geen boter en margarine, geen suiker of saccharine (= kunstmatige zoetstof)
Geen plezier meer in het reizen, geen vastigheid in prijzen
Geen kerken meer met klokken, geen parapluies en stokken
Geen kippen in de hokken, geen ei om ze te fokken
Geen wol meer om te breien, geen echte specerijen
Geen messen en geen scharen, knopen en geen garen
Geen zin meer om te sparen, geen pomade (= haarzalf) voor de haren
Geen mailboot*, die kan varen, geen bad in zilte baren
Geen tabak en geen sigaren, geen whisky en geen klare
Geen glazen en geen flesschen, geen "Voorburg" (= sterke drank) en geen "Bessen" (= bessenjenever)
Geen paitje (= drank) op zijn tijd, geen Witte Sociëteit (= uitgaansgelegenheid in Den Haag)
Geen gezellig borreluur, geen badplaats voor de kuur
Geen keus voor medicijnen, geen Belge (= Belgische), Fransche wijnen
Geen spiegelei met ham, geen zitplaats in de tram
Geen uitzicht vor de jeugd, geen eerbied voor de deugd
Geen gerucht, dat werkelijk deugt, geen film, die je verheugt
Geen kranten met ochtendbladen, geen boek meer naar je gade
Geen vuur meer op te braden, geen spijzen die verzaden
Geen gas om op te koken, geen kolen om te stoken
Geen erwtensoep met kluiven, geen post- of andere duiven
Geen lust meer om te fuiven, geen appels en geen druiven
Geen varkenscarbonade, geen pure chocolade
Geen echte marmelade, geen zuiv're limonade
Geen jas om aan te trekken, geen klok meer om je te wekken
Geen wederzijdsch vertrouwen, geen materialen om te bouwen
Geen potten en geen pannen, geen kruiken en geen kannen
Geen wafels en geen macronen, geen rhum- of andere bonen
Geen soezen en geen poffers, geen kisten en geen koffers
Geen papier en geen enveloppen, geen schotels en geen koppen
Geen volle melk met room, geen slaap meer zonder droom
Geen lint (= inktlint) meer om te schrijven, dus laat ik hierbij blijven
Geen twijfel of het morgen zal bevrijden van die zorgen!!!!!
Anoniem
* Schip dat zowel passagiers als mail vervoert
Iedere Nederlander had een distributiestamkaart waarmee distributiebonnen verkrijgbaar waren. Met die bonnen kon een bepaalde hoeveelheid levensmiddelen of andere schaarse artikelen gekocht worden. Wanneer bepaalde artikelen 'op de bon' waren, betekende dat nog niet dat ze ook daadwerkelijk voorradig waren. Om te vermijden dat men er te laat bij was, vormden zich lange rijen voor de winkels. Regelmatig kon het gebeuren dat je voor niets in de rij had gestaan.