Twee Sinterklaasrijmpjes
Het heerlijk avondje zal niet komen
Het avondje van Sinterklaas
Want de moffen zijn gekomen
En die spelen hier de baas
Koffie, choco en ook thee } bis
Alles gapten die moffen mee! }
Anoniem
Daar ginds komt de stoomboot uit Zweden al aan.
De Zweed is met het lot van ons volkje begaan.
Hij weet hoe wij lijden en lenigt de nood.
Wij krijgen een schip vol boter en brood.
't Heerlijk dagje is gekomen,
't Dagje van het Rode Kruis.
Zoiets is zelfs niet te dromen,
Vol op brood in ieder huis.
Tjonge, jonge wat een pret,
Niet met honger naar je bed.
Zie de maan schijnt door de bomen,
Moeder snijt de boterham,
Uit 't bevriende Zweden kwam.
Nu heb ik geen honger meer.
Lieve Zweden, dank U zeer.
Anoniem (1945)
Voor de distributie van het Zweedse brood werden middenstanders als tijdelijke "Rode Kruiswinkels" aangewezen.
Zij ontvingen naderhand een oorkonde als erkenning.