Drukken in oorlogstijd - voor de docent: info

 
Plan van aanpak
Voor de les trekt u 2 lesuren uit.

De opdracht bestaat uit twee delen:
1) Werk in 4 groepen. Trek er 1 uur voor uit.
2) Het maken van een illegale krant in de bezettingstijd. Trek er eveneens 1 uur voor uit.

Deel I
U maakt vier groepen. Elke groep kiest één van de volgende activiteiten:

  • Nagaan voor welke groep lezers je de krant wil uitgeven. Moeten die bijvoorbeeld een bepaalde levensovertuiging hebben?
  • Nagaan hoe je aan nieuws wil komen behalve via die ene radio waar een van jullie over beschikt.
  • Nagaan hoe jullie aan de spullen komen die nodig zijn om een krant te maken en hoe je die spullen gebruikt zonder dat het naar buiten toe opvalt, en
  • Nagaan hoe je de krant bij je lezers krijgt.

Het is zaak dat elke groep onderling goed afspreekt hoe en wat. Hiertoe raadplegen ze de bronnen in de les om de informatie te verzamelen die ze nodig hebben.

Deel II
Daarna kiest iedere groep een lid uit om in de redactie van de op te richten  krant te zitten. De redactie maakt de voorpagina van het eerste nummer van de krant waarin te lezen is wat de redactie met de krant wil.

Uitwerking:
Tijdens de Duitse bezetting van Nederland zijn er 1.300 kranten opgericht en uitgegeven. Niet alleen om nieuws te bieden dat niet gekleurd is door Duitse propaganda, maar ook om nieuws te brengen dat door de Duitse bezetter werd tegengehouden, wat vooral gebeurde doordat in mei 1943 iedereen zijn of haar radio bij de Duitse autoriteiten moest inleveren.

Daarnaast zochten en vonden uitgevers van illegale kranten een lezerskring met dezelfde levensovertuiging als zijzelf. Dat was een voortzetting van de vooroorlogse opdeling van de samenleving op grond van levensovertuiging die ‘verzuiling’ heet. Zo ontstond er een grote verscheidenheid van kranten. Hiervan bestaan nog steeds onder meer de protestantse krant Trouw en de sociaaldemocratische krant De Waarheid. Ook Het Parool is als illegale krant begonnen tijdens de bezettingsjaren en daarna blijven verschijnen.

Vanwege de door de Duitse bezetter opgelegde Gelijkschakeling was iedereen het recht op vrije meningsuiting en op persvrijheid ontzegd en was het uitgeven van een krant of ander soort tijdschrift dat niet conform de Gelijkschakeling handelde buiten de wet, dus illegaal.

Al direct na de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 probeerden de Duitse autoriteiten het maken en verspreiden van illegale kranten te verhinderen. Vooral in het begin van de bezettingstijd moesten medewerkers van illegale kranten zich behelpen met pen en papier, een typmachine of een stencilapparaat. Drukpersen werden gaandeweg steeds meer gebuikt waardoor de oplage van een krant kon worden vergroot maar het was altijd zaak voor de buitenwereld verborgen te houden dat een drukpers (ook) werd gebruikt om illegale kranten te drukken.

Bij het bestrijden van de illegale pers gingen de Duitse autoriteiten gaandeweg de bezettingstijd steeds fanatieker te werk. Mensen die meehielpen met het maken en verspreiden van illegale kranten, werden opgepakt, streng gestraft of zelfs ter dood gebracht.

Daarom, en vanwege problemen met vervoer (zoals tijdens de landelijke spoorwegstaking van 17 september 1944 tot de bevrijding van Nederland op 5 mei 1945) moesten medewerkers van illegale kranten allerlei listen verzinnen om hun werk te doen. Zo werden vrouwen soms als koerier ingeschakeld om illegale kranten naar de lezers te vervoeren.

Kerndoelen
37 De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken;
- tijd van wereldoorlogen (1900-1950), en
- tijd van televisie en computer (1950-heden)
De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de Wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen. De vensters van de canon van Nederland dienen als inspiratiebron voor de behandeling van de tijdvakken.

40 De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

 

verwante lessen

Login Form