Wie in Nederland een krant wil kopen of zich op een krant wil abonneren, heeft een ruime keuze. Je kan een landelijke krant nemen of een regionale. Je kunt ook een krant nemen die speciaal gemaakt is voor protestanten, voor rooms-katholieken, voor liberalen, voor sociaal-democraten of voor mensen die geen uitgesproken levensovertuiging hebben. Dat is mogelijk omdat je in Nederland mag zeggen en schrijven wat je wilt, ook als je een krant uitgeeft.
Dat was tijdens de Tweede Wereldoorlog wel anders. De Duitse bezetter bepaalde in die tijd wat kranten wel en niet mochten schrijven. Als reactie hierop ontstonden illegale verzetskrantjes. De eerste waren nog met de hand geschreven of gestencild, maar al snel werd alles professioneler. De kranten werden gedrukt op echte drukpersen en er ontstonden professionele redacties.
Aan het eind van de oorlog is de illegale pers uitgegroeid tot een machtige factor. Er was een systeem ontwikkeld van ongekende omvang en doeltreffendheid. Terwijl er geen verbinding was met de vrije wereld kreeg de bevolking dag in dag uit toch nieuws. Nieuws, waaruit bleek dat de bevrijding zeker zou komen. De illegale bladen hielden het Nederlandse volk geestelijk wakker.
Over wat er allemaal kwam kijken bij het drukken in oorlogstijd en wat de risico's ervan waren gaat deze opdracht.
De huidige Trouw is begonnen als een illegale krant in 1943
Hoe had men dat toen voor elkaar gekregen? Om welke kranten gaat uit eigenlijk? Waren er toen nog andere kranten uitgegeven die op hun manier nieuws brachten en nu niet meer bestaan? Waarom gaf men toen van zulke kranten uit? En waarom was het toen veel moeilijker dan nu, en gevaarlijk bovendien om een krant op te richten, te maken, uit te geven en te verspreiden?
Dat gaan jullie leren door zelf een krant uit te brengen.
Hiertoe verplaatsen jullie je naar de tijd tussen mei 1943 en september 1944. Toen was heel Nederland nog bezet en mocht niemand thuis een radio hebben.
Samen richten jullie een krant op om nieuws te brengen zoals jullie het zelf willen. Ga er daarbij van uit dat iemand van jullie toch stiekem een radio heeft, ernaar luistert en op die manier aan nieuwsverhalen komt.
Voor deze opdracht krijg je 2 lesuren de tijd.
We maken vier groepen. Je maakt het eerste deel van de opdracht samen met je groep. Daar krijg je 1 uur de tijd voor.
Elke groep kiest één van de volgende activiteiten:
- Nagaan voor welke groep lezers je de krant wil uitgeven. Moeten die bijvoorbeeld een bepaalde levensovertuiging hebben?
- Nagaan hoe je aan nieuws wil komen behalve via die ene radio waar een van jullie over beschikt.
- Nagaan hoe jullie aan de spullen komen die nodig zijn om een krant te maken en hoe je die spullen gebruikt zonder dat het naar buiten toe opvalt, en
- Nagaan hoe je de krant bij je lezers krijgt.
Maak daar goede afspraken over.
Raadpleeg hiertoe de bronnen in de les om de informatie te verzamelen die je nodig hebt voor je groep.
Zoek ook om inspiratie op te doen naar afbeeldingen van kranten uit de bezettingstijd op www.beeldbankwo2.nl. gebruik hierbij als zoektermen ‘krant’ en ‘nieuwsbulletin’.
Daarna begint het tweede deel van de opdracht. Iedere groep kiest een lid uit om in de redactie van jullie krant te zitten. De redactie maakt de voorpagina van de eerste uitgave van jullie krant waarin je duidelijk maakt wat jullie ermee willen.
Als snel nadat de Duitsers ons land bezetten, probeerden ze de hele samenleving onder controle te krijgen. Sportverenigingen, de culturele sector en andere delen van de samenleving moesten op de politieke lijn gaan zitten van het Nationaal Socialisme. Dat was de leer van de Nazi’s die sinds 1933 aan de macht was in Duitsland. Dat werd en wordt 'gelijkschakeling' genoemd.
Ook de pers, het bioscoopjournaal en de radio-omroepen werden gelijkgeschakeld. Die brachten vooraan alleen maar berichten die de goedkeuring van de Duitse bezetters hadden gekregen. Kranten mochten niet vrij schrijven wat ze wilden. Deden ze dat wel, dan mochten ze niet meer verschijnen.
Spotprent van de Nederlandse cartoonist Leo J. Jordaan over de gelijkschakeling
van de Nederlandse pers, uitgave De Groene Amsterdammer
Verzetsmensen vonden het belangrijk dat de bevolking niet alleen de propaganda van de Duitsers te horen kreeg. Daarom werden direct na de inval de eerste verzetsblaadjes verspreid. Eerst waren het eenvoudige blaadjes, later werden het echte kranten. Het maken en verspreiden van die kranten gebeurde in het diepste geheim. Voor de lezers was het zaak niet te laten merken aan de buitenwereld dat ze die kranten lazen.
De illegale kranten brachten nieuws over de oorlog dat de bezetters liever niet horen. Bijvoorbeeld over Duitse verliezen of over de jodenvervolging. Ook riepen illegale kranen mensen op om zich te verzetten. Bijvoorbeeld door joden te helpen of door te weigeren in Duitsland te gaan werken. Door de berichten in illegale kranten kregen de lezers vaak weer wat hoop. De Duitsers waren daarom uiterst gespitst op het opsporen van illegale drukkerijen en van de verspreiders van de krantjes. Als je in het begin van de oorlog gesnapt werd met een illegaal krantje kon je er nog van af komen met een gevangenisstraf. Maar later in de oorlog liep je dan kans om gemarteld te worden en zo gedwongen om namen prijs te geven van andere medewerkers van je illegale krant. Of je werd dan afgevoerd naar een concentratiekamp. Of je werd dan direct gedood.
Al op 16 mei 1940, een dag na de capitulatie van het Nederlandse leger, verscheen het allereerste illegale blad: Geuzenactie (zoals hiernaast te zien). Het was met de hand geschreven door Bernard IJzerdraat. Illegale berichten werden in die tijd ook vaak met de typmachine enkele malen overgetikt. Illegale krantjes werden vaak gestencild met een stencilmachine, een voorloper van het kopieerapparaat.
Ook ontstonden er grote, landelijke illegale kranten, zoals Het Parool, Vrij Nederland, De Waarheid, Trouw en Ons Volk. Die werden op den duur meestal gedrukt. Ze verschenen in steeds grotere oplagen en werden vaak landelijk verspreid. Sommige van die kranten bestaan nu nog steeds en vind je nu in de meeste boekhandels en kiosken. Dat zijn bijvoorbeeld Trouw en Het Parool.
Om kranten in grote oplagen te maken waren grote drukpersen nodig. Als je in de drukkerij 's avonds verboden kranten drukte, was dat gevaarlijk, want de apparaten maakten zoveel lawaai dat het buiten wel moest opvallen, ook bij Duitse ordehandhavers die op zoek waren naar plekken waar illegale kranten werden gemaakt. Daarom werden veel verboden kranten overdag gedrukt, tussen het andere drukwerk door. Ook dat was spannend want als de Duitsers kwamen controleren en zien dat er een illegale krant werd gedrukt, waren de medewerkers van de drukkerij er gloeiend bij. Op het drukken van illegale kranten stond de doodstraf.
Net als voor en ook na de bezettingstijd waren er in Nederland groepen met een eigen levensovertuiging: protestanten, katholieken, liberalen en socialisten. De groepen hadden voor de oorlog hun eigen clubs, verenigingen, kerken, radio-omroep, verenigingen, scholen en ook hun eigen krant. Of anders gezegd: er was toen sprake van verzuiling. Ook tijdens de bezetting hadden de groepen, de zuilen hun eigen verzetskranten. Trouw werd gemaakt door en voor protestanten en De Waarheid door en voor communisten.
Toen op 15 mei 1943 bekend werd gemaakt dat alle radio's moesten worden ingeleverd, ontstond een nieuw soort ondergronds blad: het pure nieuwsorgaan. Vaak waren deze nieuwsbulletins eenvoudige getypte of gestencilde blaadjes die in een streek, een dorp of een straat op kleine schaal het dagelijkse nieuws brachten. Dat nieuws kwam van mensen die stiekem naar de radio bleven luisteren en vooral afstemden op Radio Oranje, een zender die vanuit Engeland nieuwsuitzendingen verzorgde.
In het laatste jaar van de oorlog kreeg de illegale pers het extra moeilijk. Er was gebrek aan alles en Nederland kreeg een zeer strenge winter te verduren waardoor de binnenlandse scheepvaartlast kreeg van dichtgevroren vaarwegen. Ook werd op 17 september 1944 al het spoorvervoer in Nederland platgelegd door een staking die tot aan de bevrijding van Nederland op 5 mei 1945 duurde. Die staking werd uitgeroepen op last van de Geallieerden.
Bovendien nam de Duitse terreur in hevigheid toe. Het onderhouden van de verbindingen was een groot probleem. Medewerkers, drukkerijen en zetterijen waren onbereikbaar. Toch werden ondanks de problemen enorme aantallen nieuwsbulletins geproduceerd.
In totaal hebben tijdens de bezettingsjaren ongeveer 1300 verschillende bladen bestaan, die tezamen een oplage hadden van miljoenen exemplaren.
Hoewel de verzetskranten op verschillende plaatsen in het land werden gedrukt, was er wel vervoer nodig om ze naar de lezers te brengen. Voor de bezorging, het overbrengen van berichten en het onderhouden van contacten waren er mensen nodig met eigen vervoer, vaak een fiets. Kranten richtten en onderhielden netwerken van mensen die het aandurfden om illegale kranten naar lezers te brengen, vooral vrouwen. Die werden ‘koeriersters’ genoemd. Het was niet moeilijk om koeriersters te vinden want Nederlandse vrouwen hoefden niet in Duitsland te werken.
Mevrouw Koolbergen-Leninga (88) was koerier tijdens de oorlog en herinnert zich de fietstochten nog goed. Ze moest soms zestig kilometer per dag afleggen op een fiets die nauwelijks nog vooruit kwam. “Na de oorlog heb ik nooit meer gefietst”, vertelt ze in een interview.
Trouw als voorbeeld
Trouw verscheen landelijk, maar werd op verschillende plaatsen in het land gedrukt. Dat betekende dat de kopij of het loden zetsel over grote afstanden vervoerd moest worden. En wanneer de pakken gedrukte kranten eenmaal klaar waren, moesten ze worden afgegeven op adressen vanwaar ze weer verder verspreid werden. Een lange weg, en op elk punt kon er iets mis gaan. Dat was eind 1943 al gebleken toen de Duitsers een groot aantal medewerkers wisten te arresteren. Toch ging het meestal goed. Per fiets en zelfs per trein werden grote afstanden afgelegd, zonder dat de Duitsers iets in de gaten hadden. Er werden vergaderingen belegd, weekends gehouden, de radio werd afgeluisterd, drukkerijen werkten in het geheim. Honderdduizenden mensen hebben de krant in de loop der jaren onder ogen gehad, zonder dat de bezetter een eind kon maken aan het blad.
Soms scheelde het maar een haar. Bijvoorbeeld toen Huib Ottevanger op de fiets met kopij onderweg was van Borger naar Emmen. Het gevaarlijke vrachtje zat verstopt onder zijn kleren. Gelukkig was het rustig op de weg, er reed alleen een boerenkar. Toen de kar passeerde stak de boer zijn hand omhoog. Om te groeten? Maar waarom wees hij dan met zijn duim naar achteren? Was er onraad? Huib fietste door en tuurde de weg af. Hij zag alleen een soort bouwwerk van pakken geperst stro. Ineens doorzag hij de list en liet hij zich met fiets en al in een greppel vallen. Daar verstopte hij zich achter de bosjes. Toen even later twee andere fietsers voorbij kwamen, bleek dat de boer inderdaad een waarschuwing had willen geven. Achter de balen stro vandaan kamen Duitse soldaten tevoorschijn, die de fietsers aanhielden. Huib hield zich schuil, totdat na een poosje een groep mannen kwam aanfietsen die voor de Duitsers graafwerk moesten doen. Toen ze hem passeerden schoot Huib tevoorschijn uit de berm en verschool zich tussen de andere fietsers. Toen ze even later de Duitse hinderlaag passeerden, had geen van de soldaten iets in de gaten. Zo kwam de kopij toch veilig en op tijd bij de drukker. Na de oorlog werd besloten dat Trouw als dagblad zou blijven verschijnen.
Naar: www.illegaletrouw.nl
Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. Dat zijn twee rechten die iedereen in Nederland heeft volgens de Grondwet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland van 10 mei 1940 tot 5 mei 1945 was aan alle Nederlanders deze rechten ontzegd. Kranten en andere media stonden toen onder strenge censuur.
Hoe was het toen om ondanks dat en bovendien onder moeilijke omstandigheden zoals schaarste een krant op te richten en er nieuws mee te brengen zoals je zelf wilde? Dat ervaren leerlingen in deze les door zelf een krant samen te stellen en zich daarbij in te leven in de bezettingstijd. Deze lesbrief sluit aan bij het project 'Erfgoed van de Oorlog', een samenwerking van diverse illegale kranten die nu nog steeds worden uitgegeven en het Ministerie van VWS.
Plan van aanpak
Voor de les trekt u 2 lesuren uit.
De opdracht bestaat uit twee delen:
1) Werk in 4 groepen. Trek er 1 uur voor uit.
2) Het maken van een illegale krant in de bezettingstijd. Trek er eveneens 1 uur voor uit.
Deel I
U maakt vier groepen. Elke groep kiest één van de volgende activiteiten:
- Nagaan voor welke groep lezers je de krant wil uitgeven. Moeten die bijvoorbeeld een bepaalde levensovertuiging hebben?
- Nagaan hoe je aan nieuws wil komen behalve via die ene radio waar een van jullie over beschikt.
- Nagaan hoe jullie aan de spullen komen die nodig zijn om een krant te maken en hoe je die spullen gebruikt zonder dat het naar buiten toe opvalt, en
- Nagaan hoe je de krant bij je lezers krijgt.
Het is zaak dat elke groep onderling goed afspreekt hoe en wat. Hiertoe raadplegen ze de bronnen in de les om de informatie te verzamelen die ze nodig hebben.
Deel II
Daarna kiest iedere groep een lid uit om in de redactie van de op te richten krant te zitten. De redactie maakt de voorpagina van het eerste nummer van de krant waarin te lezen is wat de redactie met de krant wil.
Uitwerking:
Tijdens de Duitse bezetting van Nederland zijn er 1.300 kranten opgericht en uitgegeven. Niet alleen om nieuws te bieden dat niet gekleurd is door Duitse propaganda, maar ook om nieuws te brengen dat door de Duitse bezetter werd tegengehouden, wat vooral gebeurde doordat in mei 1943 iedereen zijn of haar radio bij de Duitse autoriteiten moest inleveren.
Daarnaast zochten en vonden uitgevers van illegale kranten een lezerskring met dezelfde levensovertuiging als zijzelf. Dat was een voortzetting van de vooroorlogse opdeling van de samenleving op grond van levensovertuiging die ‘verzuiling’ heet. Zo ontstond er een grote verscheidenheid van kranten. Hiervan bestaan nog steeds onder meer de protestantse krant Trouw en de sociaaldemocratische krant De Waarheid. Ook Het Parool is als illegale krant begonnen tijdens de bezettingsjaren en daarna blijven verschijnen.
Vanwege de door de Duitse bezetter opgelegde Gelijkschakeling was iedereen het recht op vrije meningsuiting en op persvrijheid ontzegd en was het uitgeven van een krant of ander soort tijdschrift dat niet conform de Gelijkschakeling handelde buiten de wet, dus illegaal.
Al direct na de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 probeerden de Duitse autoriteiten het maken en verspreiden van illegale kranten te verhinderen. Vooral in het begin van de bezettingstijd moesten medewerkers van illegale kranten zich behelpen met pen en papier, een typmachine of een stencilapparaat. Drukpersen werden gaandeweg steeds meer gebuikt waardoor de oplage van een krant kon worden vergroot maar het was altijd zaak voor de buitenwereld verborgen te houden dat een drukpers (ook) werd gebruikt om illegale kranten te drukken.
Bij het bestrijden van de illegale pers gingen de Duitse autoriteiten gaandeweg de bezettingstijd steeds fanatieker te werk. Mensen die meehielpen met het maken en verspreiden van illegale kranten, werden opgepakt, streng gestraft of zelfs ter dood gebracht.
Daarom, en vanwege problemen met vervoer (zoals tijdens de landelijke spoorwegstaking van 17 september 1944 tot de bevrijding van Nederland op 5 mei 1945) moesten medewerkers van illegale kranten allerlei listen verzinnen om hun werk te doen. Zo werden vrouwen soms als koerier ingeschakeld om illegale kranten naar de lezers te vervoeren.
Kerndoelen
37 De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken;
- tijd van wereldoorlogen (1900-1950), en
- tijd van televisie en computer (1950-heden)
De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de Wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen. De vensters van de canon van Nederland dienen als inspiratiebron voor de behandeling van de tijdvakken.
40 De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom sommige kranten die tijdens de Duitse bezetting verschenen, illegaal werden en nog worden genoemd en in dit verband het begrip ‘gelijkschakeling’ omschrijven.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom toen van die illegale kranten werden werden opgericht, gedrukt en verspreid.
- De leerlingen kunnen aangeven welke logistieke problemen moesten worden omzeild of overwonnen om die kranten te maken en te verspreiden en hoe men dat voor elkaar kreeg.
- De leerlingen kunnen uitleggenwaarom er verschillende illegale kranten werden uitgebracht en in dit verband het begrip ‘verzuiling’ omschrijven.
De opdracht is goed gemaakt als de leerlingen een krantenpagina hebben gemaakt die:
- tot uitdrukking brengt aan voor welke groep lezers die bestemd is, en
- uitdrukking geeft aan wat redacteuren van illegale kranten in de bezettingstijd voor ogen hadden bij het uitbrengen van hun krant.