Toen op 15 mei 1943 bekend werd gemaakt dat alle radio's moesten worden ingeleverd, ontstond een nieuw soort ondergronds blad: het pure nieuwsorgaan. Vaak waren deze nieuwsbulletins eenvoudige getypte of gestencilde blaadjes die in een streek, een dorp of een straat op kleine schaal het dagelijkse nieuws brachten. Dat nieuws kwam van mensen die stiekem naar de radio bleven luisteren en vooral afstemden op Radio Oranje, een zender die vanuit Engeland nieuwsuitzendingen verzorgde.
In het laatste jaar van de oorlog kreeg de illegale pers het extra moeilijk. Er was gebrek aan alles en Nederland kreeg een zeer strenge winter te verduren waardoor de binnenlandse scheepvaartlast kreeg van dichtgevroren vaarwegen. Ook werd op 17 september 1944 al het spoorvervoer in Nederland platgelegd door een staking die tot aan de bevrijding van Nederland op 5 mei 1945 duurde. Die staking werd uitgeroepen op last van de Geallieerden.
Bovendien nam de Duitse terreur in hevigheid toe. Het onderhouden van de verbindingen was een groot probleem. Medewerkers, drukkerijen en zetterijen waren onbereikbaar. Toch werden ondanks de problemen enorme aantallen nieuwsbulletins geproduceerd.
In totaal hebben tijdens de bezettingsjaren ongeveer 1300 verschillende bladen bestaan, die tezamen een oplage hadden van miljoenen exemplaren.